Hoe meet je de impact van een internationaal onderzoek zoals de Pandora Papers?
Nieuws | Wat zegt de wetenschap?Internationale samenwerking in de journalistiek kan veel teweegbrengen, zo bewijzen de projecten van het International Consortium of Investigative Journalists. Maar hoe meet je die impact? Kijk je alleen naar de discussies die een project aanwakkert, naar maatschappelijke verandering die eruit voortkomt, of ook naar wat ze een medium zelf opleveren? Amerikaanse wetenschappers ontwikkelden een methode.
De Pandora Papers zijn een schoolvoorbeeld van internationale samenwerking. Meer dan 600 journalisten, werkzaam voor 150 verschillende organisaties, spitten samen bijna 12 miljoen gelekte documenten door. Hun analyse stelde in 2021 wereldwijd frauduleuze praktijken en belastingontwijking aan de kaak. Het project was opgezet door het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ).
Hoe meet je de impact van zo’n omvangrijke samenwerking? Een groep Amerikaanse wetenschappers, onder wie Anya Schiffrin en André Corrêa d’Almeida van Columbia University, ontwierp hier samen met de ICIJ een methode voor. Bij journalistieke impact wordt vaak aan ‘externe’ effecten gedacht, denk aan aangewakkerde discussies, boetes voor frauderende bedrijven of aangepaste wetgeving. Niet zo gek, want volgens de onderzoekers zijn dit soort uitkomsten vaak het ‘ultieme doel van onderzoeksjournalistiek’. Maar ze wilden ook ‘interne’ impact in kaart brengen. Wat heeft de internationale samenwerking media gebracht, en wat heeft het ze gekost?
Ze legden de ICIJ-deelnemers een lange lijst met vragen voor. Ruim vijftig organisaties reageerden.
Fraude en corruptie
De Pandora Papers brachten veel teweeg, lieten alle ondervraagde media weten. Zo zag 60 procent van de media dat er meer journalistieke aandacht kwam voor financiële corruptie en belastingontwijking.
Ook in Nederland. Voormalig minister van financiën Wopke Hoekstra investeerde in een safaribedrijf via de Britse Maagdeneilanden, zo onthulden ICIJ-deelnemers Trouw, Het Financieele Dagblad en Investico. Het leidde tot ophef, aangezien de Britse Maagdeneilanden veel gebruikt worden voor belastingontwijking en fraude.
Maar de impact van de publicaties ging verder dan discussie. 47 procent van de media zag overheden zelf onderzoeken instellen als gevolg van hun publicaties. Een Tsjechisch medium meende zelfs dat het de herverkiezing van de Tsjechische premier voorkwam door licht te schijnen op zijn schimmige financiële zaakjes.
Vaardigheden en kosten
Ook op redacties zelf had de ICIJ-samenwerking impact. Ruim 80 procent van de organisaties zag deelnemende journalisten nieuwe vaardigheden opdoen tijden het project, zoals data-analyse en onderzoeksjournalistiek. Daarnaast zijn journalisten ook na de Pandora Papers meer met elkaar blijven samenwerken, zowel op hun eigen redactievloer als met andere media.
Maar, zo merken de wetenschappers op, er zaten ook keerzijden aan de ICIJ-deelname. Zo kreeg 9 procent van de redacties te maken met juridische bedreigingen en lastercampagnes. Ongeveer een derde merkte dat andere belangrijke verhalen op de plank bleven liggen omdat ze veel tijd staken in de Pandora Papers, onder andere over mensensmokkel.
Ook was deelname niet goedkoop. Gemiddeld kostte het een medium 97.700 dollar (ongeveer 94.500 euro) aan salarissen, reiskosten en meer. Op de vraag of daar ook extra inkomsten tegenover stonden, kon geen enkel medium bevestigend antwoorden: dat wisten ze niet.
Welzijn
De wetenschappers hopen dat media hun methode gaan gebruiken om zelf de impact van internationale projecten te meten. Redacties kunnen dan zelf kiezen welke aspecten van impact – het zij op de politiek of op de redactie zelf – ze in kaart willen brengen.
Wel zien de onderzoekers nog kansen om de methode uit te breiden. Vooralsnog richtten ze zich op media, maar idealiter ondervragen ze ook journalisten individueel. Dan kan onderzocht worden wat de impact is van internationale samenwerking op journalisten met verschillende rollen en achtergronden.