‘Steeds meer no-paper-cities in Nederland’

Nieuws | Nieuws
  • Redactie
  • 22 november 2012
  • 1154 woorden , 5 min. lezen

De resultaten van het onderzoek liegen er niet om. In gemeenten zijn weliswaar gemiddeld 29 nieuwsmedia beschikbaar, maar slechts 10 daarvan brengen unieke content. De rest van de media lift mee door bestaande berichten te knippen, plakken en rond te pompen. Verder blijft het aantal regionale dagbladen afnemen.

Een panel met Piet Bakker (lector crossmedia en journalistiek Hogeschool Utrecht), Rimmer Mulder (voormalig hoofdredacteur Leeuwarder Courant) en Ton Brandenbarg (tot augustus van dit jaar directeur van de Zeeuwse Bibliotheek) besprak de resultaten.

Gemeente als enige nieuwsverstrekker

De daling van traditionele media in de regio zet voort. Negen procent minder aanbod vergeleken met zeven jaar geleden. Een zorgwekkende trend volgens het panel.
Bakker: “Wat je al ziet gebeuren in Almere ga je ook in andere steden in Nederland zien. Er verschijnt daar geen regionaal dagblad meer, maar alleen nog een uitgave van de gemeente en wat huis-aan-huisbladen. Zoals in Amerika al ‘no-paper-cities’ zijn, krijgen we dat fenomeen in de toekomst ook vaker in Nederland te zien. De kranten in Dronten en Lelystad staan op omvallen. Het is daar niet rendabel meer om dagblad uit te geven. Almere is nu de zevende gemeente waarin de overheid monopolist is als nieuwsverstrekker. De gemeente Almere is daarmee een soort van uitgever geworden.”

Mulder: “Het enige positieve aan die situatie is dat het gemeentebestuur in Almere dit ook als problematisch ervaart. Maar met het omvallen van regionale dagbladen verdwijnt niet alleen werkgelegenheid, maar ook een belangrijke nieuwsvoorziening waar dus ook kleinere initiatieven op drijven.”

Rechtbankverslaggever is te duur

Het aantal sites is fors gestegen in twee jaar tijd, van gemiddeld 13 naar 19. Maar ook van de aanwezige online nieuwsmedia blijkt het merendeel weinig eigen nieuws te brengen, zo´n 7 van de 19 nieuwssites. Een gemis, maar logisch, volgens het panel.
Mulder: “Ik vraag me af waarom er toch niet meer online initiatieven zijn gesprongen in de gaten die in de regio zijn gevallen. En dan bedoel ik echt oorspronkelijk nieuws en niet alleen de politieberichten. Daar ontbreekt het de mensen nu aan. Dat zie je nog veel te weinig terug. Terwijl je bij online niet met distributiekosten te maken hebt die voor vijfendertig procent de kosten bepalen.

Bakker: “De meest voorkomende berichtgeving van zelfstandige initiatieven zijn nieuwsberichten met 112-nieuwtjes, ongelukken, branden en politieberichten. Dat is het online nieuws van vandaag de dag. Je leest over inbraken, je leest dat er mensen zijn opgepakt, maar je leest nooit dat er iemand wordt opgesloten. Want daar is een rechtbankverslaggever voor nodig en dat is te duur.”

Leny Verplancke, lid van de Werkgroep lokale uitzoekjournalistiek van de VVOJ, zegt vanuit de zaal dat kleine journalistieke initiatieven simpelweg te arbeidsintensief zijn. “Tijdens een bijeenkomst van de VVOJ kwamen we erachter dat het dergelijke initiatieven ontbreekt aan kennis, tijd en geld. Bijvoorbeeld alleen al om de besluitenlijsten van gemeenteraden te verwerken.”

Bakker: “Toch als je het cijfer van 0,5 (gemiddeld aantal zelfstandige initiatieven) bekijkt dan zie je dat er zo’n 200 nieuwe initiatieven zijn in Nederland, wat er toch best veel zijn. De meeste zelfstandige initiatieven kennen alleen een hoge doorloop. Ze hebben een aardige site, maar stoppen er na een jaar weer mee, omdat het te arbeidsintensief is. Er is te weinig stabiliteit en er zou meer in de infrastructuur moeten worden geïnvesteerd, iemand die ze af en toe helpt en wat geld toestopt.”

‘Zeeland bestaat niet’

Opvallend aan het onderzoek is het grote verschil in nieuwsaanbod tussen de provincies Zeeland en Friesland. Er zijn zeven unieke nieuwsmedia in Zeeland, het minst hoge aantal van Nederland. Friesland telt het dubbele aantal en scoort het hoogst. Het verschil zit hem vooral in de geografie en cultuur, aldus het panel.
Brandenbarg: “Zeeland bestaat niet, het zijn echte eilanden. Zeeuws-Vlamingen hebben weinig binding met Walcheren en andersom. Dat zie je ook aan de verspreiding van de PZC zelf, met voor elk regio een apart katern. In Friesland zie je een sterkere gezamenlijke identiteit.”

Mulder: “In Friesland is de identiteit sterk. Dat zie je ook aan de provinciale politiek die er sterk verankerd is. Daarnaast heerst een sterke traditie van huis-aan-huisbladen. NDC Media, de uitgever daarvan, was snel met activiteiten online voor deze bladen. Dat zie je ook terug in de cijfers.” Daarnaast zijn er natuurlijk ook twee regionale dagbladen actief.

Bakker vult aan: “In Friesland is er een hoog gebruik van lokale en regionale bladen. Ze hebben er 4 betaalde nieuwsbladen die samen voor 90% dekking hebben.”

Betrokkenheid bij nieuws

Brandenbarg benoemt daarnaast het vliegwieleffect, waarbij op het eerste gezicht meer zelfstandige initiatieven voorkomen in gemeenten waar verhoudingsgewijs meer traditionele media actief zijn. “Dat staat Zeeland ook in de weg, de beperkte mate van basisproducties.” Verder denkt hij dat veel journalisten wegtrekken uit de provincie, na bijvoorbeeld een ontslag, en in de Randstad op zoek gaan naar werk in plaats van zelf een initiatief te starten.

Brandenbarg: “Maar ondanks de cijfers is het niet bekend of de betrokkenheid van burgers bij het nieuws in Friesland ook groter is. Misschien reageren Zeeuwen wel veel massaler en sterker op het nieuws dan Friezen.”
Mulder: “Daarnaast kan je je ook afvragen of de Friezen met het hoge nieuwsaanbod beter geïnformeerd zijn. Dat is nu niet bekend. Het nieuws komt veelal van dezelfde firma vandaan (NDC Media). Dat zou kunnen worden meegnomen in een vervolgonderzoek.”

Neerkijken op lokale journalistiek

Vanuit het publiek vraagt Jeroen Smit, hoogleraar journalistiek Rijksuniversiteit Groningen, zich af wat de uitkomsten nu eigenlijk betekenen voor de burgers. “Gemiddeld 29 nieuwsmedia per gemeente, wat heeft de burger daar aan, wordt de burger goed geïnformeerd?”

Quint Kik, auteur van het onderzoek en werkzaam bij het Stimuleringsfonds, geeft aan dat de toegang tot nieuws groter is geworden, maar dat het moeilijk in te schatten is of de burger goed geïnformeerd wordt. “We hebben nu vooral gekeken naar aantal media. We hopen in een volgend onderzoek een aantal gemeenten te analyseren waarbij wordt gekeken naar de kwaliteit van het nieuws. Maar los van de inhoud zegt mijn gut feeling dat het op zijn minst opmerkelijk is om te zien dat van die gemiddeld 29 nieuwsmedia in een gemeente er maar 10 zijn die zelf iets bijdragen aan het aanbod en slechts 7 als je alleen naar internet kijkt: dat is minder dan een kwart.”

Marco den Boef, oprichter van het lokale nieuwsplatform VOLmedia, verbaast zich er over dat nog steeds wordt neergekeken op lokale initiatieven. “Terwijl we wel degelijk journalistiek werk verrichten wordt er nog steeds gestigmatiseerd. Niet alleen door traditionele media, maar je merkt het ook bij accreditaties voor bijeenkomsten.”

Piet Bakker kent het fenomeen. “Datzelfde zie je terug bij journalisten van print en televisie die neerkijken op webjournalisten. Veel journalisten zien schrijven voor internetsites dan ook alleen als een opstapje.” Mulder relativeert: “Vroeger was het erger. Een journalist werd toen nog op de maatschappelijke ladder geplaatst ergens tussen een krantenbezorger en glazenwasser in. Ik denk dat het vanzelf verdwijnt met de komst van nieuwe generaties.”

Rapport

Bekijk het persbericht/rapport en de interactieve overzichtskaarten van het onderzoek.

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.