Congres Vlaanderen-Nederland: “We moeten meer samenwerken”
Nieuws | Nieuws“Vlaanderen neemt Nederland langzaam over”, opent René van Zanten, algemeen directeur van het Stimuleringsfonds, het congres. Daarmee doelt hij op het feit dat steeds meer Nederlandse kranten in handen zijn van de Persgroep. Sinds 2009 vallen onder andere Trouw, Algemeen Dagblad en de Volkskrant onder deze Vlaamse uitgever. Mede door de aanwezigheid van de Persgroep neemt de invloed van Vlaanderen op de Nederlandse journalistiek toe. Het NRC wordt uitgegeven door de Vlaamse uitgever Mediahuis.
Vlamingen kijken naar boven, dat is logisch
“Het is een onderwerp dat mij na aan het hart ligt”, zegt Gert Ysebaert, CEO van Mediahuis. “We moeten beseffen dat de markten en culturen verschillend zijn. Het is logisch dat de Vlamingen naar boven kijken. De Nederlandse bevolking is een stuk groter, waardoor het voor de Vlamingen interessant is om samen te werken. Andersom is het wellicht wat minder aantrekkelijk.”
De Vlaamse dominantie op de Nederlandse krantenmarkt is een belangrijk onderwerp op het congres over de journalistieke band tussen de twee buurlanden, net als de cultuurverschillen die zorgen voor twee unieke medialandschappen. Aanleiding voor het congres was het vertrek van de Vlaamse hoogleraar communicatiewetenschappen Leen d’Haenens als bestuurslid bij het Stimuleringsfonds. Zij is een van de sprekers, net als onder anderen NRC-hoofdredacteur Peter Vandermeersch en Dirk Vanhegen, voorzitter van de raad van bestuur van medianetwerk MediaNet Vlaanderen.
Onderlinge uitwisseling
De kranten binnen de Persgroep slaan op meerdere vlakken de handen ineen. Zo wisselen de Volkskrant en De Morgen stukken uit. Daardoor kan meer werk worden gedaan door minder mensen, maar dat heeft ook nadelen. Sabine Vandeputte, journalist bij VRT Nieuws: “Ik zie Vlaamse en Nederlandse kranten met dezelfde stukken. Dat is zonde. We zijn zo anders, dat moeten we niet laten verwateren.” Gert Ysebaert verweert zich: “Kranten vullen elkaar aan, maar vanwege de keuzes van de hoofdredacties blijven ze toch verschillend”. “Deze manier van werken zorgt voor efficiëntie en lagere kosten. Daardoor kunnen we investeren in innovatie in de journalistiek. Redacties in Vlaanderen zijn een stuk kleiner dan die in Nederland. Door onderling stukken uit te wisselen, kunnen we dat praktisch opvangen.”
Digitalisering
Digitalisering zorgt ervoor dat journalistieke organisaties hun lezers steeds beter leren kennen, meent Dirk Vanhegen van MediaNet Vlaanderen. “Hoe beter je dat kunt, hoe beter je je product kunt aanpassen en hoe langer je de lezer kunt vasthouden.”
Vlaanderen had geen slapende dinosaurussen, daar kan Nederland nog wat van leren
De consument moet dus centraal worden gesteld in de wijze waarop kranten nieuws aanbieden. En om dat optimaal te kunnen doen, moeten kranten onderling samenwerken, vindt hij. Mogelijkheden genoeg, aldus Vanhegen: “De redacties in Vlaanderen zijn veel kleiner dan die in Nederland, maar toch slagen we erin om kwalitatieve producten te brengen.” Volgens hem kan er winst worden behaald door de kosten voor de drukker en advertentieformats samen te dekken. Door die efficiëntie kan meer geld worden gestoken in verdere innovatie, die het beste door Nederlandse en Vlaamse uitgevers samen kan worden uitgevoerd. “Als we innovatieve projecten willen testen en uitrollen, kunnen we dat het beste op een zo groot mogelijke schaal doen.”
Peter Vandermeersch haakt daarop aan. Hij blikt terug op het moment dat het internet een grotere rol ging spelen in de nieuwsconsumptie. “In Nederland kregen we nu.nl, maar Vlaanderen heeft niets soortgelijks. Dat komt doordat Vlaanderen geen slapende dinosaurussen had. Nederland kan daar nog wat van leren.”
Paradox
Toen de Nederlandse kranten door de Vlamingen werden gekocht, kwamen daar nauwelijks reacties op, viel Vandermeersch op: “Er zijn geen Kamervragen geweest, nauwelijks opiniestukken geschreven. Het is paradoxaal: in Vlaanderen hadden ze slechtere journalistiek, kleinere redacties, terwijl zij de Nederlandse kranten overnamen.”
De afgelopen jaren analyseerde Vandermeersch producties in beide buurlanden. Hij noemt het ‘een schande’ dat de Vlaamse media geen correspondenten meer hebben in Nederland. “Het gevolg is grote middelmatigheid. Nederland is vaak een beetje lacherig in de berichtgeving over België en het aantal berichten dat Nederland over België publiceert is sinds 1996 gedaald met ongeveer 75%. We kijken en luisteren amper naar elkaar, dat is zonde.”
Fonds in Vlaanderen
Iets dat in Vlaanderen nog níet bestaat, is een Vlaamse versie van het Stimuleringsfonds. Tijdens het congres neemt Leen d’Haenens na tien jaar afscheid van haar rol als bestuurslid van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek: “Na onze hele vette jaren, lijken we nu in een periode van drooglegging te zitten. De afgelopen jaren zorgde het Stimuleringsfonds ervoor dat innovatie in de journalistiek op een waardevolle manier werd gestimuleerd. In Vlaanderen is niets soortgelijks, afgezien van de MediAcademie.”
In de organisatie waar d’Haenens naar verwijst, worden journalisten opgeleid op het gebied van innovatie en de toekomst. Er wordt niet zozeer gefocust op het in stand houden van journalistieke elementen van het verleden. Dat is iets wat d’Haenens nog mist: “Bied meer opleidingen aan en zorg voor meer projecten in Vlaanderen die ertoe doen en die belangrijk zijn voor de journalistiek in het algemeen. Ik mis nog zo’n stimuleringsfonds in Vlaanderen. Eigenlijk moet worden gezocht naar iemand die dit in goede banen leidt.”
Foto’s: Sean van der Steen