Heavn: burgerjournalistiek uit het buitenland, bij gebrek aan Vlaamse correspondenten
Nieuws |Sinds kort heeft ook Vlaanderen een fonds dat innovatie in de journalistiek stimuleert: het Vlaams Journalistiek Fonds. Onlangs werd bekendgemaakt dat elf projecten in totaal een half miljoen euro van het fonds krijgen, bestemd voor journalistieke vernieuwing en diversiteit. Heavn is er een van. Het op te richten platform van fotograaf en journalist Robbe Vandegehuchte wil ‘betere en betrouwbaardere’ buitenlandjournalistiek maken, met behulp van expats.
Diepgravende buitenlandverhalen
‘De VRT heeft welgeteld één correspondent in dienst, in de VS,’ zegt Vandegehuchte. Door het gebrek aan correspondenten maken Vlaamse media volgens hem nog amper diepgravende buitenlandverhalen. ‘In Nederland is er misschien nog iets meer kwaliteit, maar in België krijg je vooral de standaardberichten van Reuters en internationale persbureaus voorgeschoteld.’ Een voorbeeld? ‘Als er in Italië een brug instort sturen ze een verslaggever die de nieuwsfeiten die bekend zijn nog eens herhaalt. Daarna vertrekt die persoon weer. Maar in Italië gebeurt heel veel, die verhalen blijven liggen.’
Heavn moet een antigif worden voor het hapklare nieuws dat we nu voorgeschoteld krijgen
Waarom zou je zulke verhalen niet laten maken door Nederlandstalige expats in het betreffende land, dacht Vandegehuchte. ‘Zij wonen er en kennen het land door hun werk goed. Die mensen hebben volgens mij echt relevante informatie die interessant is voor de lezers en kijkers in Vlaanderen en Nederland. Heavn moet een antigif worden voor het hapklare nieuws dat we nu voorgeschoteld krijgen.’
Kennis van zaken
Het idee voor Heavn (‘Het Expat Arsenaal Vlaanderen en Nederland’) ontstond toen Vandegehuchte voor het informatiecentrum van de Verenigde Naties in Brussel een serie interviews maakte met Nederlandstalige medewerkers van de Verenigde Naties, ‘faces of the UN’. ‘Ik sprak allemaal VN-personeel dat ontzettend veel kennis van zaken had en boeiende verhalen vertelde, bijvoorbeeld over vredeshandhaving. Verhalen en personen die een plek verdienen in het maatschappelijk debat, maar zelden de media halen. Ik realiseerde me dat de ongebruikte expertise van Nederlandstaligen in het buitenland heel groot is.’
Vandegehuchte kreeg 6900 euro van het Vlaams Journalistiek Fonds om een online platform te ontwikkelen en een netwerk van expats op te bouwen. Eind 2019 zou Heavn moeten draaien.
Zelf producties maken
Als het aan Vandegehuchte ligt gaan expats voor Heavn zelf journalistieke producties maken over thema’s en ontwikkelingen in hun land, die zij belangrijk vinden. ‘Expats vangen verhalen op die buitenlandjournalisten niet snel tegen zullen komen. Het kunnen academici zijn of ambtenaren, maar ook medewerkers van ngo’s, kunstenaars, ondernemers of jongeren die hun ouders naar het buitenland zijn gevolgd. Het idee is om hun netwerk, kennis en engagement om te zetten in journalistiek werk.’
Maar journalistiek is toch een vak?
‘Natuurlijk. Dat proces zullen we moeten begeleiden. Wij zullen hen assisteren bij het vinden van invalshoeken en hen leren hoe je een verhaal vertelt.’ Vandegehuchte denkt in eerste instantie aan artikelen, maar droomt van podcasts, video’s en multimediale producties.
Hoe voorkom je dat zulke ‘content’ reclame wordt voor de organisaties waarvoor deze mensen werken?
‘Die verantwoordelijkheid nemen wij op ons. Wij moeten ervoor waken dat het geen reclameplatform wordt voor bedrijven en ngo’s. Het moet geen bedrijfsjournalistiek worden.’
Het is ook niet de bedoeling dat Heavn een adresboekje voor de mainstream-media wordt. ‘Met Heavn willen we eigenlijk juist vermijden dat mensen die in het buitenland wonen ad hoc worden ingezet als bron als zich nieuwsfeiten voordoen. Wij willen echt dat zij zélf de verhalen maken die hun aan het hart gaan, zonder dat er meteen een journalist is die die informatie filtert vanuit zijn reflexen.’
Wat bedoel je daarmee?
‘Vorig jaar was er een tsunami in Indonesië. De reflex van verslaggevers is dan om een slachtoffer voor de camera te trekken die zijn huis is verloren of op de vlucht is. Maar het is volgens mij veel interessanter om iemand te spreken die de structurele problemen in zo’n gebied kent en mogelijke oplossingen kent. Dat krijg je nu bijna niet mee bij buitenlandse publicaties.’ Vandegehuchte begrijpt wel waarom: ‘Verslaggevers hebben vaak geen tijd om daar helemaal in te duiken. Expats wél.’
Maar hebben zij ook zin en tijd om tegen een symbolische vergoeding verhalen te maken?
‘Dat is de vraag van één miljoen, dat moeten we uittesten. We zullen mensen moeten vinden die interessante kennis hebben, maar net niet te belangrijk zijn,’ lacht Vandegehuchte. ‘Het voordeel is dat expats vaak goed verdienen. Bovendien denk ik dat als gevestigde media bereid zouden zijn om verhalen van ons platform over te nemen, dit voor expats ook een stimulans is om mee te werken. Hun verhalen worden dan in hun moederland echt gehoord.’
Grote foto door Alex Steffler