Waarom onderzoeksplatform Apache anno 2020 een tijdschrift opricht

Nieuws | Onderzoeksjournalistiek

Het is een soort liefdesbaby, vertelt hoofdredacteur Karl van den Broeck: ‘De redactie had gewoon heel veel zin om een magazine te maken. De journalisten die bij Apache werken komen voornamelijk van kranten, het zijn krantenmensen, met liefde voor papier.’

Om misverstanden te voorkomen: de website blijft wel bestaan. Sterker nog, die is net helemaal vernieuwd, legt Van den Broeck uit: ‘De site was toe aan een upgrade. De vorm is verbeterd en we hebben ook de samenwerking met andere media -we mogen elkaars verhalen gratis doorplaatsen- uitgebreid, waardoor er meer verhalen op de site staan. Die blijft wel ons kloppend hart.’ Maar daarnaast is Apache dus aan een nieuw avontuur begonnen: een papieren magazine met de beste onderzoeksverhalen van de site, aangevuld met essays, interviews en andere producties. Het eerste nummer ligt op dit moment bij de drukker en half december in een oplage van 3500 in de winkel.

‘Lezers, met name de oudere, vroegen regelmatig om papier.’ Die vorm past ook goed bij de journalistiek van Apache, denkt Van den Broek. ‘Een website is snel, vluchtig, terwijl onze journalistiek tijd nodig heeft. Onze dossiers zijn vaak complex. Lezers hebben niet altijd tijd om elke dag alle nieuwe verhalen en ontwikkelingen te volgen.’ Daarom heeft het magazine ook een bewaarfunctie, legt hij uit.

Avontuur zonder risico

Er was ook een heel praktische reden om een magazine te beginnen: geld. Van den Broeck: ‘2019 was voor ons financieel een moeilijk jaar. We waren genoodzaakt drastische ingrepen te doen om de site in de lucht te kunnen houden.’ Het eerste nummer ligt bij wijze van reclame in de winkel, de volgende nummers zullen alleen beschikbaar zijn voor lezers die ook een abonnement hebben op de website. Voor vijftig euro extra krijgen deze lezers vier keer per jaar de papieren Apache in de bus.

Kan het papieren experiment niet juist een financiële strop worden? Van den Broeck verwacht het niet: ‘Toen we met het idee voor het magazine kwamen zei de Raad van Bestuur dat het alleen mocht als het solide gefinancierd was, los van de site. We hebben daarom een prefinanciering gedaan onder onze abonnees en aandeelhouders – Apache is een coöperatie met een stuk of 2000 eigenaren. Daarmee hebben we voldoende kapitaal opgehaald om het blad één jaar te kunnen uitbrengen, dus het is een avontuur zonder financieel risico.’

Hybride heeft toekomst

Dit jaar gaat het Apache voor de wind. Net als andere journalistieke media merkt de redactie dat de coronacrisis een behoefte aan nieuws en achtergronden heeft losgemaakt bij lezers. ‘We zijn met dertig procent gegroeid en hebben nu zo’n 5500 abonnees. De tijd dat je moest bewijzen dat journalistiek op internet levensvatbaar is, is voorbij. Ook de grote kranten hebben nu betaalmuren. We hebben tien jaar moeten knokken, maar dit jaar sluiten we hopelijk voor het eerst af met winst.’

Een wervingscampagne voor het magazine onder niet-leden doet het goed, zegt de hoofdredacteur. ‘Ik hoop dat we daarmee ook het tweede jaar van het blad veilig kunnen stellen.’ Want hij is ervan overtuigd: ‘hybride producten’ hebben een toekomst. ‘Papier zal nooit helemaal verdwijnen, maar het krijgt een andere functie. Het krijgt veel meer een luxe cachet. Vergelijkbaar met de prachtige bijlages die de kranten in het weekend uitbrengen.’

Nieuwe scherpte

Apache stripverhaal
Begin van een ‘stripverhaal’ door Judith Vanistendael in Apache magazine

Het magazine biedt Apache de mogelijkheid journalistieke vormen aan te bieden die het op de site niet goed doen. Er zullen bijvoorbeeld essays en interviews in staan, en graphic journalism. Van den Broeck: ‘In andere landen is stripjournalistiek, zoals ik het noem, veel groter. Denk bij voorbeeld aan Joe Sacco’s bekroonde verhalen over Palestina. Wij hebben in België ook dat soort journalisten en willen die scene graag stimuleren, daarom komt er in elk papieren Apache ook een journalistieke strip.’ Voor het eerste nummer heeft Apache tekenaar Judith Vanistendael gevraagd om tijdens de lockdown haar straat in Molenbeek te observeren. Van den Broeck is er trots op: ‘Ze heeft er een verhaal van tien pagina’s van gemaakt. Dat is een van de, om maar een mooi Vlaams woord te gebruiken, strafste verhalen die erin staan.’

Niet alle onderzoeksjournalistiek van de site komt ook in het blad terecht. Het criterium voor die stukken is dat ze niet alleen sterk moeten zijn, maar ook veel maatschappelijke impact hebben gehad en dus ook een aantal maanden later nog relevant zijn. Die manier van selecteren zorgt voor een andere dynamiek op de redactie, vertelt van den Broeck: ‘Redacteuren willen in het blad staan. Dat creëert een nieuwe scherpte. Eerst hadden we geen deadlines, online kun je publiceren wanneer je wilt. Dat verandert met een blad. Je krijgt een ander ritme.’ Wie ook in het blad wil staan, moet op tijd het onderzoek af hebben. ‘Onderzoeksjournalistiek betekent dat je naar honderd verhalen kijkt en weet dat maar drie een klein bommetje zullen zijn. Toch moet je in al die honderd verhalen tijd steken om erachter te komen waar echt iets in zit. Het blad dwingt ons nu om soms die keuzes sneller te maken.’

Lees ook:

Online samenwerken, maar dan veilig: een digitale werkomgeving voor onderzoeksjournalisten

Apache, de Vlaamse ‘De Correspondent’, wil niet meer belerend en negatief zijn

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.