Harlinger Courant houdt al 167 jaar vast aan de basis
Nieuws | Nieuws“Een echt geheim zit er niet achter”, zegt Jurgen Drost. Zijn grootvader nam in de jaren vijftig de uitgeverij over. “Het is de combinatie van verschillende activiteiten die leidt tot een sterk pakket. We doen alles in eigen huis. De uitgeverij, de redactie, de opmaak, het drukken. Omdat een eigen drukkerij te duur werd hebben heel veel krantenuitgeverijen die de afgelopen jaren afgestoten. Daar hebben wij niet voor gekozen, om historische redenen. Bij ons is de krant altijd de motor geweest en de drukkerij vloeide er logisch uit voort. Natuurlijk zijn we later gaan zoeken naar invulling voor de tijd dat de drukkerij niet bezig was met de Harlinger Courant. Die is in twee uur klaar. Intussen draaien de persen veel meer voor andere kranten dan voor onze eigen uitgave.”
Kleintje tussen reuzen
“Een paar jaar geleden investeerden we in een nieuwe rotatiepers. Sommigen verklaarden ons voor gek. Zeker, wij zijn een kleintje tussen reuzen, maar meer dan een tiental krantendrukkers vind je niet meer in Nederland. Hierdoor word je snel gevonden. Klanten komen als vanzelf naar Harlingen. De volgende stap: geef hen de juiste aandacht. Zo bouw je een breed en trouw klantenbestand op. Voorbeeld: gisteren ging er een pallet met drukwerk naar New York. Vandaag te koop op de hoek van de straat.”
“Maar dan heb je het alleen maar over de drukkerij. Het uitgeven van een krant vraagt meer. Onlangs gelezen: The New York Times investeert weer in redactiemedewerkers. Ik heb het in mijn oren geknoopt. Wij investeren in het klein, in nieuwe en goede mensen, die zorgen dat de Harlinger Courant op een behoorlijk journalistiek niveau blijft. We zouden nog meer willen, maar de middelen zijn beperkt. In een stadje als Harlingen gebeurt eigenlijk heel veel, waarvan meer níet in de krant komt dan wel. Een goede redactie zoekt en vindt het nieuws.”
Kneuterig
“De lezers dragen zelf veel bij aan de inhoud van de krant, met sportverslagen, ingezonden brieven en dingetjes die hen opvallen. Dat leidt af en toe tot een grote kneuterigheid. ‘Poes vermist, ‘fietser te water’, ‘bruinvis gezien’. De abonnees smullen ervan. Leuk toch, dat het kan? Nieuws als dit vormt ook onze kracht.”
“Sommigen zeggen: je redt het niet alleen met een papieren krant. Je moet online. Maar ik heb collega-kranten het internet op zien gaan, met desastreuze gevolgen. We balanceren met de Harlinger Courant op het snijvlak van winst en verlies. Het is lastig uit dat cirkeltje te breken. Wilde avonturen gaan we niet aan. Die kunnen we ons niet veroorloven.”
“Het aantal adverteerders daalt. Zeker, dat is een probleem. Het dwingt je met de jaren om zuiniger en efficiënter te werken. Wij kunnen wel roepen: ‘adverteren werkt’, vooral in een totaalpakket van online en op papier, maar niet iedereen is hiervan overtuigd.”
Vasthouden aan de basis
”Dé oplossing voor de toekomst hebben wij ook niet. In de mediawereld moet er het een en ander veranderen, dat staat vast. Hier bij ons in huis net zo goed, maar we houden vast aan de basis. We zijn te klein om te experimenteren. Deze behoudende bedrijfsvoering heeft er wel voor gezorgd dat we nu ‘de grootste krant van Nederland’ zijn, want we zijn nog steeds niet overgegaan naar tabloidformaat…”
Mijn vader zei eens: niet jij bepaalt of de krant blijft. Dat bepalen de abonnees en de adverteerders.
“In mijn hoofd ben ik voortdurend bezig met vernieuwing, maar verandering is niet gemakkelijk. Je loopt tegen ivoren torentjes aan, zowel buiten als binnen het bedrijf. Innovatie, maar niet te snel dus. En met respect voor de tradities.”
“Ze vragen wel eens: waarom haal je je dat gezeur met die krant op je hals? Heel veel geld verdienen is niet de drijfveer. Het is ook een familieding. Mijn grootvader was trots op zijn Harlinger Courant, mijn vader en ik voelen dat ook. Mijn vader zei eens: ‘Niet jij bepaalt of de krant blijft. Dat bepalen de abonnees en de adverteerders’. Dat is altijd in mijn hoofd blijven rondgaan.”
Foto boven: Baykedevries (CC)