Challenge masterclass 5: bouwen, meten, leren

Nieuws | Challenge masterclass

De marshmallow challenge: 20 stukjes spaghetti, 1 meter tape, 1 meter touw, een marsmallow en 18 minuten om samen met je team een zo hoog mogelijke toren te bouwen – die stevig genoeg moet zijn om de marshmallow bovenop te dragen.

Prototypes

Slechts enkele van de bouwwerken blijven staan nadat de 18 minuten voorbij zijn. Kees van Nunen, startup-coach en expert van deze masterclass: “Het probleem hier is dat jullie heel hard nadachten over een zo hoog mogelijke constructie, maar niet overwogen of de toren sterk genoeg zou zijn om de marshmallow te dragen.”

De deelnemers zijn hier niet alleen in, blijkt uit een filmpje dat Kees toont. CEO’s, advocaten, studenten: ze hebben het allemaal moeilijk met deze opdracht. Wie het wél goed doen? Kleuters. Want, zegt Kees, die denken niet te veel na en gaan gewoon experimenteren. Iets bouwen, dat testen. Een stukje hoger bouwen, weer uitproberen. Steeds maar weer die aanname testen dat je bouwwerk het gewicht van de marshmallow kan dragen.

Lean startup

De prototypes van je product zijn van essentieel belang, vertelt Kees. Businessplannen worden vaak voor waar aangenomen, terwijl dat misschien nog niet is bewezen. Het is belangrijk om de verschillende risico’s inzichtelijk te maken: doorgaans bouwen risico’s zich op tijdens het ontwikkelproces, risico’s die allemaal tegelijk vrijkomen bij de lancering van een product. Door je risico’s tijdens het ontwikkelproces te testen – zoals de kleuters bij de marshmallow challenge – kun je dit voorkomen.

Falen is niet falen. Falen is leren

Het testen gaat in een steeds herhalend proces van drie stappen: bouwen, meten, leren. Deze stappen zijn ook de kern van de lean startup-methode: een aanpak die helpt om van een plan A naar een marktgevalideerd business-idee te gaan door het snel testen van je aannames. Kees: “Falen is niet falen. Falen is leren.” Als voorbeeld noemt hij het bedrijf Webvan, dat uitging van de aanname dat mensen graag hun boodschappen thuis bezorgd willen hebben. Die aanname is nooit goed getest, waardoor het bedrijf uiteindelijk 800 miljoen dollar verkwistte.

_DSF8414Doelgroeponderzoek is daarom van groot belang, vertelt Kees. Wie is je klant? Wat is zijn probleem? Is dat probleem groot genoeg om op te lossen? Wat kost dit probleem hem nu? Heb jij een goede oplossing voor zijn probleem? “Ik zie vaak dat de grootste aanname is dat mensen je product willen,” aldus Kees.

De oplossing: zo veel mogelijk in gesprek gaan met je mogelijke klanten. Zo kun je voor jezelf duidelijk maken wie je klant precies is. Kees: “Een voorbeeldje: je doelgroep is niet ‘moeders’, maar ‘moeders-in-de-stad-met-een-kind-dat-naar-de-basisschool-gaat-én-lactose-intolerant-is’.”

Verbintenissen

Dan moet je nog onderzoeken of de klant je product wel wil kopen. Daarvoor hoeft het product nog helemaal niet af te zijn, vertelt Kees. “De oprichter van online schoenenwinkel Zappos is ooit begonnen door foto’s te maken van schoenen in een fysieke winkel en die op internet te zetten. Opslagdienst Dropbox begon met een filmpje met uitleg over de werking, één dag later hadden ze 80.000 sign-ups.”

Kees waarschuwt voor wat hij false positives noemt: wanneer een mogelijke klant zegt dat hij het product zou willen kopen, maar geen verbintenis aangaat. “Zo heb ik ooit vier maanden van mijn leven verspild,” vertelt Kees. “Iedereen zei dat ze het een geweldig product vonden, maar toen het na die maanden af was, bleek niemand het te willen kopen.”

Pingpong

Tijd voor de deelnemers om een experiment in de praktijk uit te voeren. De groepjes krijgen tien pingpongballen en moeten deze naar elkaar overgooien om zo de balletjes rond te laten gaan. De teams gaan in eerste instantie in een kringetje staan, maar al snel hebben de teams door dat het makkelijker is om de handen boven elkaar te houden en de zwaartekracht het werk te laten doen.

Kees: “En wat hebben we hier van geleerd?”

1) Just start: gewoon iets gaan doen, want je eerste aanname klopt hoogstwaarschijnlijk toch niet.

2) Experimenteer en pas aan. Vooruitgang zit in leren.

3) Falen staat gelijk aan vooruitgang; je krijgt nieuwe ideeën door te falen.

4) Snelheid is essentieel. Hoe sneller je je processen aanpast, hoe meer experimenten je doet, hoe meer pingpongballetjes je heen en weer krijgt.

5) Efficiënt communiceren met je team is van groot belang.

Foto’s: Sean van der Steen

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.