Waarom veel Nederlandse correspondenten ook voor Engelstalige media schrijven

Nieuws |

‘Zet zo breed mogelijk in en werk multimediaal,’ adviseerden verschillende doorgewinterde correspondenten mij toen ik drie jaar geleden besloot om me als freelance correspondent in Madrid te vestigen. Op het moment van vertrek had ik vooral Nederlandstalige kranten en tijdschriften als opdrachtgevers, maar al snel leerde ik radio maken en leverde ik foto’s bij mijn eigen stukken. Daardoor verdiende ik weliswaar iets meer, maar ik had nog vaak genoeg moeite om mijn verhalen aan de man te brengen. Uiteraard was dat soms omdat mijn pitch niet goed genoeg was, of omdat het geld bij het desbetreffende blad op was. Maar ik kreeg wel héél vaak van chefs te horen dat het onderwerp dat ik had voorgedragen een link met Nederland miste of te ver van de Nederlandse lezer afstond.

Is mijn Engels wel goed genoeg?

Gefrustreerd over het feit dat ik veel belangrijke verhalen niet kon maken, overwoog ik mijn voorstellen bij Engelstalige media te gaan pitchen. Van een andere freelancer kreeg ik het e-mailadres van de chef bij Al Jazeera English. Toch deed ik maandenlang niets met die contactgegevens. Mijn Engels was vast niet goed genoeg, dacht ik bij mezelf. Bovendien, waarom zouden ze een stuk van mij afnemen terwijl ze ook in zee konden gaan met tientallen andere journalisten wier moedertaal Engels is? Maar toen ik op een wel heel bijzonder verhaal stuitte, over een communistisch dorp in Spanje, besloot ik het erop te wagen. Mijn pitch liet ik nakijken door mijn zusje, die al meer dan acht jaar in het Verenigd Koninkrijk woont en perfect Engels spreekt en schrijft. Tot mijn grote verbazing kreeg ik een paar uur na het versturen van de mail al antwoord.  De chef van Al Jazeera English vond het een interessant voorstel en wilde het verhaal graag hebben.

Grotere afzetmarkt

Dat was twee jaar geleden en sindsdien werk ik geregeld voor Engelstalige opdrachtgevers. Verhalen die ik aan Nederlandse media niet kwijtraak, kan ik aan hen vaak wél verkopen. Ook heb ik sommige stukken zowel in het Nederlands als in het Engels verkocht. Exacte cijfers zijn er niet, maar ik weet dat veel van mijn Nederlandse collega-correspondenten dit ook doen. Een daarvan is Jurriaan van Eerten. Na drie jaar vanuit verschillende plekken in Latijns-Amerika verslag te hebben gedaan, werken hij en zijn vriendin, fotojournalist Eline van Nes, nu in de stad Tucson in Arizona. Inmiddels kunnen ze met hun werk voor Nederlandse media rondkomen, maar dat is ook wel eens anders geweest.  ‘Destijds was ik beginnend journalist en kwam ik maar moeilijk bij Nederlandse media binnen,’ vertelt Van Eerten. ‘Bovendien hadden die vaak al een vaste correspondent. Door in het Engels te gaan schrijven werd mijn afzetmarkt ineens een stuk groter. ’

Spelfouten

Van Eertens eerste Engelstalige stuk schreef hij voor de Costa Ricaanse krant The Tico Times. ‘Mijn Engelse woordenschat was toen nog heel gebrekkig’, vertelt hij. ‘Dat stuk las dus ook een beetje knullig. ’ Gelukkig kon Van Eertens vriendin zijn stuk nakijken, die veel in het buitenland had gewoond en daar altijd Engelstalig onderwijs volgde. Hoewel zijn Engels in drie jaar tijd behoorlijk is verbeterd, kijkt zijn vriendin nog altijd zijn Engelstalige stukken na. ‘Spelfouten in je pitch of stuk zijn funest voor je contact ’, zegt Van Eerten.

Charmant accent

De Australische Helen Seeney werkt bij Deutsche Welle English en is chef van het radioprogramma Inside Europe. Ze schat dat van zo ’n vijftien procent van de freelance correspondenten met wie ze werkt Engels niet de moedertaal is. Maar dat heeft ze nooit als een probleem ervaren. ‘De meesten spreken en schrijven uitstekend Engels. Soms herschrijf ik hun radio-scripts een beetje, zodat de zinnen wat natuurlijker overkomen. Maar dat vind ik een kleine moeite.’ Ook kleine spelfoutjes vindt ze geen probleem. Wél belangrijk is volgens haar dat correspondenten geen al te zwaar buitenlands accent hebben. ‘Dan kun je ze vaak niet goed volgen en dat gaat ten koste van de inhoud.’ Een licht accent daarentegen, vindt ze juist wel weer charmant.  ‘Er is bijvoorbeeld een Poolse freelancer die vanuit Polen radioreportages voor ons maakt. Juist doordat je hoort dat hij uit Polen komt, klinken zijn reportages heel authentiek.’ 

Strenge mail

Zelf neem ik net als Jurriaan het zekere voor het onzekere. Ik laat nog steeds al mijn Engelstalige verhalen door mijn zusje nakijken. Als zij niet kan, schakel ik een professionele corrector in die ik betaal. Ik verdien liever iets minder, dan dat ik het risico loop een belangrijke opdrachtgever kwijt te raken. Dat ik hier goed aan doe werd onlangs bevestigd toen ik een strenge mail kreeg van een chef van een Engelstalig medium. Ze had twee spelfoutjes in mijn tekst ontdekt en verzocht mij vriendelijk doch nadrukkelijk voortaan wat zorgvuldiger te zijn.
Foto door Rawpixel via Unsplash

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.