Angst voor freelancen onder studenten journalistiek: ‘Ik had graag geleerd hoe je een factuur maakt’
Nieuws | Op de werkvloerSteeds meer journalisten werken freelance. Het vooruitzicht van zo’n bestaan als zelfstandige baart veel studenten die een opleiding journalistiek doen zorgen. Want hoe pak je het freelancen aan? Hoe bereid je je daarop voor? En welke rol kan de opleiding spelen om de angsten en zorgen wat weg te nemen? ‘Een simpele workshop freelancen zou al het verschil kunnen maken.’
Christiaan Bruil weet nog wat hij te horen kreeg toen hij in 2017 startte met zijn opleiding journalistiek bij de Fontys Hogeschool in Tilburg. ‘Er werd duidelijk tegen ons gezegd: de kans dat jullie als freelancer aan de slag gaan is erg groot, een vaste baan in de journalistiek wordt moeilijk. Maar ja, tools of tips over freelancen, die ontbraken een beetje.’
Bruil begon zich zorgen te maken over zijn toekomst in de journalistiek. ‘Toen ik bijna was afgestudeerd, had ik toch wel wat angst. Je hoort mensen spreken over het zwarte gat waar je in kunt belanden, dat je niet meteen een baan vindt. Ik dacht, oké, dan moet ik dus als freelancer aan de slag, maar waar moet ik dan over nadenken, en kan ik met freelancen wel de rekeningen betalen?’
Manon van den Brekel, docent aan Fontys Journalistiek in Tilburg, herkent de vragen waar Bruil mee worstelde. Ze organiseerde bijeenkomsten over freelancen om studenten antwoorden te bieden. ‘Die bijeenkomsten gingen dan met name over concrete stappen die je kunt nemen. Ik legde bijvoorbeeld uit wat realistische tarieven zijn voor een startende journalist.’
Daarnaast was Van den Brekel binnen de opleiding een tijdje verantwoordelijk voor het zogeheten Freelance Loket, een soort inloopspreekuur waar studenten terechtkonden met vragen. ‘Daar kreeg ik juist studenten voor me die wél wilden freelancen, en dus niet zozeer met zorgen zaten. Sommigen van hen hadden zich zelfs al ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Dat Freelance Loket hebben we ingericht om die studenten te helpen met praktische vragen die ze hadden over hoe zij een freelance bestaan konden opbouwen.’
Bruil wist destijds niet van het bestaan van het Freelance Loket af, maar had er graag van geweten. Misschien had hij dan antwoord kunnen krijgen op wat hij achteraf, nu hij daadwerkelijk freelancet, heel simpele vragen noemt. ‘De belangrijkste vraag die ik had was: hoe maak ik een factuur? Meer de praktische dingen dus, alle belastingen die je moet doen, zoals omzetbelasting. Volgens mij zou een simpele workshop over freelancen al het verschil kunnen maken.’
Te praktisch
Bij de master Journalistiek aan de Universiteit Leiden hebben weinig studenten zin om te freelancen, merkt student Tijmen Koppelaar. ‘Ze geven er de voorkeur aan om op een redactie te werken, omdat je dan niet zelf je opdrachten hoeft te regelen en gewoon zeker bent van loon.’ Financiële zekerheid en sociale contacten zijn volgens Koppelaar de hoofdredenen om niet te willen freelancen. Dat geldt ook voor hemzelf: ‘Ik wil zeker weten dat ik iets verdien, en ik wil collega’s om me heen hebben. Ik denk dat het prettig is om met collega’s over onderwerpen te kunnen sparren.”
In de introductieweek van de master Journalistiek kregen Koppelaar en zijn medestudenten van een docent wetenschapsjournalistiek wat tips en informatie over freelancen. Maar volgens Koppelaar waren dat slechts ‘de basics’ en ontbrak het aan praktische adviezen. Die zouden volgens hem veel onzekerheden bij studenten kunnen wegnemen.
‘Ik zou het heel logisch vinden dat bij een praktijkgerichte opleiding zoals journalistiek, die eindigt met een stage, al in de eerste colleges aandacht wordt besteed aan freelancen,’ zegt Koppelaar. Misschien is het lastig om zulke praktische informatie in te passen in het curriculum van een universitaire opleiding, denkt hij. ‘Universitair onderwijs wordt anders ingericht dan het hbo. En bij zo’n master als deze zijn ze al snel bang dat ze te veel van het wetenschappelijke afwijken en het te praktisch wordt.’
Die zorg onderschrijft Laura de Reus van het Student Careers Centre van de Universiteit van Amsterdam, waar studenten terecht kunnen voor studiekeuze- en carrière-advies. De Reus betwijfelt dat er binnen de universiteit snel ruimte gemaakt zal worden binnen het vaste curriculum voor zaken zoals het opstellen van een factuur of het onderhandelen over tarieven. ‘Als je iets nieuws in de opleiding wilt brengen, houdt dat in dat er iets anders weg moet. De universiteit wil in eerste instantie studenten onderwijzen in hun vakgebied.’
De UvA biedt wel vrij veel begeleiding aan voor studenten en starters op de arbeidsmarkt, zegt De Reus, zo zijn er bijvoorbeeld alumni-evenementen, maar daar komen volgens haar niet altijd veel studenten op af. ‘Terwijl het supernuttig is, maar dat voelt voor zo’n student blijkbaar niet urgent. Dus je zou wel een workshop aan kunnen bieden, geleid door zzp’ers, maar daar komen alleen de actieve studenten op af. En dat zijn niet per se de studenten die het eigenlijk nodig hebben.’
Werkveldpartner
Fontys Journalistiek in Tilburg experimenteert nu met andere opties om studenten te laten kennismaken met freelancen, vertelt Van den Brekel. ‘We zijn in de propedeuse bijvoorbeeld meer met werkveldpartners [mediaredacties, red.] gaan werken. Ik hoop dat studenten daardoor zien dat het ook maar mensen zijn, en dat als ze een keer vanuit school een opdracht hebben gekregen van zo’n werkveldpartner, dat de drempel later dan veel minder groot is diezelfde persoon weer eens te benaderen met een verhaalidee.’
Koppelaar zou zo’n benadering bij de masteropleiding ook erg toejuichen. ‘Dat er bijvoorbeeld gezegd wordt: stel eens een pitch op en stuur hem naar een redactie. Kijk, ik weet dat het voor een redactie waarschijnlijk ook niet prettig is om ineens dertig mails te krijgen, maar dat is voor de student wel de beste manier om het te leren.’