Max Terpstra: ‘We moeten beter nadenken welke taal we gebruiken’
Nieuws | De Voorspellers
Max Terpstra (26) is verslaggever bij Pauw & de Wit en 3 op Reis. Ook interviewt hij jonge creatievelingen voor de podcast Jongstof, een spin-off van radioprogramma Kunststof.
‘Toen Charlie Kirk overleed, wist iedereen tussen de 15 en 25 wie hij was. Tegelijkertijd hadden veel journalisten nog nooit van hem gehoord. Dat vind ik verbazingwekkend. Het laat zien hoe ver de journalistiek soms afstaat van jonge mensen.
Jongeren bereik je niet meer via de traditionele kanalen. Studenten kunnen nu een gratis DPG-abonnement krijgen. Dat is goed, maar ik twijfel of ze daar gebruik van maken. Dat doen ze in ieder geval wel van sociale media, en daar mag de journalistiek meer aanwezig zijn.
Wie daar op dit moment namelijk vooral aanwezig zijn, zijn rechtse opiniemakers die zich voordoen als journalisten. Ben Shapiro bijvoorbeeld, een uiterst conservatief opiniemaker. Een vriend noemde hem laatst als bron. Dat zo iemand als journalist wordt gezien, baart me grote zorgen.
Inflatie
De term ‘journalist’ is überhaupt aan inflatie onderhevig. Neem Bender, de YouTuber die bekend werd door zijn verslag van de Maccabi-rellen in Amsterdam. Mensen zien hem ook als journalist. Hij doet verslag van wat hij ziet en stelt zijn eigen vragen, maar dan ben je nog geen journalist. Zo stelde hij tijdens de anti-azc-demonstratie op het Malieveld niet één vraag over de duidelijk aanwezige VOC-vlaggen of nazistische leuzen. Waar de echte journalisten die dag gevaar liepen tussen de extreemrechtse relschoppers, werd hij daar omarmd. Dat zegt genoeg.
Als we dat soort mediamakers gaan zien als journalisten, dan neemt de waarde van het beroep ‘journalist’ af, en daarmee ook de waarde die we hechten aan waarheidsvinding. Ik hoop dat we die trend achterlaten in 2025.
Jonge mensen lokken
Ik denk dat het goed is als de journalistiek zich in 2026 meer verplaatst naar de onlinewereld. Bijvoorbeeld door korte fragmenten van programma’s te delen op sociale media, en jonge mensen zo naar ons werk te lokken. Dat lukt aardig, zien we bij Jongstof. We bereiken jonge luisteraars vooral met snippets op Instagram of TikTok.
Ook geschreven media vertalen artikelen al vaker naar video’s, waarin journalisten bijvoorbeeld in één minuut vertellen waar hun stuk over gaat, in de hoop dat mensen het gaan lezen. Dat spreekt jonge mensen aan. Het is snel, duidelijk, behapbaar. Bovendien geef je journalisten zo een gezicht: dat wekt vertrouwen.
Begrijpelijke taal
Zelf heb ik in de opstartfase meegedacht over jongerenplatform De Marker. Daar wordt het nieuws verteld door jongeren zelf, op een persoonlijke manier, bijvoorbeeld met columns. En misschien wel het belangrijkste: ze leggen complexe onderwerpen in normale taal uit.
Ik geloof namelijk ook dat journalisten in 2026 bewuster moeten nadenken over begrijpelijke taal. Jargon kan echt overdreven zijn. Termen als ‘inflatie’ of ‘apolitiek’ – niet iedereen snapt wat dat betekent. Journalistiek moet toegankelijk zijn, ook voor praktisch opgeleide mensen, zonder dat je alles platslaat. Het NOS Journaal in Makkelijke Taal doet dat goed. Kan er niet ook een krant in makkelijke taal komen? Focusgroepen kunnen daarbij helpen. Vraag een aantal mensen, representatief voor de hele samenleving: snappen jullie dit allemaal?’
Portret: Chuan Ming Ong
De voorspellers 2026
Wat staat de journalistiek te wachten? We blikken vooruit op een nieuw jaar. Twaalf journalisten en andere mediakenners vertellen wat ze van 2026 verwachten. Bekijk ze allemaal.
