De ongelijke strijd tegen nepnieuws

Nieuws |
  • Redactie
  • 10 april 2017
  • 605 woorden , 3 min. lezen

Door Frits van Exter
Nepnieuws is een groot probleem, klinkt het alom tijdens de recente studiereis van bestuursleden van het Stimuleringsfonds naar New York en Silicon Valley. Ondernemers, investeerders, technologen, hoogleraren en journalisten zeggen het elkaar na. Bijvoorbeeld Duncan Mavin van Dow Jones Media Group (o.a. Wall Street Journal): ‘Het wordt steeds moeilijker onze lezers te vertellen wat waar is en wat niet.’

Nepnieuws als verdienmodel

Ontnuchterend is misschien de reactie van Rick Klau, een van de partners van Google Invest, de investeringsbank van Google. “Ja, nepnieuws… Is er een verdienmodel voor de oplossing, of is nepnieuws zelf het verdienmodel?” Echt nieuws klikt en deelt nu eenmaal een stuk minder.
Klau werkt niet alleen voor een bedrijf dat ruim twee miljard dollar heeft geïnvesteerd in honderden tech-bedrijven, maar is ook een politieke junkie die actief betrokken was bij verschillende campagnes, waaronder die van Barack Obama voor de Senaat in 2004. Hij is betrokken genoeg om te beamen dat nepnieuws, mede dankzij Google, een groeiend probleem is, maar ook zakelijk genoeg om ons te herinneren aan de simpele beginselen van de markt.

We worden dik van alle ‘lekkere’ informatie. Dat maakt het moeilijker om een gezonder dieet te volgen

Hij vergelijkt informatie met voedsel. Junkfood is niet goed voor je, maar het is overal verkrijgbaar en goedkoop. “We worden dik van alle ‘lekkere’ informatie. Dat maakt het moeilijker om een gezonder dieet te volgen. Je moet ook leren dat je groenten moet eten.”
De grote snackbarketens Google en Facebook erkennen inmiddels schoorvoetend dat zij hiervoor verantwoordelijkheid dragen. Google laat geen advertenties meer plaatsen op bekende dubieuze sites. Facebook zoekt ook samenwerking met journalistieke organisaties om nepnieuws op te sporen. Maar het zijn kleine stapjes. Het probleem is niet zozeer nepnieuws, als wel de overdaad aan nieuws. Het is vooral door de kwantiteit dat de kwaliteit zich moeilijker lijkt te laten onderscheiden. En de kwantiteit maakt, in de woorden van Rick Klau, het verdienmodel.

Glad ijs

Op de Universiteit van Stanford praten medewerkers van de faculteit voor journalistiek omzichtig over de rol van de sociale media. Als je het over nepnieuws hebt, heb je het al gauw over president Trump en begeef je je als neutrale instelling op glad ijs. Bovendien is de universiteit een broedplaats voor Silicon Valley en nauw verbonden met de meeste tech-bedrijven. Een functionaris wil off the record wel kwijt dat Google open staat voor samenwerking met journalisten, maar dat Facebook veel meer gesloten is. “Facebook wil alleen dat je niet ophoudt met het leuk vinden en delen, tenzij het slecht is voor hun omzet.”

Nieuwsorganisaties moeten op zoek gaan naar manieren om mensen De Waarheid te verkopen

Rob Reed werkt bij Splunk in San Francisco. Het bedrijf maakt software waarmee big data sneller en beter geanalyseerd kunnen worden. Reed vertrekt er binnenkort om meer tijd aan zijn gezin te besteden en voelt zich daarom misschien nu vrijer om de standaardpresentatie te kruiden met enkele afwijkende dia’s ontleend aan het werk van Jonathan Albright, datajournalist verbonden aan de Elon-universiteit in North Carolina. Hij heeft meer dan driehonderd sites van conservatieve verspreiders van nep-nieuws, hun enorme netwerken en hun toegang tot sociale media blootgelegd.
Reed laat ons zonder commentaar een lang citaat lezen van Albright dat eindigt met: “In het post-feitentijdperk lijkt wat in het publiek belang is, haaks te staan op hetgeen waar het publiek belangstelling voor heeft. (…) Nieuwsorganisaties moeten stoppen met het verkopen van hun producten gebaseerd op hetgeen waar mensen aandacht voor hebben en op zoek gaan naar manieren om ze De Waarheid te verkopen.” Op zoek dus naar een verdienmodel voor de echte, betekenisvolle feiten.
Foto van einalem

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.