Succesvol regionaal of lokaal samenwerken in de journalistiek: wat je ook doet, maak goede afspraken

Nieuws | Lokale Journalistiek

Wat gebeurt er als lokale en regionale media gaan samenwerken? In een drieluik vertellen hoofdrolspelers van geslaagde en minder geslaagde samenwerkingen over hun ervaringen. Het tweede deel staat in het teken van obstakels. Op welke ‘bumps in the road’ stuitten Jan Koster (Omrop Fryslân), Brian van der Bol (Omroep West), Bram Logger (onderzoekscollectief SPIT) en Arnoud Bodde (Dagblad van het Noorden) en wat leerden ze daarvan? 

Goede afspraken maken met de partij waar je mee wilt samenwerken. Het klinkt vanzelfsprekend, en toch gebeurt het niet altijd. Dat houdt een risico in, vertellen de ervaringsdeskundigen. Want zonder afspraken kan zelfs de kleinste kink in de kabel voor problemen zorgen.

Hommeles in Friesland

Neem het samenwerkingsverband in Friesland. Jan Koster – oud-directeur van Omrop Fryslân en de aanjager van Nys.nl, een gezamenlijk nieuwsplatform van Omrop Fryslân, de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad – blikt terug: ‘Zelfs na de lancering bleven de andere hoofdredacteuren wat angstig. Ze waren bang dat hun kleur en de pluriformiteit in de regio in gevaar zouden komen en vreesden voor het bestaansrecht van hun kranten. Ook al is dat nooit de opzet geweest.’

Daarna traden er juridische problemen op. ‘Het was heel moeilijk om de geldstromen van de commerciële partijen en de omroep gescheiden te houden’, vertelt Koster. Dat is noodzakelijk, want een bepaling in de Mediawet verbiedt dat advertentie- of andere commerciële inkomsten uit een publiek-private samenwerking bij een private nieuwsorganisatie belanden. Een publieke omroep mag namelijk niet bijdragen aan de winst van een private partij. Uiteindelijk leidde dat tot een definitieve breuk en het einde van Nys.nl. Maar volgens Koster was dat niet de voornaamste reden: ‘Als niet alle partijen willen samenwerken is het makkelijk om een juridische reden te vinden waarom dat niet kan. De echte wil is er nooit geweest.’

Als hij het nogmaals zou mogen doen, zou hij duidelijke afspraken willen maken: ‘We deden het nu sympathiek en gaven werkenderwijs invulling aan de samenwerking. Ik dacht, we willen het en dan komt het wel goed. Een volgende keer zou ik harde garanties willen hebben: hoeveel mankracht levert iedereen, wat doet iedere partij, en je daar dan voor 2 jaar aan committeren.’

(On)duidelijke afspraken

Ook Brian van der Bol van Omroep West is van mening dat een goede voorbereiding het halve werk is. Dat blijkt uit de manier waarop zijn omroep met de lokale omroepen van Zuid-Holland samenwerkt in het Regionaal Nieuws Netwerk (RNN, zie het vorige deel van dit drieluik: ‘Je moet heel duidelijke afspraken maken, bijvoorbeeld over hoe journalisten worden ingezet. Soms kijken lokale media raar op als onze journalisten die daar geplaatst zijn meerdere dagen aan één verhaal werken. Het is voor de lokale redactie verleidelijk om aan de gezamenlijke correspondent te vragen om bij te springen bij het dagelijks nieuws, maar dat is eigenlijk niet de bedoeling.’

Balans in de samenwerking is voor Van der Bol het belangrijkst. ‘Alle partijen moeten continu het gevoel hebben dat er voor hen ook iets inzit. Voor lokale omroepen is samenwerken met regionale journalisten eigenlijk altijd mooi, dan wordt een artikel in plaats van tientallen keren opeens duizenden keren gelezen.’

Drive

De samenwerking van onderzoekscollectief SPIT met de lokale omroepen uit de buurt van Rotterdam (OPEN, WOS en Schie) verliep voorspoedig. Samen maakten ze een reeks verhalen en een televisieserie over de totstandkoming van de RET-lijn tussen Rotterdam en Hoek van Holland. ‘Terwijl we van tevoren bijna niets hadden afgesproken, behalve dat wij het echte onderzoekswerk zouden gaan doen’, vertelt Bram Logger van SPIT. ‘Mooi dat het goed is gegaan, maar wel een risico, want stel dat er niets uit was gekomen.’ Omdat er een natuurlijke taakverdeling was ondervonden zij geen problemen. ‘Wij van SPIT deden de research en deelden maandelijks de bevindingen, zij wisten dan weer op lokaal niveau goed welke politicus of expert nodig was om iets na te vragen. Daarna zijn wij met hun cameramensen sommige interviews nog een keer gaan doen. Zij zijn geen onderzoeksjournalisten, dus dat maakt de rolverdeling makkelijk.’

Een andere belangrijke reden voor het succes was volgens Logger dat alle partijen de intentie hadden om er iets van te maken. ‘Er zat een enorme drive achter. We hadden het gevoel dat we journalistiek maakten die er echt toe deed. Dat was nodig, want het was voor de omroepen best een grote investering.’ Het werkt volgens Logger dan ook beter als regionale media zelf onderwerpen aandragen: ‘Als je zegt: “Wij hebben iets gevonden in de regio”, krijg je toch een meer afwachtende houding van de regionale media. Dan hebben ze al eens zoiets gedaan of voelen ze zich gepiepeld: “Jullie komen ons even uitleggen wat wij hadden moeten doen”.’

Toch komen er meer afspraken bij het volgende samenwerkingsproject (dat eraan komt): ‘Dan willen we duidelijker maken wie er met de volle aandacht kunnen deelnemen aan het project, welke capaciteit er is en wat we kunnen met het geld.’ Dat neemt niet weg dat Logger positief terugkijkt op het project. ‘Zonder samenwerking was het onderzoek überhaupt niet tot stand gekomen.’

Knallende ruzie

Ook bij de samenwerking tussen RTV Noord en Dagblad van het Noorden rond Project-X Haren bleek een gebrek aan afspraken een belangrijke fout: ‘Toen we klaar waren met de reconstructie bleven we samenwerken, maar zonder heldere afspraken,’ vertelt Arnoud Bodde (nu journalist bij Dagblad van het Noorden, destijds bij RTV Noord). ‘Toen het Dagblad delen van het rapport van de commissie Cohen over de rellen in Haren in handen kreeg, deelden ze die primeur met ons. We spraken af dat we het nieuws de volgende ochtend in de krant, op de radio en online zouden brengen. Maar terug op de redactie van RTV Noord hoorden we dat de NOS om 18:00 “nieuws over het Cohen-rapport” had. Onze hoofdredactie wilde onze publicatie – die nog lang niet klaar was – naar voren halen, gelijk met de NOS. We hadden nog twintig minuten.’

Bij het Dagblad werkte Bas van Sluis, een goede vriend van Bodde, met wie hij de samenwerking had opgezet. Dit scenario -overhaast moeten publiceren- hadden ze niet besproken. ‘We zaten niet fysiek bij elkaar, dus er werd veel gebeld en nog meer geschreeuwd. Uiteindelijk hakte onze hoofdredacteur de knoop door: we brengen het nieuws. Goos de Boer [Bodde’s collega bij RTV Noord, red.] en ik zaten ertussenin en waren, zeker achteraf, liever loyaal geweest.’ Alles ging in een stroomversnelling: ‘In die 20 minuten werden alle zwaktes van onze samenwerking blootgelegd. De trailer van de tv-uitzending liep al, terwijl ik nog zat te tikken en Goos nog bij de visagiste zat. Op de redactie van het Dagblad hebben ze naar de tv’s staan vloeken.’

Je niet gek laten maken

Bodde en Van Sluis hebben ervan geleerd, zegt Bodde. ‘Achteraf bleek het geen knaller van een primeur van de NOS. Opgeklopt oud nieuws. Het ANP nam ons nieuwsverhaal over, dus dát was goed ingeschat, maar voor de samenwerking was het kwaad grotendeels geschied. Meerdere mensen hebben een tijdje niet met elkaar gepraat. Bas en ik moesten diezelfde avond naar een gezamenlijke afspraak, om nog wat andere documenten over Project X in te zien. We zaten zwijgend in de auto. Onze vriendschap was het flinterdunne draadje waar de hele samenwerking nog aan bungelde. We zijn blijven samenwerken. Met betere afspraken voor zulke scenario’s. Voortaan stond voorop: van je eigen kracht uitgaan en je niet gek laten maken door anderen.’

Ondanks de beëindiging van hun publiek-private projecten zien de hoofdrolspelers mogelijkheden voor toekomstige samenwerkingen. Maar hoe zit het nu precies met de Mediawet? Zijn publiek-private samenwerkingen wel of niet toegestaan? Daarnaast delen de geïnterviewden hun visie over de toekomst van regionale samenwerkingen en de spanning tussen commerciële media en de omroepen: ‘Als een verhaal heel goed gaat, zou je ook eens kunnen denken, we halen het slotje ervan af.’ Lees het binnenkort in het derde deel van dit drieluik, over de mogelijkheden van regionale samenwerkingen voor de toekomst.

Illustratie: Hanneke Rozenmuller

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.