Beter contact met je publiek? Volgens deze onderzoeker kan AI daarbij helpen
Nieuws | Vernieuwing
Kan AI de relatie tussen journalisten en hun publiek versterken? Dat was een van de vragen waarmee het project ‘Verbroken Verbinding’ van de Hogeschool Utrecht begon. De afgelopen twee jaar zochten onderzoekers samen met journalisten van de NOS, Omroep Brabant en Omroep Venlo naar antwoorden.
Vertrouwen. Als het in de journalistiek gaat over de verslechterde relatie tussen journalisten en het publiek, valt dat woord geheid. De gedachte is vaak: het publiek haakt af omdat het journalisten niet meer vertrouwt, dus moeten we laten zien dat we betrouwbaar zijn door transparant te zijn over onze manier van werken.
‘Ik vroeg me af of die redenering niet te rationeel is,’ zegt onderzoeker Renée van der Nat van de Hogeschool Utrecht (HU). ‘Want ook al wijst ieder publieksonderzoek uit dat het vertrouwen in journalistiek daalt, we weten niet precies wat mensen bedoelen met “vertrouwen”. Wat we wel weten, is dat mensen afhaken omdat ze zich niet in het nieuws herkennen, het te ingewikkeld vinden en de emotionele impact van nieuws volgen te groot vinden.’

AI als hulpmiddel
Naast de discussie over vertrouwen zag de onderzoeker de laatste jaren dat er veel werd gesproken over de relevantie van journalistiek. En dan was er nog de opkomst van AI, waar ze redacties mee zag worstelen: ze wilden er wel gebruik van maken, maar wisten niet goed hoe. Ze weefde de drie thema’s samen en kwam tot vragen als: wat doet het nieuws in onze samenleving, wat willen we dat het doet en kan AI ons daarbij helpen? Die vragen staan centraal in ‘Verbroken Verbinding’, een onderzoeksproject dat twee jaar geleden van start ging en begin 2026 eindigt. Dan moet er een richtlijn liggen die redacties kan helpen om hun publiek, door middel van het gebruik van AI, beter te bedienen.
Op zoek naar antwoorden sloeg Van der Nat de handen ineen met de NOS, Omroep Brabant en Omroep Venlo. Bewust koos ze een landelijke, regionale en lokale omroep, omdat ze wilde weten of de publieksbehoeften onderling verschillen.
Afhakers terugwinnen
Sander van Barneveld, redactiemanager Nieuws bij Omroep Brabant en betrokken bij het onderzoek, was meteen enthousiast. ‘Uit eigen onderzoeken weten we dat mensen ons niet links en niet rechts vinden en over het algemeen tevreden zijn. Maar wat ons publiek echt vindt van onze berichtgeving, is onduidelijk. Terwijl we graag willen weten waar ze meer of juist minder van willen, wanneer ze afhaken en waarom en hoe we die afhakers weer terug kunnen winnen.’
Met behulp van het researchpanel van IPSOS I&O zette Van der Nat een enquête uit onder (potentieel) publiek van de omroepen, met als kernvraag: hoe tevreden zijn de gebruikers? De conclusie: het grootste deel van het publiek is behoorlijk tevreden, 9 procent vindt het nieuws niet interessant en 20 procent vindt het te ingewikkeld óf te simpel. De groep die niet tevreden is, gaf bijvoorbeeld aan dat de door de media behandelde nieuwsitems ongeloofwaardig zijn. ‘Toen we doorvroegen, kwamen we erachter dat ze daar iets anders mee bedoelen dan wij dachten. Wij verbonden het aan “ik geloof je niet”, maar ze bedoelden dat nieuwsitems te ingewikkeld zijn of ongeloofwaardig overkomen, omdat ze te ver van hun eigen leefwereld staan.’
Extreme meningen
Anderen gaven aan de meningen in nieuwsitems te extreem te vinden en behoefte te hebben aan meer nuance. Ook de grote emotionele impact die berichtgeving heeft, werd aangestipt. ‘Het werd duidelijk dat het gebrek aan vertrouwen ‘m zat in de manier waarop nieuws wordt gebracht, en niet in transparantie over de werkwijze,’ vat Van der Nat samen. Die conclusie geldt voor zowel nationale, regionale als lokale media. Al ontdekten Van der Nat en haar team ook verschillen: ‘Over het nationale nieuws zeiden kijkers dat het vaak te ingewikkeld werd gebracht, terwijl het lokale nieuws juist vaak te simplistisch werd gevonden.’
Op de enquête volgden bijeenkomsten waar publiek en journalisten van de deelnemende omroepen met elkaar in gesprek gingen aan de hand van opdrachten. Van der Nat en haar collega’s begeleidden die brainstorms, die bijvoorbeeld konden gaan over alternatieve manieren van het brengen van nieuws, zoals: nieuws in de vorm van een sprookje. ‘Journalisten voelden veel weerstand bij zo’n idee, terwijl het publiek aangaf een meer verhalende manier van vertellen als prettig te ervaren. Dat soort feedback is heel waardevol.’ Daarnaast schreven journalisten en publiek elkaar brieven over pijnpunten en verlangens in de huidige nieuwsvoorziening, waarover ze daarna in gesprek gingen. Die correspondentie en gesprekken werden geanalyseerd voor het onderzoek.
Moeite met taalniveau
Van Barneveld was aanwezig bij bijna alle sessies. Al snel werd hij geconfronteerd met zijn eigen aannames. ‘Iemand met een beperking vertelde dat ze moeite heeft met lezen. Ik dacht al snel: dat is iemand met een laag IQ die informatie moeilijk tot zich neemt, die zal ook wel niet geïnteresseerd zijn in nieuws.’ Toen hij met de vrouw in gesprek ging, kwam hij erachter dat het heel anders zat. ‘Ze wilde juist graag op de hoogte zijn, maar ze had moeite met het taalniveau en de hoeveelheid negatief nieuws, waardoor ze emotioneel overliep.’

Het gesprek was niet alleen leerzaam, het leidde ook ergens toe. Vanaf eind dit jaar werkt Omroep Brabant met Tolkie, een leeshulp voor laaggeletterden. In de site en app van de omroep kunnen lezers moeilijke woorden opzoeken, ook vat het met behulp van AI artikelen samen in bulletpoints.
Overladen met nieuws
En zo waren er meer gesprekken die Van Barneveld aan het denken zetten. Bijvoorbeeld als mensen klaagden over de grote stroom aan nieuwsberichten en de overdaad aan meningen in de media. Daar kon hij zich goed in verplaatsen: ‘Zelf denk ik ook weleens: het is genoeg, klaar ermee, ik zet het internet uit. Als we dat als makers ook ervaren, waarom pakken we dat dan niet aan?’
Dat gevoel van overladen worden met nieuws en meningen bleek een gemeenschappelijke deler tussen publiek en journalisten en een belangrijke conclusie in Van der Nats onderzoek. Volgens haar kunnen media ervan leren. ‘Nieuwsorganisaties zouden een rol kunnen spelen in gezondere nieuwsconsumptie door bewustere keuzes te maken, in plaats van te focussen op meer, meer, meer. AI zou ze daar bij kunnen helpen.’
Hoe AI redacties kan helpen om te zorgen voor een gezondere nieuwsconsumptie, dat onderzoekt Van der Nat nu in de afrondende fase van het onderzoek. ‘De Washington Post heeft een chatbot waarmee je het archief heel makkelijk kunt doorzoeken op artikelen over een bepaald onderwerp. Op die manier hebben bezoekers toegang tot verschillende invalshoeken, zoiets zou mooi zijn.’ Maar er zitten nog veel meer mogelijke AI-oplossingen in het vat. ‘We denken over “microdosing the news”, waarin een chatbot nieuws afwisselt met luchtige vragen en informatie, een nuance-knop waardoor een bezoeker meer verschillende perspectieven krijgt bij een bepaald nieuwsbericht of een emotionele-impact-knop, waarmee iemand kan aangeven dat het hem te veel wordt.’
Begin 2026 levert de onderzoeker een richtlijn op met AI-tools die een oplossing zouden kunnen bieden voor de problemen die een deel van het publiek met nieuws ervaart. Die richtlijn wordt beschikbaar gesteld aan alle Nederlandse media.
