Hoe de krant zich vier eeuwen geleden behoedde voor nepnieuws

Nieuws |

Hoe kun je erop vertrouwen dat het nieuws dat je leest waar is? De opkomst van het internet en de globalisering van onze nieuwsvoorziening hebben allerlei problemen geïntroduceerd. Nepnieuws verspreidt zich sneller dan het gecontroleerd kan worden, de makers zaaien bewust verwarring voor eigen gewin of politieke sabotage en blijven veelal ver weg en buiten schot.

Niets meer dan de feiten

Net als nu, veranderde in de zeventiende eeuw de commerciële nieuwsvoorziening enorm. Arthur der Weduwen schreef een bibliografie van Nederlandse kranten bij de School of History van de universiteit van St. Andrews. Zijn tweedelige studie van zeventiende-eeuwse Nederlandse en Vlaamse kranten verscheen afgelopen mei bij uitgeverij Brill. Voor zijn scriptie erover ontving hij de Elsevier/Johan de Witt-scriptieprijs. Volgens Der Weduwen bleef de integriteit van de krant in die tijd intact doordat die zich louter op feiten richtte, en uitgevers hun reputatie en fortuin ervoor op het spel zetten. ‘De krant had toen een heel andere functie. Hij moest alleen het nieuws verslaan, zonder het te interpreteren. De krant gaf zelf geen commentaar.’

Oprechte Haerlemse Courant
Oprechte Haerlemse Courant, foto Rijksmuseum

Vandaag de dag verwachten we van de krant dat hij ons vertelt wat er in ons land gebeurt, en dat journalisten kritisch naar politici kijken, zegt Der Weduwen. De tijden zijn veranderd. ‘Destijds waren er genoeg media die dat deden. Kranten hoefden dat risico niet te lopen.’ Er verschenen bijvoorbeeld pamfletten, die het meest op het nepnieuws van onze tijd lijken. ‘Die konden veel makkelijker in groten getale gedrukt worden. Bij elke politieke crisis, zoals het rampjaar 1672, verschenen er talloze ontzettend gemene pamfletten over onze leiders.’

Amsterdam, krantenhoofdstad van Europa

Nederland heeft een rijke krantentraditie. Door de opkomst van het postsysteem in de zestiende en zeventiende eeuw lag Nederland, als poortwachter tussen Noord- en Zuid-Europa, boven op een groeiende Europese informatiestroom. De eerste krant verscheen in 1618; in de jaren ’40 van die eeuw was Amsterdam al uitgegroeid tot de krantenhoofdstad van Europa.

Nederlanders waren krantenlezers bij uitstek. Ons land was rijk, verstedelijkt en had een aantal gedegen drukpersen. ‘Tegelijkertijd gingen er meer mensen naar school, leerden lezen en schrijven, dus kwam er een nieuw publiek. Er ontstonden nieuwe gemeenschappen met een eigen nieuwsbehoefte. Voor sommigen, zoals handelaren, was dat nieuws van belang voor hun werk. Als er een graantekort was in Polen, wisten ze hoe ze moeten investeren.’

Niet de enige nieuwsbron

Desalniettemin vond Der Weduwen ook in oude kranten onwaarheden. ‘Uitgevers werkten ieder met een eigen netwerk van correspondenten door Europa, die op hun beurt weer een eigen netwerk aanboorden.’ Zij stuurden en ontvingen brieven met nieuwsberichten van heinde en verre. ‘Dus je kreeg enorme hoeveelheden post binnen, soms met tegenstrijdige berichten die uiteindelijk zelfs in dezelfde krant terecht konden komen. Dan las je een bericht uit Londen dat de Engelse legers de ene kant op marcheerden, en vanuit Keulen las je dat ze een heel andere kant op gingen.’

Er kwam kritiek van politici en schrijvers dat kranten niet te vertrouwen waren, dat uitgevers er vooral iets mee wilden verdienen. Maar dat maakte lezers volgens Der Weduwen niet zoveel uit: kranten waren niet hun enige nieuwsvoorziening. ‘Het waren de rijkere lezers die kranten kochten. De krant was nog vrij prijzig – een stuiver, even duur als een liter bier. Zij hadden ook hun eigen netwerk en ontvingen hun eigen brieven. De krant was een supplement.’

Politieke invloed

Oefenden uitgevers en politici dan geen invloed uit op het nieuws? ‘Het was kranten niet toegestaan om binnenlands nieuws te verslaan. Ze hadden geen politieke kleur. Toch hadden kranten wel degelijk invloed op binnenlands beleid. Kijk bijvoorbeeld naar religieuze conflicten: als er in Zwitserland protestanten vervolgd worden, zullen mensen in Nederland dat aangrijpen. Dat wordt nog niet zo goed erkend, hoe buitenlands nieuws het binnenlandse kon beïnvloeden.’

Kranten probeerden zo dicht mogelijk bij de waarheid te blijven. ‘Zelfs al stonden er foute of tegenstrijdige berichten in de krant, de meeste uitgevers zouden nooit zelf nieuws verzinnen. Je reputatie was in de 17e eeuw heel belangrijk.’

Het ideaal van de oude krant

Volgens Der Weduwen lezen en horen mensen graag wat ze al weten, of wat hun veronderstellingen versterkt. Toen, in de zeventiende eeuw, en nu. ‘Nepnieuws is vaak populair ondanks dat we weten dat het niet waar is. We delen en lezen het omdat we het grappig vinden, of stiekem zouden willen dat het waar was. Daarin lijkt nepnieuws het meest op pamfletten, in plaats van op de krant. Als we willen dat nepnieuws verdwijnt, is de a-politieke feitelijkheid van de vroegmoderne krant een mooi ideaal. Achteraf blijken veel 17e eeuwse krantenberichten vaak niet te kloppen, maar de uitgevers konden niet beter.’  Veel nieuws was ten slotte ‘van horen zeggen.’

Overigens lieten uitgevers hun lezers het altijd weten als die een bericht misschien beter met een korrel zout konden nemen. ‘De uitdrukking “wat er van komt, moet de tijd ons leren” vind je aan het einde van talloze nieuwsberichten. De krant is een compleet ander medium, waar andere normen en waarden spelen. Een krant met louter feiten is een stuk saaier, maar er zit meer waarheid achter.’

Foto Arthur der Weduwen door Alan Richardson Dundee

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.