Zou activistische journalistiek in Nederland werken?
Nieuws | NieuwsFusion maakte vorig jaar de kritische documentaire Prison Kids over kinderen in gevangenissen, waarin de makers concluderen: ‘Het gevangenissysteem zou kinderen moeten helpen, maar het werkt averechts’. Het platform moedigde jongeren aan de bevindingen te verspreiden, zodat machthebbers het op zouden pikken. Hoe ze dat doel bereikten, is exemplarisch voor Fusion: het startte een campagne tegen eenzame opsluiting van kinderen met een petitie, een paneldiscussie en vertoningen van de film op scholen. Met resultaat: president Obama zette een proces in gang om de isoleercel voor minderjarigen te verbieden.
“Jongeren hebben weinig vertrouwen in de reguliere, erg witte Amerikaanse journalistiek gemaakt door senior journalisten”, vertelt Jigar Mehta, Vice President Digital Operations bij Fusion. “Deze Jon Stewart-generatie groeide op met satirische televisie zoals The Daily Show, waar nieuwsmakers vooral belachelijk worden gemaakt.” Jonge mensen zien dat de wereld verandert en de media daarbij achterblijven, zegt Mehta. “Ze willen aandacht voor problemen waar zij direct mee te maken hebben, zoals armoede en geweld in zwarte wijken.”
Zelf iets veranderen
Uit recent onderzoek van het American Press Institute blijkt dat Amerikaanse jongeren niet alleen nieuws volgen om op de hoogte te blijven van wat er in de wereld speelt. Die wereld verandert door globalisering en technologische ontwikkelingen, en jongeren geloven dat hun generatie haar kan verbeteren. Ze lezen verhalen om te zien hoe dat gebeurt én omdat ze willen weten hoe ze zelf iets aan misstanden kunnen doen.
Om jongeren te bereiken, moeten redacties een afspiegeling zijn van de samenleving
Anders dan de meeste mainstream media in Amerika, bestaat Fusion voor ruim 50 procent uit gekleurde mensen, die lang niet allemaal een journalistieke achtergrond hebben. Het platform gaat uit van het idee dat jongeren uit alle sociale lagen en culturen zorgen voor een breed perspectief op de samenleving. Mehta: “Om jongeren te bereiken, moeten redacties een afspiegeling zijn van de samenleving. En die is een stuk diverser dan de veelal witte Amerikaanse redacties vol hoogopgeleiden.”
De Rotterdamse Pam Kidimbu (22), voormalig student journalistiek en half-Afrikaans, zou een Nederlandse Fusion verwelkomen. “Mijn vrienden zijn vooral niet-blank, niet per se allemaal hoog opgeleid, en kijken zelden buiten hun eigen wereldje. Ze lezen zeker niet het NRC, maar vooral verhalen die door vrienden zijn gepost op sociale media.” Volgens Kidimbu betrek je jongeren als ze aangemoedigd worden door iemand uit hun eigen groep. “Laat een Afrikaan een onderzoeksstuk over een probleem in de Afrikaanse gemeenschap schrijven, deel het op Facebook en je bereikt die groep veel sneller.”
3% niet-westerse allochtonen
Op Nederlandse redacties is een gebrek aan diversiteit een terugkomend thema. Vorig jaar bestonden de redacties van negen grote kranten voor 3 procent uit niet-westerse allochtonen, onderzocht NRC. Dat terwijl volgens cijfers van het CBS bijna 12 procent van de Nederlandse bevolking van niet-westerse afkomst is en in een stad als Rotterdam 37 procent van de bevolking. Daarbij is het merendeel van de journalisten ook nog eens hoogopgeleid, tegenover 28 procent van de gehele beroepsbevolking.
Het is makkelijk om te zeggen dat een platform in Amerika harder nodig is dan in Nederland
De Correspondent besloot afgelopen jaar iets aan deze ongelijke verhoudingen te doen en plaatste een oproep voor gastcorrespondenten die bijdragen aan een betere afspiegeling van de samenleving. “We hebben honderden reacties gekregen”, vertelt Andreas Jonkers, eindredacteur bij De Correspondent. Hij is dan ook positief over een initiatief als Fusion. “Het is makkelijk om te zeggen dat een platform als Fusion in Amerika harder nodig is omdat de sociale en culturele verschillen groter zijn. In Nederland zijn ook zat verschillen.”
Kidimbu kent niemand die overweegt journalist te worden. Kidimbu: “Het levert weinig geld op en geen status.” Wat het volgens haar nog moeilijker maakt is dat er ook weinig rolmodellen zijn. “Noem in Nederland maar eens twee bekende jonge journalisten die bijvoorbeeld half-Marokkaans zijn of echt opgegroeid zijn op ‘de straat’.”
Nieuwe stemmen
Diversiteit in afkomst en achtergrond is één, maar de Correspondent is niet van plan daar, zoals Fusion doet, activisme aan te koppelen of een hele specifieke doelgroep zoals jongeren aan te boren. Jonkers: “Het was al een enorme gok om publiekelijk naar buiten te treden met onze wens om meer diversiteit op de nieuwsvloer te krijgen. We wisten van tevoren dat journalistiek Nederland zou zeggen: dat wordt allang gedaan, jullie gebruiken het als verkooptruc. We hebben de oproep toch geplaatst omdat we transparant wilden zijn en nieuwe stemmen wilden leren kennen.”
Voor geëngageerde journalistiek – Fusion gaat immers nog een stap verder dan alleen meer diversiteit op de redactievloer – is het wellicht nog te vroeg, denkt journaliste Petra ter Doest. Ze verdiept zich in vernieuwende journalistieke stromingen zoals de activistische aanpak van onderzoeksgroep Bellingcat.
Ter Doest: ”De reactie op dit soort berichtgeving is vaak: niet objectief en te gekleurd. Maar dat zeggen we nu al decennia lang, hoe objectief was journalistiek in de tijd van de verzuiling?” Ter Doest ziet juist in nieuwe stromingen een kans om de journalistiek te vernieuwen. “Kijk maar eens naar de verhalen die Amnesty International maakt, zoals de interactieve productie Inside a Syrian torture prison. Het is knap hoe ze onderzoek en digitale storytelling met activisme combineren.”
Foto: I threw a guitar at him