Frits van Exter nieuw bestuurslid SVDJ
Nieuws | NieuwsOp 1 januari stopte Frits van Exter (61) na ruim zeven jaar als hoofdredacteur van Vrij Nederland. Dat besluit viel samen met de aankondiging dat het weekblad een maandblad zou worden (een beslissing die nog gestalte moet krijgen).
In april werd Van Exter de nieuwe voorzitter van de Raad voor de Journalistiek. Het lidmaatschap van het Stimuleringsfondsbestuur is in zijn eigen woorden zijn tweede “bobo-functie”. Toen Van Exter gepolst werd, besloot hij zich eerst in de doelen van het fonds te verdiepen.
“Ik had vroeger het beeld van een wat archaïsch fonds, dat noodlijdende bladen of kranten een steuntje gaf. Dat is sindsdien wel veranderd. Het fonds is zich meer gaan richten op vernieuwen. Wat zijn de ontwikkelingen in de journalistiek, en hoe kunnen wij daar een bijdrage aan leveren?”
De journalistiek vernieuwen, benadrukt Van Exter, is iets anders dan media helpen overleven. “Media zijn slechts het middel. Het doel is journalistiek: zorgen dat burgers toegang hebben tot relevante informatie. Dat reikt van het niveau van waakhond-zijn tot het uitleggen van onderwerpen. Dat doel is belangrijker dan dat een uitgeverij of een zender zichzelf kan bedruipen; dat kan hooguit een voorwaarde zijn.”
IJsschots
Als oud-hoofdredacteur van Trouw (van 1998 tot 2007) en Vrij Nederland (van 2008 tot 2015) brengt Van Exter een rolkoffer aan ervaring mee. Op beide redacties leidde hij enkele vernieuwingsslagen. Met name bij Vrij Nederland, waar de dalende oplage vroeg om ingrijpen.
“We konden ons bij Vrij Nederland niet veroorloven om de kat uit de boom te kijken, en te wachten tot nieuwe ontwikkelingen zich bewezen hadden. Tegelijkertijd hadden we niet de middelen om een echte voorloper te zijn. We stonden met één been op een langzaam smeltende ijsschots, en tegelijkertijd zochten we houvast op de ijsschotsen die langsdreven.”
Vrij Nederland stond met één been op een smeltende ijsschots
Het is een situatie – krimpend, en weinig middelen om te vernieuwen – die voor veel middelgrote journalistieke redacties geldt. Van Exter: “Daarom is het goed dat het Stimuleringsfonds er is: om bij te dragen aan vernieuwing. Ik vind het leuk om als bestuurslid dicht bij dat proces te komen.”
Blendle-knop
Onder Van Exter kreeg Vrij Nederland een facelift en bewoog het voorzichtig richting een meer constructieve en optimistische benadering van journalistiek. Ook sprong het opinieblad vroeg in op Blendle. Zo had www.vn.nl als eerste nieuwssite een Blendle-betaalknop onder artikelen.
“Dat was natuurlijk niet wereldschokkend. Maar we stonden wel open voor de mogelijkheden op het moment dat er twee jongens (oprichters Marten Blankesteijn en Alexander Klöpping, red.) met hun idee langskwamen. Iets als Blendle hadden wij zelf nooit kunnen realiseren.”
Bij Trouw maakte Van Exter ook al een periode mee waarin verlies werd gemaakt. Het dagblad introduceerde onder zijn leiding de achtergrondbijlage De Verdieping en kromp later naar tabloidformaat. Bovendien ging Trouw, lange tijd een wat vormelijk protestants dagblad, een meer wereldse koers varen. “Toen we De Verdieping lanceerden vervingen we bijvoorbeeld de pagina ‘Kerk’ door ‘Religie&Filosofie’”, vertelt Van Exter.
‘Wat heeft de burger eraan?’
De vernieuwingen bij Trouw waren destijds mede gebaseerd op lezersonderzoeken. Het luisteren naar de lezer beviel Van Exter goed, en ging hij steeds belangrijker vinden. “De vraag stellen ‘wat heeft de burger eraan?’ was lange tijd vloeken in de kerk. Maar ik voelde me er als hoofdredacteur steeds prettiger bij. Het betekent niet dat je de oren laat hangen naar de lezer, wel dat je een goed idee hebt van wat zijn informatiebehoefte is.”
Wellicht wordt het mijn rol om domme vragen te stellen
Het is een vraag die soms onvoldoende aandacht krijgt, vindt Van Exter. Hij verwijst naar de nieuwe projecten die subsidie krijgen volgens de Regeling Journalistieke Innovatie. Van Exter: “Ik vraag me bij sommige vernieuwingsprojecten af of ze de burger echt als uitgangspunt hebben genomen of dat dat eerder een nieuwe technologie was. Wellicht wordt het mijn rol om daarover domme vragen te stellen. Daar ben ik beter in dan in het technische.”
Vakmanschap
Tot slot bepleit Van Exter een herwaardering van de professionele houding in de journalistiek. “Bijvoorbeeld door meer verantwoording af te leggen en kritischer te kijken naar onze eigen berichtgeving. Dat is hoe we ons als journalisten onderscheiden.” Het kan volgens Van Exter een manier zijn om relevantie terug te winnen in een tijd waarin het internet een wirwar aan informatie biedt.
Er blijft behoefte aan mensen die dingen uitzoeken
Bij professionaliteit hoort volgens Van Exter ook een focus op de kerntaak van het scheiden van zin en onzin. “Er blijft behoefte aan mensen die dingen uitzoeken en ze toegankelijk maken. Laat zien dat je als journalist specialist bent, wat mensen daaraan hebben, en waarom ze daarvoor moeten betalen. Dat is voor mij de kern, en daar zal ik ook naar zoeken in de ideeën die ter tafel komen bij het Stimuleringsfonds.”