Hoe maak je de Nederlandse Serial?

Nieuws | Blogs
  • Eef Grob
  • 14 november 2016
  • 736 woorden , 3 min. lezen

Men neme een retespannend scenario, uitgesmeerd over meerdere afleveringen, een briljante stem, een cliffhanger voor elke episode, een sublieme montage en hoogwaardige audioafwerking. Et voilà: de Nederlandse variant van de podcasthit Serial is geboren. Alleen, hij is er nog niet: die Nederlandse podcasthit. Waarom eigenlijk niet? Dat vroegen we ons bij de Stichting Verhalende Journalistiek ook af, en met steun van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek gaan we proberen een Nederlandse non-fictiepodcasthit te creëren (en daarvan leren).

Wat is er nodig om het jonge genre in Nederland een zwieper te geven?

We beginnen bij de inhoud: aan ideeën is gelukkig geen gebrek. Alle makers die ik spreek, lopen over van de plannen. Om de beste ideeën te vinden heeft onze stichting een narratieve beurs ter waarde van vierduizend euro in het leven geroepen. Tot 1 september konden podcastmakers hun ideeën inleveren voor een podcastserie. Met het geld produceren makers een pilot-aflevering, die we vervolgens op de markt proberen te brengen. De hobbels die we onderweg tegenkomen, geven inzicht in de onderzoeksvraag: wat is er nodig om het jonge genre van verhalende journalistieke podcasts in Nederland een zwieper te geven?

Een verhalende podcast kost duur

Want er is meer nodig dan die vierduizend euro. Een verhalende journalistieke podcastserie ‘kost duur’. Hoogwaardige Nederlandse voorbeelden in het genre dat we zoeken (denk aan NPO-titels als Radio Doc en Toendra) maken met vierduizend euro net één aflevering, variërend van tien tot veertig minuten. “En dan valt de eindredactie hier nog mee,” vertelt Jair Stein, gelauwerd radiomaker. “Bij This American Life haalt het merendeel van de uitgezette verhalen de uitzending niet eens.”

Maar iedereen kan toch podcasts maken? Tuurlijk, maar een verhalende journalistieke podcast vereist meer dan het openzetten van de microfoon voor een goed gesprek (de zogenaamde chatcast of ‘ouwehoerpodcast’). Voor de eerste afleveringen van Serial bijvoorbeeld was een team een jaar lang vrijgesteld voor research. Stein vergelijkt het met een filmproductie: je probeert verschillende versies uit om bij de beste, spannendste opbouw uit te komen.

Dus gaan we met de pilot-aflevering uiteraard kijken wat goedkoper kan zonder op kwaliteit in te leveren, maar gaan we ook op zoek naar extra gelden. Wat valt er te halen in subsidieland en op de markt, zijn bijvoorbeeld uitgeverijen of kranten bereid om de ontwikkeling te sponsoren, welke innovatieve adverteerders zijn geïnteresseerd, welke samenwerkingsmogelijkheden liggen er in Vlaanderen, wat kunnen we bereiken met crowdfunding? Als Serial al afhankelijk was van publieksdonaties om een tweede seizoen te kunnen produceren, wat zijn dan de mogelijkheden in het beperkte Nederlandse taalgebied?

It takes a village

Wat ook opvalt aan de Amerikaanse voorbeelden is dat er veel makers bij de productie betrokken zijn. Sarah Koenig mag dan vrijwel de enige stem zijn in Serial, veel andere makers hebben kritisch meegeluisterd en elke aflevering wordt diverse malen opnieuw gemonteerd. Voor de pilot gaan we dan ook minimaal één kritische feedbacksessie organiseren met ervaren makers, om samen te werken aan de best mogelijke versie.

Hoe ontsnappen we aan de catch-22 tussen adverteerders en publiek?

Zouden we bijna het publiek vergeten. Want hoe brengen we de potentiële podcasthit aan de man? Zonder publiek kunnen we die adverteerders wel vergeten, maar zonder adverteerders krijgen we de serie niet gefinancierd. Hoe ontsnappen we aan deze catch-22? Samenwerking met bestaande netwerken ligt voor de hand. Serial kon als spin-off van This American Life meeliften op het miljoenenpubliek van deze gevestigde radioshow. Welke bestaande titels willen onze megahit-in-wording adopteren en promoten, en onder welke voorwaarden? Kunnen we bijvoorbeeld samenwerken met een publieke omroep (de VPRO is momenteel koploper op het gebied van verhalende podcasts) als we ook adverteerders willen betrekken?

Daarnaast ligt het voor de hand te experimenteren met promotie op sociale media. Welke teaser werkt het beste, welke afbeelding trekt, moet je je serie nu wel of niet ‘podcast’ noemen en wat is het effect van video-met-ondertiteling op Facebook? En hoe promoot je audio in de fysieke wereld, bijvoorbeeld op een festival of in de bioscoop?

Open productie

Tot slot willen we potentieel publiek en andere geïnteresseerden zoveel mogelijk betrekken bij het maakproces. Welke onderwerpen kiezen we, welke volgorde, welke stem, welke advertentie, welke muziek: waar mogelijk maken we dilemma’s openbaar. Door de ontwikkeling zoveel mogelijk openbaar te maken, kunnen we leren van en bouwen we aan het publiek. Te beginnen met een blog over alle ambitieuze plannen. Bij dezen.

Foto door Casey Fiesler 

 

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.