Hoe bereik je de verspreiders van fake news? ‘Het is zaak om empathisch te zijn’

Nieuws | Onderzoek

De kans dat een verspreider van fake news op een factchecksite kijkt, is niet zo groot, denkt Michaël Opgenhaffen, professor journalistiek en nieuwe media aan de KU Leuven. Mede daarom richtte hij het platform Factcheck.Vlaanderen op, dat niet alleen fake news ‘debunkt’, maar ook onderzoekt hoe je ‘het echte verhaal’ het beste bij mensen krijgt die nepnieuws rondsturen.

Hillary Clinton bestiert een netwerk van kinderverkrachters vanuit de kelder van een pizzeria. Mondmaskers veroorzaken ernstige ziektes en een Vlaamse peuter stierf aan een vaccinatie. Dit is maar een kleine greep uit recent verspreide nepberichten. De afgelopen jaren heeft fake news een vlucht genomen en daarmee ook het factchecken. Veel media hebben tegenwoordig een factcheckrubriek en ook op universiteiten wordt nepnieuws gefileerd. De universiteit Leiden heeft de Nieuwscheckers, waar studenten worden opgeleid om nepnieuws te ‘debunken’, en bij de zuiderburen is het platform Factcheck.Vlaanderen in het leven geroepen.

Wat rondgaat onder gewone mensen

Niet omdat media het niet goed doen, benadrukt Michaël Opgenhaffen, professor journalistiek en nieuwe media aan de KU Leuven en een van de initiatiefnemers van het platform. Hij ziet Factcheck.Vlaanderen vooral als een aanvulling op wat de nieuwsmedia al doen. ‘We richten ons minder op grote opvallende politieke uitspraken, want die worden wel gecheckt door de klassieke media, die hebben ook allemaal factcheckers.’ Maar die media kunnen onmogelijk alles doen. In dat gat springen de factcheckers van Opgenhaffen’s project. ‘Wij richten ons meer op wat er rondgaat op sociale media, onder gewone mensen. Dat zijn niet de grote nieuwsverhalen, maar wel berichten die duizenden mensen bereiken en bezighouden.’

Opgenhaffen is zich ervan bewust dat Factcheck.Vlaanderen nooit alle misinformatie de wereld uit zal helpen. ‘Je kunt nooit alles factchecken. Voor de twee à drie verhalen die we elke week kiezen, moeten we er twintig tot dertig laten liggen.’ Desondanks ziet hij het initiatief als meer dan een druppel op een gloeiende plaat. ‘Wat wij doen, zal het fake news niet opheffen, maar als je een paar mensen overtuigt is dat al winst.’

Factchecken innoveren

Daarom zet het project niet alleen in op het verifiëren van nepnieuws. Opgenhaffen: ‘Factcheck.Vlaanderen heeft drie poten: het factchecken zelf, het didactische project waarin we jonge studenten van de opleidingen journalistiek van de KU Leuven en de Erasmushogeschool opleiden om te factchecken, en als derde ook innovatie: we willen factchecken innoveren.’ Voor dat laatste werkt het initiatief samen met een commerciële partner. ‘We hebben een partner, textgain, een spin-off van de universiteit Antwerpen, die hebben met machine learning een algoritme ontwikkeld waarmee we op sociale media onder de radar naar fake news kunnen speuren. Dat algoritme ontdekt potentieel fake news dat wij dan kunnen gaan checken.’

Je wilt de checks bij de mensen krijgen die de desinformatie verspreiden. Anders blijft het preken voor eigen parochie

De innovatieve kant is breder dan dat. De factcheckers willen niet alleen nieuwe manieren vinden om nepnieuws te identificeren, maar ze doen ook onderzoek naar manieren om de factchecks te verspreiden. ‘Er is maar een beperkte groep mensen die op de factchecksites kijkt’, weet Opgenhaffen. ‘Dat zijn meestal mensen die al geloven in de feiten en de “mainstream media”. Maar je wilt de checks natuurlijk juist bij de mensen krijgen die de desinformatie zien en verspreiden. Anders blijft het preken voor eigen parochie.’

Empathie

Maar mensen benaderen die in nepnieuws geloven is lastig. Het komt al snel belerend over en dan werkt het juist averechts. Opgenhaffen: ‘Studies wijzen uit dat elke factcheck in potentie als belediging kan worden gezien, dan ontstaat er zelfs schaamte. Zo werkt het in het echte leven, dus online gaat dat net zo. Daarom is het zaak om empathisch te zijn.’

De onderzoeksgroep heeft daarom een experiment gedaan met ‘tooties’, cartoonfiguren die mensen op een onschuldige, empathische manier aanspreken en wijzen op onjuistheden in de berichten, bijvoorbeeld op Facebook. Opgenhaffen is enthousiast: ‘We willen weten of dat minder polariserend werkt en de eerste resultaten zijn positief. Er kwamen namelijk weinig reacties, dus ook geen negatieve – anders dan bij onze gewone posts op Facebook. Dat is dus een goed teken. We hebben het vermoeden dat mensen zich niet willen verlagen tot een discussie met een cartoonfiguur.’

Samen tegen corona-nepnieuws

De huidige pandemie heeft het factcheck-initiatief in een stroomversnelling gebracht. ‘De komende weken is onze focus corona’, zegt Opgenhaffen. ‘Het virus is het perfecte recept voor fake news: het raakt aan alle aspecten van de samenleving, antwoorden komen niet direct en veranderen ook nog voortdurend. Dat is hoe wetenschap werkt, maar het voedt wel geruchten en versterkt de onzekerheid.’

Hij ziet de nepberichten rondom de pandemie dan ook nog steeds toenemen, ook internationaal. ‘We nemen ook factchecks over uit het buitenland’, vertelt hij. ‘We zijn aangesloten bij de CoronaVirusFacts Alliance van het IFCN, want veel coronaverhalen, bijvoorbeeld over vaccins of mondmaskers, zijn internationaal, die vertalen we dan.’

Factcheck.Vlaanderen werkt hiervoor ook samen met de gezondheidsinformatiesites Gezondheid en Wetenschap en EOSWetenschap, die ook regelmatig nepverhalen over corona ontmaskeren. En ook met de VRT en het persagentschap Belga zijn er goede contacten. Opgenhaffen ziet dat soort samenwerkingen het liefst nog verder groeien. ‘De methodes die we ontwikkelen, zoals dat algoritme, zijn ook nadrukkelijk bedoeld voor andere media om te gebruiken. Hoe meer factchecks, hoe beter.’

 

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.