Felienne Hermans: ‘De stekker mag uit de hype rond large language models’
Nieuws | De Voorspellers
Felienne Hermans (41) is hoogleraar didactiek van de informatie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Daarnaast geeft ze informaticales aan de Open Schoolgemeenschap Bijlmer en schrijft ze opiniestukken, columns en een nieuwsbrief over de techwereld.
‘Er mogen komend jaar meer verschillende mensen aan het woord komen in het AI-debat. Ik hoor nu vooral ondernemers en witte, mannelijke AI-experts, die soms ook nog eens onzin uitkramen. Neem de voorspelling dat AI altijd beter zal worden. Straks zou het kunnen denken als een mens, of zelfs slimmer worden dan wij. Niemand aan de talkshowtafels vraagt vervolgens wat het betekent om te denken als een mens. Als jou, als mij of als Donald Trump? En wat betekent ‘slimmer’ eigenlijk? AI is goed in wiskundepuzzels, maar is het daarmee slimmer?
Kritisch zijn mag
Laat je door niemand wijsmaken dat je AI niet begrijpt omdat de techniek ingewikkeld is. Ik geef wel eens lezingen op middelbare scholen waarin ik me afvraag waarom docenten zouden nakijken met AI: we hebben toch een pedagogische, vormende opdracht? Docenten vertellen me na afloop dat ze dat ook al dachten, maar het niet durfden te zeggen, omdat ze vreesden niet genoeg te begrijpen van de techniek.
Het kan natuurlijk nooit kwaad om wat bij te lezen of een groepje experts te verzamelen bij wie je af en toe wat kan checken. Maar ik hoop dat alle experts, ook journalisten, erop vertrouwen dat ze kritisch mogen zijn op AI.
Eenzijdig perspectief
Wat mij betreft mag überhaupt de stekker uit de large language model hype. Silicon Valley heeft het ongevraagd over ons uitgestort. Niemand hoeft hier wat mee, ook media niet. Waarom zouden kranten AI gebruiken? Om meer te schrijven? De krant kan toch ook gewoon wat dunner zijn?
Er zou heus wel wat werk geautomatiseerd kunnen worden, zoals koppen maken en spellingschecks. Maar tegelijkertijd: is dat de klimaatimpact van AI waard? Een spellingscheck kan je ook gewoon met een ouderwetse checker doen. En het maken van koppen is fundamenteel werk. In hoeverre wil je je daarin laten leiden door AI?
Juist nu media eindelijk aandacht hebben voor meer perspectieven op redacties – meer vrouwen, meer mensen met een niet-westerse achtergrond – komt AI om de hoek kijken. Dat heeft altijd maar één perspectief: de data waar het mee getraind is.
Onzekere tieners
Media mogen wat mij betreft ook wegblijven van sociale media. Hun algoritmische tijdlijnen willen zo lang mogelijk je aandacht trekken. Meta verkoopt zelfs onzekere tieners als advertentiedoelgroep. Waarom willen media van zulke platformen afhankelijk zijn? Om kinderen te bereiken? Is dat echt nodig? Die kinderen worden ook ooit dertig en zoeken dan wellicht zelf een krant op. En bovendien: nu zitten ze misschien op TikTok, maar straks weer ergens anders. Je kan achter ze aan blijven rennen.
Ik vind het dan ook een hoopvolle ontwikkeling dat steeds meer media nieuwsbrieven maken, want die zijn platformonafhankelijk. Het enige dat je nodig hebt is een lijst met emailadressen. Als je genoeg abonnees hebt kun je schrijven wat je maar wil.’
Portret: Chuan Ming Ong
De voorspellers 2026
Wat staat de journalistiek te wachten? We blikken vooruit op een nieuw jaar. Twaalf journalisten en andere mediakenners vertellen wat ze van 2026 verwachten. Bekijk ze allemaal.
