Bij Amersfoortse nieuwssite De Stadsbron hebben journalist en burger evenveel inspraak
Nieuws | Onderzoeksjournalistiek‘We hebben geen vaste voorzitter, elke vergadering moeten we opnieuw iemand aanwijzen. Uiteindelijk is het toch altijd Harmen die de tijd in de gaten houdt. Zo gaat het hier altijd.’ Joke Sickmann lacht. Ze is een ‘aanwaaier’ bij De Stadsbron in Amersfoort. Geen journalistieke achtergrond, maar al jaren betrokken bij de stad. Zij is niet het enige niet-journalistieke lid van het Amersfoortse platform voor achtergronden en onderzoeksjournalistiek. Naast journalisten maken onder andere vormgevers, historici en kunstenaars deel uit van de redactie.
Elke twee weken vergadert De Stadsbron bij De WAR, een broedplaats voor kunst, techniek, onderzoek en alles ertussenin, in het noordwesten van de stad. Op de binnenplaats ligt sloophout en gereedschap. Er staat een leeg kippenhok, de kippen scharrelen iets verderop in het groen. In de vergaderruimte komen potten koffie en thee op tafel en verklaart inderdaad Harmen de vergadering voor geopend.
Te beperkt nieuws
Harmen Zijp is initiatiefnemer van De Stadsbron. Hij kreeg het idee toen het gebouw van De WAR in 2016 te koop werd gezet en er in de media weinig aandacht was voor de crowdfunding-actie van de ‘bewoners’, vertelt hij. Hij was niet de enige die het lokale nieuws te beperkt vond. ‘Dus hebben we de meest eenvoudige vorm voor een lokaal medium bedacht: online, geen overhead, geen huisvesting en gerund door vrijwilligers. En dan maar kijken hoe ver we kwamen.’
Er zijn eigenlijk maar drie criteria: transparantie, fatsoen en toegevoegde waarde
Ook de eisen aan de inhoud zijn zo laagdrempelig mogelijk. ‘Er zijn eigenlijk maar drie criteria: transparantie, dus de bronnen moeten bekend zijn, fatsoen, en het moet toegevoegde waarde hebben.’ Niet het snelle korte nieuws en geen persberichten dus, want dat doen andere media al. De Stadsbron wil juist de verdieping bieden die ze in de lokale berichtgeving missen. Bijvoorbeeld door middel van journalistiek onderzoek. Vorig jaar kregen ze voor dat laatste een subsidie van 78.408 euro van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.
De vergadering is een geregisseerd zooitje ongeregeld. Er is ruimte voor discussie en gekeuvel, maar uiteindelijk worden er werkgroepen bedacht en knopen doorgehakt. De onderwerpen gaan van typisch lokale thema’s als bouwvergunningen, geluidsoverlast en de gemeenteraad tot meer algemene verhalen over de geschiedenis van de stad, armoedebestrijding of de misstanden in de zorg.
Iedereen gelijk
Begin 2018 ging het platform van start. De journalistieke kar wordt getrokken door Arjeh Kalmann, oud-hoofdredacteur van het Utrechts Nieuwsblad, en Eric van der Velden, voormalig verslaggever van het AD. De kernredactie telt zo’n tien personen, overwegend mannen die het grootste gedeelte van hun carrière al achter zich hebben – om maar niet te zeggen ‘grijze mannen’, want het verwijt dat ze een oude, zure mannenclub zijn, hebben ze al te vaak gehoord. De redactie zou het zelf ook graag anders zien. Van der Velden: ‘We hebben al vaker oproepen geplaatst voor freelancers, voor betaalde opdrachten, maar we krijgen weinig respons.’
Het belangrijkste kenmerk van de Stadsbron is de platte structuur: er is geen hoofd- of eindredactie, geen hiërarchie, de groep bepaalt samen wie voor welk onderwerp verantwoordelijk is. Artikelen worden gepubliceerd als ze door drie redactieleden zijn goedgekeurd. Wie dat zijn, maakt niet uit. Het voordeel van zo’n platte organisatie is ‘dat die niet kan instorten’, grapt Kalmann. Om journalistieke of andere missers te voorkomen kunnen redactieleden een artikel vetoën. Dan verschijnt het stuk niet, of in elk geval niet in deze vorm.
We schrijven voor de stad, niet voor het stadhuis
Een ‘normale redactiestructuur’ zou niemand hier willen. Tegelijkertijd is de club ervan doordrongen dat professionalisering nodig is. Soms is er frustratie, vertelt Siem Eikelenboom, onderzoeksjournalist voor onder meer Follow the Money en de Stadsbron, later aan de telefoon. ‘Dan ligt er een onderwerp voor je neus, maar pakt niemand het op omdat men de nieuwswaarde er niet van ziet. Of het duurt heel lang totdat een artikel is goedgekeurd.’ Eikelenboom mist dan de journalistieke snelheid, maar tegelijkertijd ziet hij de meerwaarde van deze manier van werken. De dynamiek op de redactie, vol verschillende types – van professioneel journalist tot ‘aanwaaier’- is verfrissend, er worden andere vragen gesteld en onderwerpen vanuit nieuwe invalshoeken benaderd.
Podium voor Amersfoorters
Steeds meer Amersfoorters weten de Stadsbron te vinden. Het aantal views en lezers groeit gestaag en ook op de bijeenkomsten die de redactie organiseert kwamen tot nu toe tussen de 80 en 120 mensen af. ‘Die platformfunctie is er gaandeweg bij gekomen. Blijkbaar is er behoefte aan zo’n podium en dat bieden wij graag’, vertelt Zijp. De redactie organiseerde onlangs een bijeenkomst over de omstreden plannen voor een fietsbrug en in december wordt het jaar afgesloten met een paneldiscussie met verschillende sprekers. Om de Amersfoortse burgers nog meer bij het platform te betrekken, start in 2020 ook een burgerjournalistiek project waarin burgers samen met journalisten van de Stadsbron aan onderzoeksverhalen gaan werken.
De vergadering is al bijna afgelopen, wanneer er nog een discussie ontbrandt over een gemeenteambtenaar die de toon van de site te negatief vindt. Een goed teken, is uiteindelijk de conclusie, want de Stadsbron wil een luis in de pels zijn. ‘We schrijven voor de stad en niet voor het stadhuis, dus als er onvrede is, gaan we door met een onderwerp,’ vat Van der Velden samen.
Foto door Meike van der Velden