Vernieuwing van het ouderwetse abonnementenmodel levert veel op

Nieuws |
  • Peter Smet
  • 04 oktober 2017
  • 698 woorden , 3 min. lezen

Het is een bekend verhaal. Advertenties waren voor journalistieke media het belangrijkste onderdeel van hun verdienmodel, tot dat met de digitalisering instortte. Daarom is er de laatste jaren naarstig geëxperimenteerd met nieuwe verdienmodellen. Denk aan burgerjournalistiek (Dichtbij), ontbundeling (Blendle), crowdfunding (Yournalism) en branded content (NRC Q). Het een is succesvoller dan het ander, maar een definitieve vervanger voor het advertentiemodel zit er vooralsnog niet tussen.

The New York Times

The New York Times kwam in januari met zijn plannen voor 2020. De nadruk ligt op die andere financiële steunpilaar onder het oude bestel: leden. Het aantal digitale abonnees moet in 2020 zelfs zijn verdubbeld.
Halverwege 2017 beslaan inkomsten uit abonnementen al ruim 60 procent van de totale inkomsten. Dat is ruim dubbel zoveel als in de advertentietijd. De terugloop in advertentie-inkomsten wordt hier zelfs ruim door gecompenseerd. Ook worden meer digitale dan papieren abonnementen afgesloten.

Van clicks naar tijd

Hoe doet de krant dit precies? Het opvallendst is dat succes anders wordt berekend. Clicks waren voorheen de belangrijkste maatstaf voor digitale content. Logisch, omdat clicks bepaalden hoe vaak een advertentie werd bekeken. Dit bepaalt de waarde van een platform voor adverteerders.

Clickbait en kattenplaatjes verliezen waarde ten opzichte van kwaliteitscontent

Nu verschuift dit van clicks naar lees-, kijk- en luistertijd. Hoe langer een gebruiker bezig is met de content, hoe meer deze de content waardeert en des te groter diens bereidheid om hiervoor te betalen. Met grote gevolgen voor producties. Clickbait en kattenplaatjes verliezen immers waarde ten opzichte van kwaliteitscontent.

Puzzel met veel stukjes

Toch is het vernieuwen van het ledenmodel geen kwestie van simpelweg terugkeren naar traditionele journalistiek. Het ledenmodel is een puzzel met veel verschillende stukjes, zeker in het digitale tijdperk.
In een poging deze stukjes te vinden en bij elkaar te rapen, hebben De Correspondent en de afdeling Journalistiek van de New York University (NYU) de handen ineengeslagen voor de Membership Puzzle. In maart is het project van start gegaan: de eerste resultaten zijn nu binnen.

Contact met de gebruiker is ook een journalistieke kerntaak

De onderzoekers schetsen twee aandachtspunten voor innovatie. Het eerste is dat het journalistieke proces moet worden aangepast. De reflex van redacties om reactievakken te sluiten en alleen maar productie te draaien, is nadelig. Contact met de gebruiker is ook een journalistieke kerntaak. Het is niet zo gek dat The New York Times de functie van ombudsman heeft opgeheven, want iedere journalist is ombudsman.
Het vervullen van deze taak is alleen, zoals de onderzoekers aangeven, nog zeer tijdrovend. Alle communicatie is handwerk. In die zin is de reflex van redacties om het contact met lezers te beperken begrijpelijk. Structurele oplossingen in de omgang met het publiek en het managen van communicatie, zijn broodnodige innovaties.

Sociaal contract met lezers

Het tweede is de status van het sociale contract met de lezers. Journalistieke media troeven elkaar af in prijsconcurrentie, met het product als prijsbepaler. Wie puur kijkt naar de prijs van het product, zoals kranten of televisieprogramma’s, heeft geen oog voor de diensten daaromheen, zoals het lezen van en reageren op commentaar van gebruikers. Terwijl de waarde van journalistiek daar net zo goed in besloten ligt. De gebruiker wil er ook voor betalen.
Een goed voorbeeld van dit nieuwe sociale contract is het platform Patreon. Patreon is een platform waar gebruikers betalen voor een persoonlijke selectie artiesten, in ruil voor oplopende extra’s. Dat kan van alles zijn, zoals sneak peeks en t-shirts of persoonlijk contact met de artiest.
Ook journalistieke media ontdekken het platform. Onder andere podcastproducer CANADALAND, talkshow The Rubin Report en lokale krant The Asheville Blade draaien al via het platform. De groei is enorm. Sinds 2013 heeft het platform 100 miljoen dollar opgehaald voor vijftigduizend makers. In 2017 moet hier nog eens 150 miljoen bij komen.

Innovatie levert veel op

Dit betekent niet dat Patreon geschikt zal zijn voor elke redactie. Het platform leunt zwaar op de individuele maker, met wie gebruikers een persoonlijke band aangaan. Maar de verhalen van Patreon en The New York laten onmiskenbaar zien dat innovatie in het aloude ledenmodel veel oplevert.
Tegelijkertijd is de puzzel nog lang niet compleet. En de puzzelstukjes die we wel kennen, zijn nu eerder problemen dan oplossingen. Bij uitstek kans om te innoveren.
 

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.