© Bas Adriaans

Claudia Marcu: ‘De aandacht voor Oost-Europa is in Nederlandse media beperkt’

Nieuws | Op de werkvloer

Toen Claudia Marcu geboorteland Roemenië verruilde voor Nederland, was de val van dictator Ceauşescu nog geen 15 jaar geleden. Net als het hele land stond de Roemeense journalistiek aan het begin van wederopbouw. Eenmaal aangekomen in Nederland leek alles mogelijk. Marcu was jarenlang algemeen Nederlands correspondent, inmiddels richt ze zich volledig op cultuur voor Radio Romania Cultural.         

Wat viel je op toen je in Nederland ging werken? 

‘Ik voelde wat vrijheid is. Hier kon je zomaar een interview regelen! De relatie met de politiek en met persafdelingen van allerlei organisaties was makkelijk. Een wereld van verschil met Roemenië. Toen ik daar in 2003 wegging, was het einde van de dictatuur nog maar kortgeleden. 50 jaar lang was er geen onafhankelijke journalistiek geweest, de media waren een tool voor het regime. Nog steeds zou ik niet willen zeggen dat Roemenië een democratie is. We zijn onderweg naar een democratie.’ 

Hoe was de laatste periode in Roemenië voor jou?  

‘Het was mijn ongelukkigste tijd. Ik werkte voor een regionaal radiostation, maar kon heel moeilijk mijn werk doen en werd bedreigd door politieke figuren. Als je geen belangrijke mensen kende, kon je eigenlijk geen netwerk opbouwen.  

De laatste jaren dat ik in Roemenië woonde, waren ook de jaren voor toetreding tot de Europese Unie. Vandaar dat er journalisten uit verschillende landen kwamen om verslag te doen van de situatie in Roemenië, en om de journalistiek verder te helpen. Dat gold overigens voor meer landen die uit een totalitaire periode kwamen. Veel van die journalisten vertelden hoe we het moesten doen. Het Nederlandse team was het enige dat aan ons vroeg: wat zijn jullie problemen, hoe kunnen we helpen? Daar hebben we veel aan gehad.’ 

¬Claudia Marcu, foto: Bas Adriaans

Wat voor dingen leerden jullie dan van die buitenlandse journalisten? 

‘Hoe je reportages maakt en een interview doet. Wat kritische journalistiek is. Heel basale dingen eigenlijk, maar we moesten het allemaal ontdekken.’  

Ben je nog steeds zo positief over de Nederlandse journalistiek als in het begin? 

‘Op ethisch gebied is Nederland soms een beetje een eiland. Neem de kunstroof van vorig jaar, toen Roemeense kunstschatten uit het Drents Museum werden gestolen. Nederlandse media vonden het een dilemma of ze foto’s van de verdachten moesten tonen. Roemenen snappen daar niks van – zij zijn bij zo’n misdaad gewend aan een mediacircus. Bij de arrestatie zouden er ook camera’s bovenop hebben gestaan. Maar ik vind die terughoudendheid in Nederland wel positief. Het kon immers zijn dat die verdachten niet schuldig waren.’   

Wat kan er beter? 

‘Ik vind de aandacht voor Oost-Europa de afgelopen 20 jaar beperkt. Je hoort en leest vaak meer over wat er in Afrika gebeurt. Toen er protesten waren in Boekarest, hoorde ik daar in de Nederlandse media pas 16 dagen later over. Hoe dat komt? Ik heb het aan mijn man gevraagd, oud-journalist. Hij zei: misschien hebben ze daar geen correspondent. Maar dat vind ik geen excuus.’   

Je was bijna 15 jaar Nederlands correspondent voor Radio Romania. Nu richt je je op cultuur voor de aparte zender Radio Romania Cultural. Wat voor onderwerpen kies je? 

‘Ik maak een rubriek, Ilustrată din Amsterdam – Brief uit Amsterdam – en sinds kort ook een gelijknamige podcast. Daarin gaat het over cultuur in Nederland en over het culturele leven van de Roemeense gemeenschap in Nederland. Vaak over tentoonstellingen. Ik ben een paar jaar geleden terug naar de universiteit gegaan en heb kunstgeschiedenis gestudeerd, met de Nederlandse meesters uit de 17e eeuw als specialisatie. Ik maak vooral items over tentoonstellingen die ik interessant vind.’  

Hoe luisteren Roemeense luisteraars daarnaar? De meesten zullen de tentoonstelling niet bezoeken. 

‘Nee, maar het is niet per se een uitnodiging om ernaartoe te gaan. De mensen die luisteren zijn geïnteresseerd in kunst en cultuur. Ik introduceer ze in een nieuwe wereld. Een paar jaar geleden bijvoorbeeld in het werk van Jacob Vrel, een kunstenaar die verwant is aan Johannes Vermeer. Ook in Nederland is dat geen bekende kunstenaar, maar als je er goed over vertelt, spreekt het aan.’   

Welk beeld hebben Roemenen van Nederland?  

‘Af en toe ben ik gids in een museum, en soms komen daar Roemeense toeristen. Zij bewonderen Nederland omdat het hier zo schoon is en alles goed geregeld is. De publieke ruimte interesseert Roemenen veel minder, zij vinden het vooral belangrijk dat hun eigen plek er goed uitziet. Ik heb wel het idee dat het Roemeense plaatje van Nederland is veranderd door de kunstroof. “Nederland heeft ons erfgoed gestolen!” lees je weleens, al is dat vooral het geluid in populistische media.’      

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.