'Nederland investeert in journalistiek, Vlaanderen in mediabedrijven'
Nieuws |Door Sander Carollo
Daarom werkt een onderzoeksgroep aan een rapport over het mediabeleid en de mediabeleving in Vlaanderen en Nederland. Tijdens het mediacongres ‘Vlaanderen-Nederland: innovaties & markante evoluties’ kon Jo Bardoel, voorzitter van de onderzoeksgroep en emeritus hoogleraar Communicatiewetenschappen, al enkele resultaten toelichten over het journalistieke landschap en mediabeleid.
Google en Facebook
“De kwaliteit van de journalistieke infrastructuur is moeilijk te doorgronden”, stelde Bardoel, “vanwege de beslotenheid van ondernemingen en de beperkte transparantie van de geldstromingen bij de openbare omroep.”
“Zowel Vlaanderen als Nederland hebben een geconcentreerde mediamarkt met veel titels in handen van weinig mediahuizen die dan ook nog in beide landen actief zijn. De journalistieke kwaliteit lijkt op orde maar de meerstemmigheid staat onder druk. Dat geldt vooral lokaal waar we vaak al blij zijn met ‘iets is beter dan niets’, wat nefast is voor de journalistieke waakhondfunctie”, betreurde Bardoel.
Nauwere schoentjes
“Het kleine Vlaanderen verkeert in nauwere schoentjes dan Nederland”, stelde Bardoel vast. “Maar het Nederlandse schaalvoordeel moet niet overdreven worden, want dat kan ook leiden tot een gebrek aan scherpte. Zo zijn Vlaamse familiebedrijven vaker trouw gebleven aan hun missie en hebben ze Nederlandse bedrijven kunnen overnemen.”
Grote spelers zoals Facebook en Google baren zorgen. “Ze personaliseren zowel nieuws als reclame. Bovendien vervangen ze redacties door robots en gaan ze met het meeste reclamegeld lopen”, meent Bardoel. “Maar erger nog is dat de onafhankelijkheid en betrouwbaarheid in het gedrang komen.”
Fondsen als breekijzer
Moeten grote mediabedrijven ook geen verantwoordelijkheid nemen? Volgens Bardoel gebeurt dat wel, maar zijn ze vaak terughoudend om hun ervaringen met anderen te delen. “Als het al gebeurt, is het eerder achteraf en over de eigen successen. Fondsen kunnen daarom als breekijzer dienen om de innovatie in de hele sector te versterken, juist omdat innovatie vaak van buiten komt en van kleine spelers.”
Bovendien is er meer monitoring nodig om te kunnen evalueren en nieuw mediabeleid te kunnen ontwikkelen. Bardoel: “Nederland is goed in het signaleren van problemen maar bescheiden in het maken van beleid. Vanwege de gedeelde belangen lijkt het bovendien wenselijk om mediamonitoring met Vlaanderen af te stemmen.”
België steunt overheidsbedrijf Bpost en mediahuizen, Nederland steunt vooral journalistiek
Wat het mediabeleid in Vlaanderen en Nederland betreft zijn de verschillen groot. Bardoel: “In Nederland is beleid voor pers en journalistiek beperkt en specifiek van aard. In Vlaanderen is het eerder omgekeerd: royaal maar generiek en onrechtstreeks. In Nederland gaat het slechts om enkele miljoenen per jaar, maar wordt journalistieke innovatie gestimuleerd. In België gaan er maar liefst enkele honderden miljoenen per jaar in de vorm van fiscale vrijstelling van btw aan dagbladen en aan subsidiëring van de krantenverdeling via het overheidsbedrijf Bpost. We horen daarom ook vaak het gezegde: België steunt Bpost en mediahuizen, Nederland steunt vooral journalistiek.”
Continuïteit
Bardoel gaf nog een verschil. “In Nederland ligt het primaat van beleidsbepaling bij de ambtenarij die voor voldoende continuïteit zorgt. In België is dit gepolitiseerd door kabinetsmedewerkers. Zo is het beleid minder continu en zijn de oplossingen soms minder bestendig.”
In Nederland is Bardoel actief geweest in de Raad voor Cultuur. Hij raakte er onder de druk van het langetermijnbeleid. Dat hield in: enerzijds structurele steun voor een goede basisinfrastructuur voor cultuur en media en anderzijds ad hoc-subsidies voor nieuwe initiatieven met het oog op innovatie.
Samenwerking tussen regionale media
Volgens Bardoel moeten we journalistiek en innovatie rechtstreeks stimuleren. “Zo steunen we grote én kleine bedrijven. Belangrijker nog: we dienen dan zowel de economie als de democratie. Bovendien is er meer samenwerking nodig binnen en tussen de nationale en regionale media van beide taalgebieden, te beginnen in de grensgebieden.”
Ten slotte moeten samenwerkingsinitiatieven tussen Vlaanderen en Nederland minder ad-hoc en van personen afhankelijk zijn. Overheden moet ook meer voorwaarden scheppen voor stelselmatige samenwerking. Om die voortgang op te volgen zou er dan ook een apart luik in de beleidsbrieven moeten komen voor de samenwerking over media en in journalistiek in beide taalgebieden.
Dit artikel verscheen eerder op de Vlaamse opiniesite Doorbraak.