Waarom steeds meer Duitsers weigeren de verplichte omroepbijdrage te betalen
Nieuws |Het wordt een spannend jaar voor de publieke zenders ARD en ZDF in Duitsland. Omroepbaas Ulrich Wilhelm (ARD) eiste eind 2017 een verhoging van de omroepbijdrage, terwijl de verplichte maandelijkse heffing van 17,50 euro de laatste tijd meer ter discussie staat dan ooit.
Het Duitse hooggerechtshof moet de komende maanden uitspraak doen in 150 rechtszaken die zijn aangespannen tegen de overheid vanwege deze bijdrage, het totale aantal procedures werd in 2016 op 4.000 geschat. Bijna 5 miljoen huishoudens weigeren de heffing te betalen, op straffe van boetes en uiteindelijk zelfs een gevangenisstraf.
Dit laat zien hoezeer de omroepbijdrage tot een nationale frustratie is uitgegroeid. Daar zijn verschillende redenen voor, zegt professor Bernd Gäbler. ‘Het stoort veel mensen dat je verplicht moet betalen, ongeacht of je daadwerkelijk kijkt of luistert naar de publieke omroep.’
Tijd voor herbezinning
De hoogleraar journalistiek aan de FHM in Bielefeld schreef verschillende boeken over de ontwikkeling van de publieke omroep. Hij ziet in de toenemende frustratie een direct gevaar en denkt na over manieren om de kloof tussen kijker en omroep te dichten. Volgens Gäbler is het de hoogste tijd voor herbezinning bij de publieke omroep.
‘Die 17,50 euro per maand is voor veel mensen het symbool geworden voor allerlei vormen van protest tegen het systeem,’ zegt hij. De één wil niet voor ‘door de staat gestuurde eenzijdige journalistiek’ betalen, de ander vindt dat er te veel geld in de zakken van zenderbazen verdwijnt, en een derde vorm van kritiek richt zich op de inhoud: te veel of te weinig schlagermuziek, te veel voetbal of te weinig tafeltennis.
Verzet groeit
Sinds de bijdrage in 2013 verplicht geworden is, groeit de weerstand. Van online initiatieven voor meer democratische input, tot burgers die zich vastbijten in juridische procedures. Olaf Kretschmann probeert sinds 2012 via de rechter af te komen van de omroepbijdrage. De communicatiedeskundige houdt zijn juridische strijd bij op de website Rundfunkbeitragswiderstand. Hij heeft niet de illusie dat hem snel zal lukken, maar het is een principekwestie geworden, vertelt hij. ‘Ik vind de berichtgeving over Libië, Oekraïne en Syrië veel te eenzijdig. Ik wil dat niet meer financieel ondersteunen. Het brengt me in een gewetensconflict.’
Genoeg reden voor kritiek
De omroepbijdrage wordt goed beschermd tegen de juridische aanvallen zoals van Kretschmann. Tot nu toe zijn alle klachten door de rechter ongegrond verklaard. Toch kunnen de zenderbazen allerminst tevreden achterover leunen, waarschuwt professor Gäbler. ‘Ook iemand die in principe voor een onafhankelijke publieke omroep is, zoals ik, heeft voldoende redenen voor kritiek.’
Je zou kunnen spreken van een geheel nieuwe ‘legitimatiecrisis’, zegt hij. Dat de publieke omroep regelmatig als ‘manipulatiemachine’ wordt afgeschilderd, vindt hij volkomen overdreven, maar ergens snapt hij wel waar het vandaan komt. ‘Te vaak zijn ARD en ZDF dom genoeg om reden te geven voor zulke aanvallen. Zoals laatst toen in een volledig serieuze uitzending boegeroep tegen Donald Trump kunstmatig werd versterkt, of wanneer een prominente presentatrice openlijk lof uit voor een partijcongres van de Groenen. Dat hoort allebei niet bij hun taak.’
De samenleving dienen
Nu commerciële partijen zoals Netflix en Amazon de laatste jaren steeds meer kijkers trekken en prijzen binnenslepen voor hun series, klinkt in Duitsland steeds openlijker de vraag in hoeverre een omroepbijdrage nog past bij deze tijd.
Volgens professor Gäbler zijn democratische landen in principe beter af met een sterke publieke omroep. ‘Maar het gaat om de vraag of de maatschappij zich een mediasysteem kan veroorloven dat niets anders dient dan de samenleving zelf. Hoeveel zijn we bereid daarvoor op te brengen? En welke mechanismes zijn er om te controleren of deze maatschappelijke taak ook wordt uitgevoerd?’
Het enige geluid wat de publieke omroep op dit moment laat horen, is de roep om meer geld. Omroepbaas Wilhelm zegt met een gat van 3 miljard euro te zitten. Met de huidige omroepbijdrage wordt jaarlijks zo’n 8 miljard euro opgehaald. Hiervan worden 21 tv-zenders, 67 radiozenders en tal van websites betaald. Daar werken ongeveer 25.000 mensen met een vast contract en ongeveer evenveel freelancers. Diverse omroepmanagers verdienen bovendien beduidend meer dan bondskanselier Angela Merkel.
Omroep speelt op zeker
Gäbler bekritiseert al jaren de traagheid waarmee de Duitse publieke omroep zichzelf vernieuwt en hoopt op een herbezinning. Volgens hem verdwijnt een te groot deel van de 8 miljard euro in grote bureaucratische apparaten en productiemaatschappijen ‘die een imperium aan dochterbedrijven onderhouden’. ‘Er wordt niet direct gecontroleerd of het geld daadwerkelijk wordt gebruikt voor de eigenlijke taak.’
Het omroepapparaat speelt op zeker en levert daarom vooral talkshows, reportages en series af die zich in het verleden bewezen hebben, zegt hij. ‘In de regel krijg je dan middelmatige mainstream voor een toenemend ouder wordend publiek.’ Gäbler ziet liever dat 10% van het budget – 800 miljoen euro – wordt gebruikt voor het ontwikkelen van innovatieve formats en nieuwe manieren van storytelling. ‘Dat zou de Duitse tv-wereld al buitengewoon veel levendiger maken.’
Referendum
Olaf Kretschmann hoopt dat er een referendum komt over de publieke omroep. ‘Net als in Zwitserland, dan kunnen burgers zelf beslissen over de structuur, de taak en de financiering.’ Het pleidooi van de mediaprofessor Gäbler voor een herbezinning krijgt weinig steun vanuit de omroepen zelf. ‘Het waren niet de koetsiers die de auto hebben uitgevonden. Pas wanneer de concurrentie van Netflix en consorten echt bedreigend wordt, zou het inzicht kunnen ontstaan dat er iets fundamenteel moet veranderen.’
Foto: de Berlijnse Fernsehturm door Ke0ky