Desinformatie, phishing, wraakporno: dit kan de overheid doen tegen online wangedrag

Nieuws | Onderzoek

Bijna iedere internetgebruiker krijgt vroeg of laat te maken met ongewenst online gedrag – in een meer of minder ernstige variant. De overheid heeft maar weinig grip op deze donkere kant van het internet, concluderen de wetenschappers van het Rathenau Instituut. Zij adviseerden de overheid om de wetteloosheid op het internet tegen te gaan: haal de macht weg bij de platformen en zorg voor meer ‘blauw’ op het web. 

Op het internet denken veel mensen dat ze anoniem zijn en lijkt het alsof er geen autoriteit is. Dat is een probleem, want dat maakt onwenselijk online gedrag extra verleidelijk. Daarom gaf het ministerie van Justitie en Veiligheid aan het Rathenau Instituut de opdracht om de huidige staat van schadelijk en immoreel onlinegedrag in kaart te brengen. Wat bleek: de overheid is slecht in staat om online wangedrag een halt toe te roepen. De huidige aanpak richt zich op symptoombestrijding, terwijl de onderliggende mechanismen blijven bestaan.

Daar moet verandering in komen, want iedere Nederlander loopt een ‘niet te onderschatten risico’ om slachtoffer óf medeschuldige te worden van schadelijk en immoreel onlinegedrag, aldus de onderzoekers. Op basis van een uitgebreide literatuurstudie en gesprekken met experts formuleerden de onderzoekers een aantal belangrijke lessen voor de toekomst.

Macht van Big Tech inperken

 Een van de belangrijke oorzaken van ongewenst onlinegedrag is de macht van de socialmediaplatformen. In het bijzonder omdat hun algoritmes zijn afgesteld op het genereren van zoveel mogelijk aandacht. Zo komen jonge meisjes op TikTok al gauw uit bij challenges als ‘Kun je het kabeltje van je EarPods twee keer om je taille wikkelen en er dan nog een knoop in leggen?’. De stap naar ‘pro-anorexia’-content daarna is niet ver weg meer. Want als je eenmaal iets hebt aangeklikt in de categorie ‘lifestyle/dieet’, dan krijg je dat in toekomst steeds meer te zien. Met steeds extremere content zodat je aandacht niet verslapt.

De overheid moet daarom meer transparantie eisen van techbedrijven over de werking van hun algoritmes, stelt het onderzoek. Zo kan worden voorkomen dat schadelijke content een groot publiek bereikt, kunnen ethische richtlijnen worden opgelegd én weet de gebruiker waar hij of zij aan toe is.

Daarnaast moeten de verdienmodellen van de grote platformen op de schop. Bijvoorbeeld door de verkoop van persoonlijke data en microtargeting te beperken of te verbieden. Dat levert dubbele winst op, want niet alleen hoeft de gebruiker geen gegevens af te staan aan de platformen, ook wordt de ontwikkeling van nieuwe, advertentievrije verdienmodellen gestimuleerd. Door subsidies toe te kennen aan nieuwe spelers met meer ethische platformdesigns kan dit proces versneld worden.

Als dat laatste gebeurt, ontstaan er platformen die niet uitsluitend commercieel gedreven zijn, en dus niet vechten om de aandacht van de gebruiker. Die platformen werken vaak met abonnementen of lidmaatschappen. Dat heeft nog een voordeel: gebruikers gedragen zich doorgaans netter in een omgeving waar ze een (klein) bedrag voor betalen.

Meer blauw op internet

Verder blijkt uit het onderzoek van het Rathenau Instituut dat veel internetgebruikers zich onbeschermd voelen. Slachtoffers van online wangedrag ervaren niet alleen een gebrek aan aanwezigheid van de overheid, maar ook van hulpverleners. De online omgeving wordt als ‘wetteloos’ ervaren, concluderen de onderzoekers. Daarom moet de politie online meer aanwezig zijn. Bijvoorbeeld door wijkagenten actief mee te laten doen in online gemeenschappen. Dit laatste bleek bij jongeren in de gaming community al goed te werken.

Daarnaast moet de overheid volgens de onderzoekers een nationaal meldpunt oprichten voor slachtoffers van immoreel en schadelijk online gedrag. De onderzoekers merkten dat veel slachtoffers van dergelijk gedrag geen melding of aangifte doen. Dat houdt de wetteloosheid op het internet in stand. Subsidies kunnen samenwerking tussen platformen en maatschappelijke organisaties stimuleren. Zo wordt het voor hulpverlenende organisaties mogelijk om actief hulp aan te bieden op sociale media platformen. Een goed voorbeeld van zo’n samenwerking is die tussen traditionele media en zelfmoordhulpnummer 113: onder artikelen over suïcide wordt dit nummer vaak genoemd.

Like van de wijkagent

Tot slot adviseren de onderzoekers om de mogelijkheden voor een online ‘surfbewijs’ te verkennen. Anonimiteit is namelijk een van de belangrijkste redenen voor schadelijk en immoreel gedrag. Een gevoelig punt, want verplicht je eigen naam gebruiken vergroot de risico’s voor groepen die bescherming nodig hebben, zoals journalisten of klokkenluiders. En ook het recht op privacy komt in het geding.

Foto: Camilo Jimenez (Unsplash)

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.