Duizendpoot of specialist: hoe slaag je als jonge journalist?

Nieuws | Nieuws

De tijd dat journalistiekstudenten werden opgeleid tot radiomaker of dagbladverslaggever, is voorbij. Door nieuwe media en de nadruk op ondernemerschap is een nieuw ideaalbeeld ontstaan: dat van de duizendpoot die kan schrijven, monteren, online tools beheerst en social media doorgrondt.
Dit lijkt haaks te staan op een ander veelgehoord mantra, namelijk dat journalisten zich moeten specialiseren. ‘Steek boven het maaiveld uit!’ Enige verwarring is dus begrijpelijk. Moet je nou een alleskunner worden, of een specialist?

Grote mond

Iemand die duidelijk in de laatste categorie zit is freelancer Jorieke van Noorloos (22), die ‘eigenlijk alleen maar schrijft’. Dat begon al op de School voor Journalistiek, waar ze het monteren het liefst omzeilde. “Bij de televisielessen zorgde ik er altijd voor dat ik de interviews voorbereidde en de afspraken maakte, en dat een vriendin van me monteerde.”
Van Noorloos is inmiddels onder meer redacteur bij NU.nl en schreef eerder voor Het Parool en Scholieren.com. “Bij Scholieren.com heb ik een keer met mijn grote mond geroepen dat ik best twee video’s kon maken, toen dat werd gevraagd. Nou, dat bleek niet echt aan mij besteed. Ik heb het gered, maar ik weet dat anderen het beter kunnen, en dat ik gewoon veel beter ben in schrijven.”

“Studenten moeten ergens de beste van de wereld in kunnen worden”

Als je ergens in uitblinkt moet je dat koesteren, zegt hoogleraar Journalistiek Bart Brouwers van de Rijksuniversiteit Groningen. “Wij moedigen studenten aan om, bij wijze van spreken, ergens de beste van de wereld in te worden. Dat is voor iedereen weggelegd, het vergt alleen veel energie en inzet. Maar je kunt je nu eenmaal alleen onderscheiden als je ergens veel beter in bent dan het gros.”
Betekent dit dat jonge journalisten als Van Noorloos, die zich specialiseren in één vaardigheid, slim bezig zijn? “Als je je het kunt permitteren, en er is genoeg vraag naar, dan kun je die situatie inderdaad uitbuiten”, zegt Brouwers.

Brede basis

Maar dat is niet het hele verhaal, blijkt al gauw. “We hebben als opleidingen ook de plicht om jonge journalisten een brede basis te bieden; te laten kennismaken met alles wat er is.” Die brede basis wordt immers vaak verlangd door werk- en opdrachtgevers, en freelancers zeggen regelmatig dat het gunstig voor hun business is als ze van alles wat kunnen: een verhaal schrijven, twitteren, fotograferen, een filmpje maken. Want: het verbreedt je scala aan potentiële opdrachtgevers, en maakt je als freelancer meer aantrekkelijk voor redacties voor wie specialisten te duur worden. Een voorbeeld: tijdschriften en kranten sturen steeds minder vaak een fotograaf (kostbaar) mee met hun verslaggevers – dus dan is het fijn als een freelancer zelf een plaatje bij zijn of haar verhaal kan schieten.
Brouwers suggereert dan ook dat je je het als journalist niet kunt permitteren om 24/7 bezig te zijn met één vaardigheid. “Verhalen vertellen is de kern van het vak. Dat moet je met alle gangbare vormen van media kunnen doen, dus ook bijvoorbeeld: een filmpje monteren. Je moet een digitale longread kunnen schrijven waar je allerlei vertelvormen in kunt verwerken.”


Pepijn Nagtzaam (24) is afstuderend student journalistiek en freelance redacteur bij Omroep Brabant. “Met een kleine deelredactie diepen we elke week één of meer onderwerpen uit voor radio, televisie, internet én sociale media. Ik help met het voorbereiden van een item voor elk van die kanalen, op basis van dezelfde research.”
Verder doet hij af en toe webredactie en gaat hij er soms op uit als camjo of mojo. “Ik vind het leuk om met al die verschillende vormen bezig te zijn. Ik zou niet snel het advies geven om te specialiseren, tenzij je er heel goed in bent en er genoeg vraag naar is. Maar zelf moet ik er niet aan denken dat ik opeens alleen maar radiowerk zou kunnen doen.”

Chatbots als basisvaardigheid

Nagtzaam stelt dat het aantal vertelvormen op internet altijd groeiende is. “Er zijn steeds meer opties om online je verhaal mooi weg te zetten, het is goed om dat bij te houden.” Brouwers beaamt dat. “Het vak wordt steeds breder. Er zijn nu nog weinig opleidingen die virtual reality in het pakket hebben, maar straks zul je ook die techniek in basale vorm moeten beheersen. En er komt ook een moment dat we programmeren en scrapen als basiskennis van studenten gaan vragen, of het instellen van een chatbot.”

Ik voel gewoon meer motivatie om te schrijven

De toename van het aantal journalistieke basisvaardigheden lijkt op gespannen voet te staan met het vaakgehoorde advies om te specialiseren. Want kun je redelijkerwijs van een journalist verwachten dat die alles een beetje kan en één ding heel goed? “Tijd vrijmaken om te specialiseren wordt steeds lastiger”, vat Brouwers samen, “maar het is van groot belang dat die kans er op opleidingen wel blijft.”
Terug naar Van Noorloos, die niet de noodzaak voelt om haar huidige koers van volop schrijven te wijzigen. “Ik weet hoe het werkt in de schrijvende journalistiek, bijvoorbeeld hoe je een idee moet aandragen. Ook voel ik gewoon meer motivatie om te schrijven dan om bijvoorbeeld mijn tijd besteden aan leren radio maken.” Wellicht in de toekomst, zegt ze. Maar vooralsnog gaat het op deze manier “hartstikke goed”.
Foto door Roberto Ferrari 
 

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.