Zo stoomt talentprogramma Impact de volgende generatie onderzoeksjournalisten klaar

Nieuws | Onderzoeksjournalistiek

Iedereen maakt wel eens iets mee, zegt Jerry Vermanen, datajournalist bij Pointer (KRO-NCRV). ‘Een verkeersongeval bijvoorbeeld. Je ziet het gebeuren en vervolgens kun je er van alles over vertellen. Dat doen veel media ook. Maar om dan iets in het algemeen over verkeersongevallen te zeggen slaat natuurlijk nergens op. Met data kan dat wel.’

Talentprogramma

Daarom leert hij de deelnemers van talentprogramma IMPACT hoe ze ‘slim kunnen nadenken’ over data. ‘Hoe je gebeurtenissen met behulp van data in structuren kunt vatten.’ Na vier maanden vol workshops en masterclasses ronden de deelnemers van het talentprogramma hun programma af met het maken van een datajournalistiek verhaal over de coronacrisis. Vermanen begeleidt hen daarbij.

Soms krijg je je verhaal rond door iemand te interviewen, het kan ook door de juiste knoppen in Excel in te drukken

Het talentprogramma is een initiatief van Media Perspectives, een organisatie die innovatie in de mediasector wil stimuleren. Binnen IMPACT krijgt jong talent de kans om zich te ontwikkelen. Ze krijgen masterclasses en workshops op uiteenlopende gebieden; van podcasts en online video tot immersive media en datajournalistiek.  Iedere deelnemer heeft tussen de een en vijf jaar ervaring in de journalistiek. Sommigen werken al voor een groot mediabedrijf of als freelancer, anderen zijn nog aan het afstuderen en hebben daarnaast al wat journalistieke ervaring opgebouwd.

Oefenen tot je erbij neervalt

Gedurende anderhalve dag kregen de deelnemers een stoomcursus datajournalistiek. De eerste halve dag beschrijft Vermanen als een introductie datajournalistiek: ‘Aan de hand van voorbeelden van datajournalistieke producties bespraken we hoe je data kunt gebruiken om je verslaglegging beter te maken, of als aanvulling erop. Zo leer je dat er veel manieren zijn om je verhaal rond te krijgen. Soms doe je dat door de juiste persoon te interviewen, het kan ook door de juiste knoppen in Excel in te drukken.’

De tweede dag besteedden de deelnemers aan ‘oefenen tot je erbij neervalt’. ‘Dat begint op een supereenvoudig niveau. Hoe typ je iets in? Hoe herken je of je ergens mee kan rekenen? Dat bouwen we op tot aan het werken met draaitabellen, als je dat kan beheers je ongeveer 80 procent van wat je nodig hebt in Excel. Het is een soort gedachtekronkel, als je die eenmaal in je hoofd hebt zit je goed. Dan leer je in de structuren denken die je in de datajournalistiek nodig hebt.’ Dat lukt natuurlijk niet in anderhalve dag, maar ja, ‘een goede interviewer word je ook niet na één interview.’

De opdracht

De deelnemers leverden afgelopen zondag een plan van aanpak in dat moest voldoen aan twee belangrijke voorwaarden: het onderzoek is gericht op data en gaat over het coronavirus. De datasets waaruit ze konden kiezen kregen ze als ‘voorzetje’ van Vermanen. ‘Het moeilijkste aan een datajournalistiek verhaal is je eigen data vinden, zeker als je beperkte tijd hebt,’ vertelt deelnemer Ties Gijzel. Als partnership developer bij Argos heeft hij al de nodige journalistieke ervaring. Toch heeft hij veel opgestoken tijdens het talentenprogramma: ‘Je leert wat je voor, tijdens en na het maken van het verhaal kan doen om de impact van je verhaal te vergroten.’

Het moeilijkste aan een datajournalistiek verhaal is je eigen data vinden, zeker als je beperkte tijd hebt

Van woensdagochtend tot vrijdagmiddag kregen de deelnemers de tijd om het onderzoek uit te voeren én het verhaal te schrijven. Aan het eind van iedere dag volgde er een feedbacksessie. ‘Zo kunnen de teams van elkaar leren en elkaar verder helpen. Soms loopt een groep tegen een probleem aan wat een andere groep net heeft opgelost,’ legt Vermanen uit. Het groepje van Gijzel maakte gebruik van de openbare Google Mobility Reports dataset, de deelnemers onderzochten in hoeverre de versoepeling van de coronamaatregelen leidde tot meer drukte in recreatiegebieden. ‘Wat ik het tofste aan het programma vind, is dat het tijd en ruimte geeft om samen met jonge journalisten en experts maandenlang te experimenteren met nieuwe vormen en technieken. Dat is niet altijd even vanzelfsprekend in de journalistiek, maar wel enorm belangrijk.’

Meten is weten

Met behulp van webanalyticstool Google Data Studio meten de deelnemers de impact van de verhalen, vertelt Gijzel: Als je een verhaal hebt gepubliceerd ben je op de helft van het werk, dan start het meten pas. Hoe lezers met je verhaal omgaan is minstens zo belangrijk als het schrijven ervan; daar kun je lessen uit trekken voor je volgende stuk.’ Martijn de Bie, project manager bij smartocto, helpt de teams daarbij: ‘Speciaal voor dit programma hebben we een dashboard ontwikkeld waarmee de deelnemers precies kunnen bijhouden hoe lezers met de verhalen omgaan. Je moet het zien als het dashboard van een auto, allerlei metertjes geven aan hoeveel mensen er op dat moment je verhaal lezen, of ze het hele verhaal uitlezen, of ze het vervolgens delen of niet en ga zo maar door. Bij veel beweging rondom je verhaal kun je er dan voor kiezen om een follow-up artikel te maken. Maar je ziet ook wanneer de impact klaar is en je kunt stoppen met promoten.’

Zo ver gaan de deelnemers van het IMPACT-programma niet, maar ze houden de metingen scherp in de gaten. En over een tijdje blikken de deelnemers nog één keer gezamenlijk terug op de resultaten. Dan wordt de balans opgemaakt en kan het nagenieten beginnen.

Verder lezen?

Dit zijn de verhalen die in het dataproject van het IMPACT-programma zijn gemaakt:

Foto: een van de eerste bijeenkomsten van het IMPACT-programma (vóór de lockdown)

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.