Dark social: relevant voor journalisten?

Nieuws | Nieuws

Volgens journalist Lammert de Bruin van EenVandaag  is ‘dark social’, een naam die werd bedacht door Alexis Madrigal van The Atlantic, vooral een verwarrende term voor het simpele gegeven dat mensen direct met elkaar communiceren. “Wanneer je iemand hoort praten over dark social lijkt het net of het een soort geheim netwerk betreft. Terwijl een Direct Message via Twitter er al onder valt. Ik vind dat niet anders dan dat iemand mij belt of in de kroeg aanspreekt. Marketeers maken zich er nu druk om omdat ze het niet kunnen monitoren, maar eigenlijk is het iets wat er altijd al is geweest. Het is dus helemaal niet zo spannend.”

Als je wilt weten hoe, waar en met wie content wordt gedeeld, ontkom je er niet aan om naar dark social te kijken

Gemiste kans

Mark Middlemas, directeur communicatie bij RadiumOne, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het meetbaar maken van deelgedrag, helpt bedrijven hun marketingactiviteiten te optimaliseren door gebruik te maken van de informatie die dark social biedt. Hij is ervan overtuigd dat de verborgen informatie op sociale netwerken relevant is voor journalisten. “Journalisten zijn invloedrijk, soms zelfs meer dan merken. Ze produceren, meestal, waardevolle, kwalitatief hoogwaardige content die vaak via verschillende kanalen wordt gedeeld. Als je wilt weten hoe, waar, wanneer en met wie dat gebeurt, ontkom je er niet aan om ook naar dark social te kijken.” Het zou volgens hem een gemiste kans zijn om het niet te doen. “Het is dé manier om erachter te komen welk publiek geïnteresseerd is in jouw stukken. Dat is voor jezelf interessant als je denkt in termen van populariteit en waarde van jou als merk, wat weer kan helpen bij de salarisonderhandelingen, en het biedt je uitgever ontzettend veel informatie. Dat is belangrijk, want content is king en het publiek is queen.”

Journalist Marjon Op de Woerd, eerder onder andere werkzaam als buitenlandredacteur bij dagblad Trouw, begrijpt wat Mark Middlemas bedoelt. “Natuurlijk wil je weten hoe vaak een artikel dat je hebt geschreven wordt gelezen. Helemaal als de uitkomst is dat jouw tekst het best gelezen stuk van de dag is. Maar meer dan ‘leuke informatie’ is dat voor mij niet. Voor digitale teams van grote uitgeverijen en platforms als Blendle is het waarschijnlijk wel van grote waarde.” En die informatie is op een eenvoudige manier te achterhalen. Het enige wat iemand die geïnteresseerd is in dark social hoeft te doen, is een speciale tool van bijvoorbeeld RadiumOne op zijn of haar website installeren. Deze tool genereert unieke URL’s die deelgedrag registreren, ook als dat gebeurt via (de meest gebruikte) niet-openbare platforms. Zo verplaatst een groot deel van dark social zich naar het licht. Maar als het inderdaad zo simpel is, waarom maken we daar dan niet massaal gebruik van?

Privacybezwaren

Op de Woerd gelooft dat dark social interessante input voor een artikel kan opleveren, maar zet het bewust niet in. “Zeker in landen waar veel censuur plaatsvindt, biedt dark social relevante informatie. Stel dat de overheid van een land bepaalt dat sommige content geblokkeerd wordt omdat ze niet willen dat de bevolking dat leest of daarvoor uitkomt. Dan tover je met dark social een laag tevoorschijn die in eerste instantie niet zichtbaar is maar ontzettend veel zegt over wat er leeft in een maatschappij. Al telt voor mij in dit soort situaties het recht op privacy zwaarder dan de data die het oplevert. Het hele idee achter content delen via niet-openbare platforms is dat het privé is, en dat moet wat mij betreft zo blijven. Ik vind het feit dat mensen vrij kunnen communiceren vele malen belangrijker dan dat journalisten een artikel kunnen schrijven.”

Wat hebben wij journalisten te maken met de informatie die burgers delen? Helemaal niks.

Ook Marjan Enzlin, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Journalisten, vindt privacy de belangrijkste reden om überhaupt niet in dark social te duiken. Maar uitzonderingen kunnen er altijd zijn. “Wanneer het gaat om informatie die invloed heeft op de openbare orde of voor de hele maatschappij van belang is, kan ik me voorstellen dat die te achterhalen moet zijn. Een voorbeeld is de situatie rond de e-mails die Hillary Clinton vanaf haar privé-mailadres heeft verstuurd en die nu openbaar gemaakt worden. Een andere denkbare uitzondering is bijvoorbeeld een WhatsAppgroep onder bestuursleden waarin daadwerkelijk besluiten worden genomen. Dan zou de Wet openbaarheid van bestuur van toepassing kunnen zijn en moet toegang tot de informatie worden gegeven. Maar in beginsel denk ik: wat hebben wij journalisten te maken met de informatie die burgers delen? Helemaal niks.”

 

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.