© Unsplash, Peter Smitskam

Hoe zien journalisten en politici elkaars rol bij de verspreiding van desinformatie?

Nieuws | Wat zegt de wetenschap?
  • Olaf Geurts
  • 19 september 2024
  • 615 woorden , 3 min. lezen

Politici en journalisten wijzen elkaar soms aan als bewuste verspreiders van onjuiste informatie. Wat is het effect van dat onderlinge vingerwijzen? Een team van wetenschappers ondervroeg honderden politici en journalisten erover.

‘Journalisten hebben politici nodig,’ zegt Emma van der Goot, universitair docent politieke communicatie en journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam. ‘De toegang tot politici is essentieel om informatie te verkrijgen,’ over politieke besluitvorming of ontwikkelingen achter de schermen. ‘Zo kunnen journalisten hun publiek informeren.’

Andersom leunt de politiek ook op de pers. ‘Politici kunnen hun kiezers niet alleen via sociale media bereiken, ze hebben ook de traditionele media nodig om zichtbaar te zijn.’

Samenwerking

Deze wederzijdse afhankelijkheid gaat soms gepaard met frustraties, merkte Van der Goot al tijdens eerder onderzoek, waarvoor ze politici interviewde over hun omgang met de pers. ‘Ze kunnen niet om media heen, maar maken zich zorgen over hoe ze de politiek weergeven. Tegelijkertijd is er achter de schermen veel meer samenwerking dan de media laten zien, die zijn toch meer gericht op conflicten.’

Soms komt het tot verwijten. Bijvoorbeeld wanneer politici journalisten bestempelen als ‘tuig van de richel’ en ‘rioolratten’ of wanneer ze verslaggeving wegzetten als fake news. Andersom koppen media weleens over politici die nepnieuws of complottheorieën verspreiden.

Samen met vier collega’s onderzocht Van der Goot dit onderlinge vingerwijzen. Het ging haar er niet om wie van de twee daadwerkelijk desinformatie verspreidt, maar om de onderlinge perceptie. ‘Hoe kijken politici en journalisten naar elkaars rol in de verspreiding van desinformatie? En wat doet het met hun contact wanneer er steeds meer wederzijds wantrouwen ontstaat?’

Enquête

Van der Goot en haar collega-onderzoekers namen een enquête af onder bijna 150 Vlaamse politiek journalisten en ruim 450 lokale politici. Ze vroegen hen wie zij zagen als de voornaamste verspreiders van desinformatie. Onder desinformatie wordt in dit geval verstaan: het bewust verspreiden van onjuiste informatie.

Beide groepen waren het eens over de rol van politici: 58 procent van de journalisten en 52 procent van de politici wezen naar politici als verspreiders van desinformatie. Beide groepen meenden dat vooral politieke partijen aan de radicaal-rechtse kant zich hier schuldig aan maken.

Over de rol van journalisten waren de ondervraagden het minder met elkaar eens: 33 procent van de politici beschuldigt traditionele media van het verspreiden van desinformatie, terwijl maar 8 procent van de journalisten dat doet. 

Van der Goot vindt het zorgelijk dat bijna een derde van de politici naar de media wijst: ‘Politici mogen best kritisch zijn op journalisten, maar door ze ervan te beschuldigen desinformatie te verspreiden ondermijnen ze het vertrouwen in de media.’ 

Tegelijk vindt ze het een ‘geruststellende gedachte’ dat journalisten hun eigen beroepsgroep hier minder van beschuldigen. ‘Journalisten moeten vertrouwen houden in hun eigen instituut, de media. Als je niet meer gelooft in je eigen werk en dat van collega’s ben je wel erg ver van huis.’

Contact en wantrouwen

De onderzoekers vroegen de journalisten en politici ook naar de frequentie van hun onderlinge contacten. Journalisten kregen ook het verzoek om deze contacten te beoordelen. 

Journalisten oordeelden negatiever over hun contacten met politici die de media aanwijzen als verspreiders van desinformatie, dan over hun contacten met politici die dit niet doen. Desondanks hadden journalisten met beide groepen politici evenveel contact. ‘Dat kan verklaard worden door de wederzijdse afhankelijkheid. Wantrouwen of niet, journalisten en politici blijven elkaar nodig hebben,’ zegt Van der Goot.

In de toekomst wil Van der Goot nog graag meer horen over de ervaringen van politici. ‘Ik zou ze wel willen vragen hoe zij het contact met wantrouwende journalisten ervaren. Met wie nemen ze contact op? Wanneer doen ze dat? En gaan ze bepaalde media uit de weg?’

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.