Mediabedrijven moeten op eigen kracht overleven, vindt de Vlaamse collega van Arie Slob

Nieuws | Mediabeleid

Vlaanderen en Nederland zijn op journalistiek gebied verstrengeld. De grootste Nederlandse kranten zijn nagenoeg allemaal in handen van Vlaamse concerns. Daarnaast lopen beide landen tegen dezelfde problemen aan, zoals de dreiging van Facebook en Google, die de advertentiemarkt steeds verder overnemen. En dan spreken ze ook nog dezelfde taal. Dus waarom zouden ze niet intensiever samenwerken?

Geen romanticus

Tijdens het congres Vlaanderen-Nederland in september zei Sven Gatz, de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel (ja, dat is echt zijn portefeuille) dat hij dat wel ziet zitten. Die dag werd bij hem ‘een aantal radertjes in werking gezet’, vertelt hij op zijn Brusselse werkkamer. Op het congres werden de voorlopige resultaten van een onderzoek naar mogelijke samenwerking op het gebied van mediabeleid gedeeld. ‘Inhoudelijk lijkt wat we doen erg op elkaar. Je hoeft dus geen romanticus te zijn om verdere samenwerking na te streven.’ Ook de media in beide landen lijken, naar zijn idee, veel op elkaar. ‘Als ik een Nederlandse krant ter hand neem heb ik niet het gevoel dat we in twee verschillende werelden leven.’

Vlaanderen en Nederland mogen dan dezelfde doelen nastreven met hun mediabeleid –het ondersteunen van journalistiek en journalisten-, de manier waarop beide landen het aanpakken is heel verschillend. In Nederland wordt innovatie bijna helemaal vanuit het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek gesubsidieerd, een zelfstandig bestuursorgaan. Vlaanderen kan in dit opzicht van Nederland leren, zegt Gatz.

Steun gerichter inzetten

‘Ons Fonds Pascal Decroos steekt 300.000 euro in onderzoeksjournalistiek en daarnaast hebben we een nieuwe subsidielijn kunnen creëren voor innovatieve journalistieke projecten waar we ook 300.000 euro voor voorzien. Die twee dingen zouden we beter op elkaar kunnen afstemmen, al was het maar omdat de projecten die bij de eerste en tweede lichting van de subsidie voor innovatieve journalistiek werden ingediend, nog niet zo grensverleggend waren dat ik van mijn stoel viel. Natuurlijk levert dat niet meer middelen op, maar je kunt de steun misschien wel gerichter inzetten.’

Ieder bedrijf kan wel een stukje van de koek willen, maar het spijt me, de koek moet je zelf bakken

De afgelopen weken was er, in Vlaanderen en Nederland, veel te doen over de ruim negen ton die de Vlaamse overheid beloofde aan het Mediahuis (uitgever van onder andere NRC) voor ‘transformatiesteun’, een tijdelijke subsidie voor het doen van een grote investering. Kleine online media vonden dit oneerlijk. Gatz haast zich te zeggen dat zijn ministerie niet verantwoordelijk was voor dit bedrag, de minister van Economie heeft ertoe beslist. Maar: ‘Om voor die transformatiesteun in aanmerking te komen, moet je een bepaalde schaal hebben, omdat je er zelf een bedrag tegenover moet kunnen stellen. Kleine mediabedrijfjes kunnen dat natuurlijk niet. Ik ben aan het bekijken of wij die kleinere mediaondernemingen ook tijdelijke steun kunnen bieden.’

Hij kan het woord ‘tijdelijk’ echter niet genoeg benadrukken. ‘Ze mogen niet in de val trappen dat ze denken permanente steun nodig te hebben om een mediastorm te overleven. Ten eerste is dat Europees heel moeilijk te verantwoorden en daarnaast lijkt het mij geen goed businessmodel. Dan moet je er bij mij niet mee aankomen dat de pluriformiteit onder druk staat. Ieder bedrijf kan wel een stukje van de koek willen, maar het spijt me, de koek moet je zelf bakken.’

Opboksen tegen Facebook en Google

Zoals overal worstelen media in Vlaanderen en Nederland met de groeiende macht van Facebook en Google. Ook in dat opzicht kunnen ze iets voor elkaar betekenen, zegt de minister. Eerder probeerden de Vlaamse publieke omroep en verschillende kranten een ‘single sign on’-systeem op te zetten. Gebruikers konden daarbij met één account bij de verschillende media inloggen, waarna de media allemaal de gegevens van Vlaamse mediagebruikers kregen – nuttig voor marketing en target advertising. ‘Je hebt dan samen een kritische massa waarmee je, advertentiegewijs, een beetje kunt opwegen tegen Facebook en Google.’

Het liep stuk. Op omroepwetgeving, maar vooral op de botsende businessmodellen van de mediapartners. ‘Het bleek moeilijk alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. Ik ben dus voorzichtig. Maar het is wel een optie dat de twee grote Vlaamse mediahuizen, Mediahuis en Persgroep, gegevens gaan uitwisselen. Als dat in Vlaanderen kan, kan het misschien over de grens getild worden. Maar ja, ondertussen ontwikkelen Facebook en Google zich razendsnel, ik weet niet of we genoeg tijd hebben.’

Misleidende taal

Mocht het van een intensievere samenwerking tussen beide landen komen, dan is er wel een aandachtspuntje: de communicatie. Bij eerdere initiatieven tot samenwerking geweest zorgden culturele verschillen nog wel eens voor botsingen. ‘Wij denken, omdat we dezelfde taal spreken, dat we elkaar begrijpen. Vooral Vlamingen vergissen zich daar vaak in. Maar die taal misleidt ons. Misschien moeten wij het beter uitleggen en moeten jullie Nederlanders beter luisteren, al mag ik niet veralgemenen.’

Gatz’ regeringstermijn duurt nog anderhalf jaar. In de zomer van 2019 wil hij stappen gezet hebben. Tegen die tijd moeten de verschillende subsidiepotten beter op elkaar afgestemd zijn, of zelfs samengevoegd. ‘En ik wil de gesprekken over samenwerking met de Nederlandse collega’s dan diepgaander gevoerd hebben.’

Foto door Studio Nunu

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.