The Black Sea brengt de onderzoeksverhalen van het Zwarte Zeegebied
Nieuws |Het verhaal van The Black Sea begint in 2010. Stefan Candea, een Roemeense journalist, stapt samen met een collega in de auto om drie maanden lang verhalen te maken vanuit het Zwarte Zeegebied. Dit gebied beslaat Roemenië, Rusland, Turkije, Bulgarije, Oekraïne en Georgië.
De blog die ze dagelijks bijhouden, vindt al snel een breed publiek, zowel in de regio als internationaal. Al snel sluiten journalisten uit omringende landen zich aan. Inmiddels is The Black Sea uitgegroeid tot een regionaal onderzoeksjournalistiekplatform, waarbij 40 journalisten, designers, fotografen, codeurs en illustrators aangesloten zijn die samenwerken aan onderzoeksprojecten.
Malta Files
Een voorbeeld van zo’n project zijn de Malta Files. Dit onderzoek legde corruptie en belastingontwijking vanuit de familie van president Erdogan bloot. In Europese media kreeg het veel aandacht, in Turkije werd het aanvankelijk genegeerd. Totdat de onderzoekers door zowel de Turkse politiek als Turkse media aangevallen werden. Ze zouden valse documenten via de Gulenbeweging hebben gekregen, zei Erdogan’s AK-Partij in een persverklaring. CNN Turk riep op tot vervolging van de journalisten. Het project werd onder andere genomineerd voor The European Press Prize.
Wij hebben bij The Black Sea continu discussies over veiligheid
Het belangrijkste verhaal dat Stefan Candea gemaakt heeft? Hij lacht. ‘Dat is óns verhaal. Het feit dat The Black Sea nog steeds bestaat. Veel van mijn collega’s zijn gestopt, ik heb het al deze jaren overleefd.’ Hij begrijpt wel waarom niet iedere journalist het volhoudt bij The Black Sea: het werk biedt weinig financiële zekerheid, rechtszaken zorgen voor veel stress. Hoelang hij er zelf nog bij betrokken blijft, weet hij niet. ‘Ik was 20 toen ik startte, ik kan dit werk niet voor altijd blijven doen.’
Tegelijkertijd vindt hij dat dat het beroep onderzoeksjournalist niet onnodig gedramatiseerd moet worden. ‘Ja, je staat onder druk. Maar je kunt altijd onderzoek doen. Wij hebben bij The Black Sea continu discussies over veiligheid, en daarom stellen we teams samen met een heldere rolverdeling. Wie gaat er naar het veld, wie publiceert, wie onderzoekt de datasets. Zo beschermen we elkaar.’
Etalage voor freelancers
Candea noemt The Black Sea ‘een etalage voor freelancers’. Op het platform kunnen journalisten onderzoeksverhalen kwijt die ze bij nieuwsredacties niet makkelijk kunnen slijten of in landen als Turkije niet in de media mogen verschijnen, zegt hij. Freelance journalisten kunnen met behulp van The Black Sea gemakkelijker fondsen aanvragen voor hun project. The Black Sea garandeert publicatie, een voorwaarde voor het aanvragen van steun bij bijvoorbeeld Journalismfund. Gepubliceerde onderzoeken worden op de site van The Black Sea zowel in het Engels als in de lokale taal weergegeven.
We hebben in het begin op het punt gestaan adverteerders aan te trekken, maar we wilden onafhankelijk blijven
The Black Sea is een non-profitnetwerk, afhankelijk van subsidies. ‘We hebben in het begin op het punt gestaan adverteerders aan te trekken. Maar we wilden onafhankelijk blijven en daarnaast onze onderzoeken vrij toegankelijk houden voor het publiek,’ legt de oprichter uit. Omdat afhankelijkheid van fondsen onzekerheid met zich meebrengt, besloten Candea en zijn team in 2015 om samen met Der Spiegel een Europees onderzoeksnetwerk op te zetten. Dit werd European Investigative Collaborations (EIC).
Via dit platform werken Europese mediaorganisaties samen aan Europese thema’s om zo machtsstructuren in beeld te brengen. Per land kan slechts één medium zich aansluiten bij het netwerk. Vanuit Nederland is dat NRC. EIC is geen publicatieplatform, maar laat op de website wel alle projecten zien die vanuit dit netwerk zijn samengesteld. EIC koopt geen verhalen, maar heeft fondsen beschikbaar om te betalen voor freelance onderzoekswerk.
Tijdrovend werk
Dat laatste is waardevol, want het onderzoek kost de journalisten van The Black Sea de meeste tijd. ‘We hijgen journalisten niet in de nek, je werkt aan een verhaal zolang het verhaal nodig heeft’, zegt Candea. Hij zegt dat mediaorganisaties graag met The Black Sea samenwerken, omdat het collectief unieke verhalen omhooghaalt uit het Zwarte Zeegebied. Maar over veel van die mediaorganisaties is hij niet erg te spreken. ‘Een hoofdredacteur vroeg ons eens om tien onderbouwde pitches, dan zou hij de meest geschikte selecteren en deze verhalen afnemen. Maar zo werkt het niet. Een pitch schrijven vergt in ons geval al een heel onderzoek vooraf.’
Volgens Candea laat The Black Sea zien dat onderzoeksjournalistiek anno 2018 nog net zo relevant is als toen hij zelf begon als journalist, 17 jaar geleden. ‘Ik doe nog steeds waar ik me vanaf het begin van mijn carrière op gericht heb. Non-profit, crossborder, diepgaande journalistiek. Grote, innovatieve projecten met enorme budgetten verdwijnen als sneeuw voor de zon. Maar wij bestaan nog steeds. Onderzoeksjournalistiek zal altijd nodig blijven.’