Het CMS wordt steeds slimmer, maar kan nog niet alles wat de journalist wil

Nieuws | Op de werkvloer

Dit artikel is het tweede deel van een serie van drie artikelen. In het eerste deel schreef ik al over de ervaringen van journalisten met het CMS waarmee ze werken, onder meer op basis van een enquête. 

Koppen A/B-testen

Wat opviel is dat de ondervraagde journalisten aangeven direct vanuit het CMS te willen kunnen publiceren op social media of met meerdere mensen tegelijkertijd in een artikel willen werken. Dat laatste is iedereen gewend uit diensten als Google Docs, maar is nog in bijna geen enkel CMS mogelijk. Ook willen journalisten graag een functie die je adviseert over hoe je je artikel kunt optimaliseren voor zoekmachines (SEO) blijkt gewenst, net als een mogelijkheid om twee verschillende koppen te testen (A/B-test).

Een CMS dat helpt met A/B-testen? Wij sturen bij LINDA.nl niet heel hard op kliks, meer op engagement

De CMS’en waar de ondervraagde journalisten in werken, voldoen zelden aan die wensen.  Van de ruim 20 genoemde content management systemen biedt zelfs geen enkel systeem de mogelijkheid om een A/B-test te doen. Bij zo’n test voer je bij een artikel twee koppen in en krijgt, gedurende korte tijd,  de helft van de bezoekers de ene kop te zien en de andere helft de andere kop. De titel die het beste presteert (het vaakst wordt aangeklikt) wordt de definitieve kop.

Irene de Bel, hoofdredacteur van LINDA.nl, vertelt dat ze een A/B-testfunctie niet erg mist. ‘We sturen sowieso niet heel hard op kliks, meer op engagement. Daarnaast vind ik dat onze eigen tone of voice doorslaggevend moet zijn voor een kop.’ Bij LINDA.nl gebruiken ze WordPress en hebben ze dankzij een plugin wel de mogelijkheid om op social media of in Google een andere kop te tonen dan op de site. ‘Die keuzes maken we vooral op basis van ervaring,’ zegt De Bel daarover.

Automatische suggesties

Uit zowel de enquête als de interviews die daaruit voortkwamen blijkt duidelijk dat de meeste journalisten het prettig zouden vinden als een CMS automatische suggesties zou doen, ingegeven door kunstmatige intelligentie. Het is in technisch opzicht relatief simpel om automatisch suggesties voor tags te doen op basis van de inhoud van een artikel. Zo zou een CMS ook automatische fotosuggesties kunnen doen, wanneer het gekoppeld is aan een fotodienst. Foto-aanbieder Getty Images lanceerde twee jaar geleden Panels, dat terwijl je je artikel schrijft volledig automatisch foto’s voorstelt die bij je artikel zouden kunnen passen. Als redacteur hoef je alleen nog maar op een van die foto’s te klikken. Irene de Bel zou graag zo’n soort systeem van het ANP willen hebben. 

Sven Schaap, die op de nieuwsredactie van de NOS werkt, zou het vooral prettig vinden als hij volautomatisch suggesties krijgt voor gerelateerde artikelen en video’s. ‘Zo maakt NOS op 3 heel tijdloze uitlegvideo’s die je later nog bij een artikel zou kunnen plaatsen. Als iNOS (het zelfgebouwde CMS van de NOS red.) daar suggesties voor zou doen, zou dat heel fijn zijn. Nu gaan er hele mailinglijsten rond met dat soort video’s, om mensen eraan te herinneren dat ze die erbij zetten,’ legt hij uit.

Ondanks dat de naam ‘content management systeem’ doet vermoeden dat je er je complete historie aan content mee kunt beheren, blijkt dat in de praktijk tegen te vallen. Het is over het algemeen lastig om relevante oude content terug te vinden, zeggen journalisten. Irene de Bel vertelt dat het lastig is om te bepalen welk deel van het archief waardevol is en welk deel niet. ‘We herpubliceren wel eens evergreens die niet aan de actualiteit gebonden zijn, maar die kan ik alleen terugvinden door buiten het CMS te kijken welke oude artikelen nog veel verkeer trekken. Het is onmogelijk om op basis van de inhoud en kwaliteit dit soort artikelen weer naar boven te halen.’

Bezoekerscijfers in het CMS

In de Amerikaanse uitgeefwereld lijkt recentelijk een kleine trend te zijn ontstaan waarbij uitgevers zelf een CMS bouwen en dit op de markt brengen. The Washington Post doet dat met Arc en Vox Media met Chorus. Beide CMS’en worden geprezen door journalisten die ermee werken. Niet alleen vanwege de focus op de gebruikersinterfaces, maar ook omdat data over het gedrag van de lezer weer terugvloeit in het CMS. De systemen helpen zo om de juiste kop boven een artikel te zetten, maar doen ook suggesties hoe je een verhaal het beste kunt verspreiden op social media. 

Als we een CMS steeds moeilijkere vragen gaan stellen, wordt het systeem ook weer complexer

De reacties van Nederlandse journalisten hierop zijn wisselend. Freelancer Inge Janse staat niet te springen en vindt dat we moeten oppassen dat we niet te veel vragen van een CMS. ‘CMS’en worden aan de ene kant beter, maar daarom willen we er juist ook weer meer mee kunnen en gaan we er moeilijkere vragen aan stellen. Dat zorgt er vervolgens weer voor dat een systeem complexer wordt. Alles wat makkelijker is geworden, maken we daarna weer moeilijker.’

Hij waarschuwt ook dat je niet zomaar bezoekerscijfers moet gaan tonen in een content management systeem. ‘Mensen die hier normaal gesproken niet in geïnteresseerd zijn, kunnen de statistieken verkeerd interpreteren. Data begrijpen is ook een vak.’

Er bestaat dan ook niet één gemeenschappelijke wensenlijstje voor wat een CMS wel of niet zou moeten kunnen. Er liggen echter nog wel genoeg kansen om journalisten meer tools – en vooral ook suggesties – te bieden in een CMS waarmee ze hun werk makkelijker en beter kunnen doen.

Lees ook:

Wat vinden journalisten van het CMS waarin ze werken? Deel 1 van deze serie

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.