Het wonder van het SCP-onderzoek
Nieuws | BlogsRuim een derde van de bevolking leest iedere dag de krant; nieuwssites worden door een op de tien Nederlanders bezocht. ’s Avonds zitten we massaal voor de buis – dik 40% kijkt daarbij naar de journaals van NOS, RTL of SBS – en tweederde van de pubers kijkt lekker met paps en mams mee (al is dat niet noodzakelijk naar nieuws). Niet uitgesteld, gestreamd of op YouTube, maar gewoon lineair, ofwel live op het moment van uitzending. Nee, ik draag niet voor uit ‘Het aanzien van 1998’; deze cijfers hebben betrekking op de hedendaagse praktijk.
Donderdag presenteerde het Sociaal Cultureel Planbureau de tweede editie van haar tweejaarlijkse brochure Media:Tijd. In 2014 trad het SCP voor het eerst naar buiten met deze studie, een verdieping van het bredere tijdsbestedingsonderzoek dat sinds 1975 loopt en waarover iedere vijf jaar wordt gerapporteerd. In het nieuwe onderzoek, dat zich specifiek richt op de besteding van tijd aan media, wordt samengewerkt met onderzoeksorganisaties die in opdracht van uitgevers en omroepen lees-, luister- en kijkgedrag van consumenten in kaart brengen. Daarin ligt meteen het unieke karakter van deze samenwerking verscholen.
Onmisbaar om journalistiek verdienmodel nieuw leven in te blazen
Een wetenschappelijk onderzoeksinstituut dat voor ministeries werkt is erin geslaagd de handen ineen te slaan met uiteenlopende stichtingen die bereiksgegevens verzamelen in opdracht van uitgevers, omroepen en adverteerders. Dit, met als doel alle vormen van tijdsbesteding op het gebied van media nauwgezet in kaart te brengen – naast bovengenoemde vormen ook communiceren, gamen en het bezoeken van websites (waaronder nieuwssites). Dit biedt een unieke kans om op termijn inzage te krijgen in het nieuwsgebruik van Nederlanders: wie het antwoord weet op de vraag wie / waar / op welk moment / via welk apparaat nieuws consumeert heeft een onmisbaar bestanddeel in handen om het verdienmodel achter de journalistiek nieuw leven in te blazen.
Op een dergelijk onderzoek is al voorgesorteerd. De cijfers die in de eerste alinea van dit blog worden aangehaald, zijn afkomstig uit een meer gedetailleerde studie van SCP (verschenen in 2015). Daarin wordt het live kijken van nieuws op televisie afgezet tegen de krant lezen op papier, de krant lezen op mobiel of tablet en het bezoeken van nieuwssites & -apps. Wat blijkt: Ofschoon één op de tien Nederlanders nieuws online volgt, is het gemiddelde dat nieuwsconsumenten (van alle leeftijden) hieraan besteden drie kwartier per dag; net zo veel als bij de papieren krant. De meting vond plaats in 2013; ik kijk reikhalzend uit naar een vervolg op basis van de nieuwe cijfers.
Met ‘de mediarevolutie’ valt het wel mee
De presentatie van de nieuwe cijfers uit 2015 gaf alvast aanleiding tot de constatering dat het met ‘de mediarevolutie’ wel meevalt en dat jongeren helemaal niet zo radicaal anders gebruik maken van media. Een kleine 3.000 Nederlanders hield een dagboek bij waarin nauwgezet moest worden bijgehouden met welke media-activiteiten men zich gedurende een week bezig hield. Om te worden meegeteld moet een activiteit tenminste vijf aaneengesloten minuten hebben plaatsgevonden. Het zal niemand verbazen dat 65-plussers kijken tot ze erbij neervallen, dat voornamelijk hoogopgeleiden de krant op hun iPad lezen, dat mannen beter luisteren (pardon, dat moet ‘meer’ zijn) en dat jongeren dik twee uur met elkaar communiceren via hun mobiel. Dat cijfers voor bezoek van nieuwssites op het oog zo laag uitpakken, hangt waarschijnlijk samen met het feit dat de 2,5 miljoen unieke bezoekers van Nu.nl de site meerdere malen per dag minder dan vijf aaneengesloten minuten bezoeken.
Trends op lange termijn
Dat juist het SCP en joint industry comittees als Nationaal Onderzoek Multimedia (NOM) en Stichting Kijkonderzoek (SKO) elkaar hebben weten te vinden in een tijd waarin er al anderhalf jaar geen overkoepelende gebruikscijfers voor internet beschikbaar zijn – laat staan voor het online volgen van nieuws – mag een klein wonder heten. Vertel dat hardnekkige gerucht van dat weinig revolutionaire mediagebruik dus maar liever niet aan uitgevers en omroepen; voor je het weet nemen ze het serieus en wordt de toch al achterlopende innovatieklok nog eens 15 jaar teruggedraaid.