De droom van Europa-media: ‘Een continent dat samensmelt’
Nieuws | MedialandschapDe afgelopen jaren is er een nieuwe golf van ‘pan-Europese’ media op gang gekomen. Deze initiatieven, meestal geleid door jonge, ambitieuze journalisten, doen verslag van wat er op het continent gebeurt, maar dan vanuit een Europees in plaats van nationaal perspectief. Wie zijn deze Europeanen en wat is hun missie?
Het was ten tijde van het Brexit-referendum in 2016 dat Mick ter Reehorst (33) zich zorgen begon te maken. Een nipte meerderheid van de Britten had zojuist aangegeven uit de Europese Unie te willen vertrekken, en daarmee zaagden ze openlijk aan de stoelpoten van het politieke systeem waarin ze waren opgegroeid. ‘Nationalistische sentimenten waren natuurlijk al langer aanwezig in Europa, maar nu werd het serieus,’ zegt Ter Reehorst.
Het Britse referendum vormde voor hem en drie studievrienden de aanleiding om nog datzelfde jaar het journalistieke platform Are We Europe op te richten, met als zichtbaarste exponent een Engelstalig kwartaalmagazine. ‘We vroegen ons af wat het betekent om Europees te zijn. Waar begint en eindigt Europa?’

Grenzeloosheid
Iemand die zich dat in die periode ook afvroeg, is de Duits-Britse Dominic Kraemer (37). ‘Dat de Europese Unie er altijd was geweest, betekende niet dat die er altijd zou zijn,’ zegt hij. ‘Dat besef was er niet alleen bij de Britten, maar ook aan de andere kant van het Kanaal.’ Samen met co-host Katy Lee startte hij daarom in 2017 The Europeans, een podcast met als doel Europeanen onderling te verbinden.
Ik wil journalistiek lezen die uitlegt waarom nationale onderwerpen relevant zijn voor iemand aan de andere kant van Europa
Julius Fintelmann, hoofdredacteur The European Correspondent
Dit doen ze onder meer door ‘grenzen niet zo serieus te nemen als nationale media doen’ en in te zoomen op verschillende nationale kwesties die spelen op het Europese continent. ‘Ja, Europese landen hebben verschillende culturen, tradities en politiek,’ zegt Kraemer, ‘maar uiteindelijk leven we allemaal samen op dit continent.’ Door het delen van die verhalen kunnen landen bovendien van elkaar leren. ‘Dat is Europa op zijn best.’
Volgens Julius Fintelmann (22), hoofdredacteur van het in 2022 opgezette The European Correspondent, is die grenzeloosheid precies het punt van pan-Europese journalistiek. ‘Ik wil journalistiek lezen die verbanden legt tussen Europese landen en uitlegt waarom nationale onderwerpen relevant zijn voor iemand aan de andere kant van het continent,’ vertelt hij. ‘Denk bijvoorbeeld aan fenomenen die op meerdere plekken in Europa voorkomen, zoals de huizen- en migratiecrisis.’

Erasmusgeneratie
De drie pan-Europese titels onderscheiden zich naar eigen zeggen van gevestigde Europese media zoals Euractiv, Euronews en Politico doordat hun berichtgeving verder gaat dan alleen EU-kwesties. ‘Dat soort media richt zich op de Europese instellingen in Brussel, op wat er gebeurt in de EU-commissie en de Raad,’ zegt Fintelmann. ‘Heel relevant en nodig, maar het probleem is dat ze de EU gelijkstellen aan Europa, wat absoluut niet terecht is.’
‘Bij veel traditionele media die over Europa berichten gaat het vaak over de politieke dimensie van de Unie,’ vult Ter Reehorst aan. ‘Wij praten liever over Europa als continent, en daar horen ook landen als Roemenië en Bulgarije bij.’ De behoefte om op een andere manier naar Europa te kijken, leeft volgens hem sterker onder de zogenaamde ‘Erasmusgeneratie’, waar hij zelf deel van uitmaakt. Deze generatie bestaat uit miljoenen Europeanen die tijdens hun studentenleven hebben deelgenomen aan het uitwisselingsprogramma van de EU. ‘Voor ons draagt Europa de belofte in zich van een continent dat samensmelt.’
Wij dachten dat wat wij zelf wilden lezen, ook wel bij een groot publiek zou aankomen. Dat bleek moeilijker dan gedacht
Mick ter Reehorst, mede-oprichter Are We Europe
Maakt dat van pan-Europese media geen elitair project? Katz Laszlo (32), producer voor The Europeans, denkt van niet. Volgens haar bestaat er ‘een generatie breder dan alleen de Erasmusgeneratie, die het gewend is om vrijelijk te bewegen binnen Europa’. Hieronder vallen in haar ogen ook migranten van verschillende klassen die uit financiële noodzaak naar landen als Nederland zijn verhuisd. ‘Ook deze mensen zien een Europa voorbij nationale grenzen.’
Veilige haven
Pan-Europese media als The Europeans, Are We Europe en The European Correspondent hebben een andere doelgroep dan klassieke Europese media. Kraemer: ‘Het lezerspubliek van die gevestigde media bestaat meer uit mensen wier werk direct beïnvloed wordt door EU-instituties.’ Fintelmann bevestigt dit: ‘Grof gezegd schrijven zij over Brussel voor beleidsmakers en wij over Europa voor Europese burgers.’
Bij The European Correspondent willen ze die burgers niet alleen informeren, maar hen ook een veilige haven bieden. ‘We willen dat ze zich onderdeel voelen van een Europese gemeenschap en hen het idee geven dat ze er, met alle problemen binnen en buiten het continent, niet alleen voor staan,’ zegt Fintelmann. Getuige het gestegen aantal lezers – hun dagelijkse nieuwsbrief heeft inmiddels zo’n 65 duizend abonnees – lijkt hier behoefte aan te zijn. ‘We laten onze lezers achter met een hoopvol perspectief.’
Moeilijker dan gedacht
Dat het niet makkelijk is om als pan-Europees medium een hechte gemeenschap van (betalende) lezers op te bouwen, heeft Are We Europe aan den lijve ondervonden. Na veertien magazines te hebben samengesteld, besloten ze twee jaar geleden dat de productie ervan niet meer levensvatbaar was. ‘Ons puur journalistieke project is niet helemaal geslaagd,’ aldus Ter Reehorst. ‘We hadden een groep enthousiaste en loyale lezers, maar het lukte het ons niet om meer mensen te vinden die wilden betalen voor onze journalistiek. Misschien deden we net iets te complexe dingen.’

Hij vervolgt: ‘Er is een groep geïnteresseerd in dat grenzeloze, maar er zit wel een limiet aan. Wij dachten dat wat wij zelf wilden lezen, ook wel bij een groot publiek zou aankomen. Dat bleek moeilijker dan gedacht.’
Voor onze lezers moet het lezen van Europese journalistiek net zo normaal worden als het lezen van lokaal en nationaal nieuws
Julius Fintelmann, hoofdredacteur The European Correspondent
Maar omdat er toch wel ‘een hang naar Europese storytelling’ bleek te zijn, zetten ze een creatief bureau op, genaamd Awe Studio, dat Europese organisaties helpt bij het maken van content. Daarnaast zijn ze verder gegaan met Are We Europe, dat sindsdien ondersteuning biedt aan lokale journalistieke initiatieven in heel Europa. ‘We gaan nu naar de mensen toe, in plaats van dat ze naar ons toe moeten komen,’ zegt Ter Reehorst.
Groot dromen
Een ander verhaal is het voor de journalisten van The Europeans, die het vooralsnog wel is gelukt om hun podcast rendabel te houden. ‘We hadden aanvankelijk geen idee of er een publiek zou zijn voor 45 minuten geklets over Europa,’ zegt Kraemer. Acht jaar en veel financiële stress later concluderen ze dat dat er is. Een van de sleutels tot hun succes, denken ze zelf, is hun format. Kraemer: ‘Door het intieme karakter van een podcast hebben we een soort vriendschap ontwikkeld met onze luisteraars, die zich onderdeel voelen van onze kleine Europese gemeenschap.’

Hun succes gaat echter ook gepaard met uitdagingen, zoals de continue zoektocht naar geldstromen. ‘Het is als kleine, onafhankelijke media-organisatie heel lastig om financiering te vinden,’ zegt Laszlo. ‘Vooral het schrijven van fondsaanvragen is een onzeker en tijdrovend proces.’ Wat ze naar eigen zeggen op de been heeft gehouden, is hun Patreon-account, waarop trouwe luisteraars kunnen doneren aan de show. Het jarenlange doorzetten lijkt nu eindelijk zijn vruchten af te werpen. ‘Sinds kort voelen we ons voor het eerst geen startup meer,’ aldus Kraemer.
Voor het wat jongere The European Correspondent, dat drijft op een combinatie van donaties, advertentie-inkomsten en subsidies, is die fase nog niet voorbij. Dat weerhoudt hoofdredacteur Fintelmann er echter niet van om groot te dromen. ‘We willen graag een miljoen lezers bereiken. Voor hen moet het lezen van Europese journalistiek net zo normaal worden als het lezen van lokaal en nationaal nieuws, zodat ze er vervolgens over kunnen debatteren met hun vrienden.’