Waarom mediabedrijven bijdragen aan een Nederlands alternatief voor Chat-GPT
Nieuws | Vernieuwing
Meer dan 30 Nederlandse mediabedrijven maken samen een vuist tegen de macht van AI-bedrijven zoals OpenAI. Ze stellen hun archieven beschikbaar aan onderzoekers van TNO, zodat zij GPT-NL kunnen ontwikkelen: een Nederlandse concurrent voor ChatGPT. Waarom doen de mediabedrijven dat? En wat levert het ze op?
Ze zouden illegaal zijn, het auteursrecht grof schenden, aan broodroof doen: AI-bedrijven kunnen rekenen op nogal wat verwijten van mediabedrijven. Geen wonder, want OpenAI – het bedrijf achter ChatGPT – plukte bijvoorbeeld grote hoeveelheden teksten en beelden van internet om zijn populaire chatbot te trainen. Daardoor kan ChatGPT gebruikers gratis kant-en-klare teksten en afbeeldingen aanleveren, waarvoor ze tot voor kort moesten betalen. Het resultaat: professionals hebben steeds minder werk en media moeten telkens nieuwe manieren bedenken om de groeiende stroom nepnieuws het hoofd te bieden.
In de Verenigde Staten sleepten The New York Times en nog acht andere grote dagbladen inmiddels OpenAI en Microsoft voor de rechter vanwege schending van hun auteursrecht en de imagoschade die ze door ‘hallucinaties’ van ChatGPT – de chatbot geeft regelmatig foutieve informatie – zouden oplopen. Nieuwsmedia in Canada, Denemarken en Duitsland en India volgden.
Transparant alternatief
Nederlandse uitgevers kiezen echter voor een andere route. DPG, Mediahuis, nieuwsdienst ANP en leden van brancheorganisatie NDP Nieuwsmedia stellen bijna al hun artikelen van de afgelopen twintig jaar beschikbaar aan TNO en partners. Ook andere gezaghebbende bronnen, zoals de Tweede Kamer, rechtspraak.nl, archieven en musea doen aan het initiatief mee.
Met de schat aan gegevens willen de initiatiefnemers een ‘transparant en eerlijk’ alternatief ontwikkelen voor ChatGPT en consorten. Dat alternatief, GPT-NL, moet de dominantie van big tech tegengaan en aan Europese wetgeving voldoen. Geld levert het project nog niet op, maar deelnemende bedrijven hopen in de toekomst te delen in de opbrengsten als GPT-NL beschikbaar komt voor bedrijven. Consumenten kunnen het taalmodel vooralsnog niet gebruiken.
Bijdragen aan innovatie
Nieuwsartikelen zijn een goede gegevensbron voor GPT-NL, verklaart directeur Herman Wolswinkel van NDP Nieuwsmedia de deelname van mediabedrijven. ‘Nieuwsartikelen voegen niet alleen taal toe aan AI-modellen, maar ook betrouwbare wereldkennis, omdat ze gecheckte feiten bevatten.’
Nieuwsbedrijven kunnen een bijdrage leveren aan innovatie zónder dat hun nieuwsmedia in het gedrang komen
De leden van de brancheorganisatie – veel grote en kleine mediabedrijven zijn bij NDP Nieuwsmedia aangesloten – investeren volgens Wolswinkel jaarlijks zo’n 400 miljoen euro in redacties om betrouwbaar nieuws te brengen. Maar grote technologiebedrijven plukken hun werk van internet om AI-systemen te trainen.
Daar komt bij dat steeds meer gebruikers – volgens het recente Digital News Report een op de twintig volwassenen en een op de negen jongeren – ChatGPT vragen om het laatste nieuws voor ze samen te vatten. AI-bedrijven belanden dus in het vaarwater van nieuwsmedia zonder ze daarvoor een vergoeding te geven en zonder garantie dat het nieuws dat ze genereren betrouwbaar is. Wolswinkel wil daarom erkenning van bedrijven voor de belangrijke rol die nieuwsdata spelen voor AI. ‘Nieuwsbedrijven kunnen een bijdrage leveren aan innovatie zónder dat hun nieuwsmedia in het gedrang komen. GPT-NL laat zien hoe dat kan.’
Respect voor auteursrechten
‘Natuurlijk verandert GPT-NL niets aan al die AI-bots van bedrijven die zich niks aantrekken van auteursrecht,’ zegt ANP-directeur Martha Riemsma. Maar door bij te dragen aan GPT-NL werkt haar organisatie in ieder geval mee aan een eerlijk en transparant alternatief. ‘ANP en andere grote nieuwsbedrijven, zoals DPG Media, zouden zelfstandig een deal kunnen nastreven met een AI-bedrijf. Maar uiteindelijk gaat dat ten koste van de partijen die niet zo’n deal hebben. Dat lijkt me per definitie niet goed voor de pluriformiteit van de media. Door samen te werken, laten we zien dat er afspraken te maken zijn met rechthebbenden en dat er een model denkbaar is waarin auteursrechten gerespecteerd worden. Nederlandse mediabedrijven laten zien dat ze solidair zijn met elkaar.’
Ook NDP Nieuwsmedia en het Reformatorisch Dagblad beschouwen het als zinvol om samen op te trekken. Niet zo gek, want technologiebedrijven lieten tijdens recente rechtszaken in het buitenland weten dat ze het te ingewikkeld vinden om met meerdere mediabedrijven afspraken te maken. Dus kiezen ze liever voor één partij waarmee ze samenwerken. Als GPT-NL succesvol is, kan dat argument van tafel, want dan hebben de nieuwsbedrijven één gezamenlijk loket gecreëerd.
‘Mogelijk staan mediaorganisaties zo sterker tegenover grote technologiebedrijven,’ verduidelijkt hoofdredacteur Steef de Bruijn van het Reformatorisch Dagblad. De Bruijn ziet meer kansen voor zijn krant, een relatief kleine speler in het Nederlandse medialandschap. Door aan GPT-NL deel te nemen, kan het Reformatorisch Dagblad IT-kennis en ethische kennis op het gebied van AI opbouwen. En, vervolgt hij, door de deelname van het Reformatorisch Dagblad kan GPT-NL worden getraind met een heel specifieke dataset. ‘Wij zijn actief in een niche met een specifiek taalgebruik. Met onze deelname zorgen we ervoor dat deze niche ook aanwezig is in het taalmodel.’
Geld verdienen
Wat hopen de deelnemende mediabedrijven op korte termijn te winnen bij hun deelname? Niets, zeggen Riemsma, De Bruijn en Wolswinkel. Maar, zegt De Bruijn, het Reformatorisch Dagblad verwacht op middellange termijn een taalmodel te krijgen dat geen inbreuk maakt op auteursrechten. En, reageert Riemsma, het ANP gaat ervan uit dat het uiteindelijk toegang krijgt tot een model dat de redactie kan ondersteunen, en journalisten kan helpen om verbanden te leggen, gegevens te extraheren en feiten te verrijken. Riemsma: ‘Natuurlijk is het uiteindelijk de bedoeling dat er op termijn daadwerkelijk afgerekend wordt voor het gebruik van onze content.’
Maar de kosten gaan voor de baten uit. Tot het moment waarop GPT-NL beschikbaar is voor commerciële gebruikers is het initiatief vooral een proefballon voor deelnemers.
Stap naar een gezond ecosysteem
Voor de tijd daarna zien de mediabedrijven meer kansen voor zichzelf. ‘Het ANP focust op het identificeren, genereren, selecteren en controleren van nieuwe feiten in de actualiteit. Wij zetten AI daarbij graag in om onze bedrijfsprocessen sneller, beter en makkelijker te maken,’ zegt Riemsma. Wolswinkel noemt GPT-NL ‘een stap naar een gezond ecosysteem, waarin nieuwscontent op de juiste manier wordt gewaardeerd en duurzaam wordt beschermd’. En De Bruijn ziet voor het Reformatorisch Dagblad voordelen in de vorm van ‘automatisch gegenereerde samenvattingen van artikelen, artikelen die zijn afgestemd op het lees- of kennisniveau van gebruikers, en personalisatie’. Het laat zien dat hun organisaties heel verschillend denken over de kansen van het Nederlandse taalmodel.
En financieel? Volgens Riemsma gaat 50 procent van de opbrengst van GPT-NL straks naar de licentiehouders. ‘Maar’, voegt ze daar aan toe, ‘dat zal vooralsnog niet om grote bedragen gaan.’ De Bruijn: ‘Wij verwachten niet dat deelname grote financiële winst oplevert.’
Bang dat GPT-NL straks hun positie in medialand of hun lezerscijfers ondermijnt zijn de nieuwsprofessionals niet. De Bruijn: ‘We hebben hier wel over nagedacht, maar mede door de duidelijke afspraken over hoe afnemers van GPT-NL het model mogen gebruiken, zijn we daar niet bang voor.’ Wolswinkel: ‘Voor actualiteit moet je niet bij chatbots zijn en voor betrouwbaar nieuws evenmin. Maar bij nieuwsmedia kun je er altijd van op aan dat mensen van vlees en bloed de feiten hebben gecontroleerd.’