‘Lezers geven veel goede tips, maar media laten ze liggen’
Nieuws | Nieuws
“We vonden in de reactievakken op nieuwssites, en op social media, heel veel goede tips van lezers,” zegt Quint Kik, onderzoeker van het Stimuleringsfonds. Uitkijkend over de stad waar het over gaat, vanaf de 21e verdieping van het Stadskantoor, presenteert hij zijn onderzoeksresultaten. “Maar media negeren vaak de hulp van hun publiek, ontdekten we.” Eigenlijk was dit ‘bijvangst’ bij zijn onderzoek, dat zich vooral richt op het in kaart brengen van het media-aanbod van Utrecht, offline en online, op social media, lokaal en regionaal.
Als voorbeeld noemt hij het ongeluk dat in de week van het onderzoek –van 12 tot en met 18 september 2016- plaatsvond op de Utrechtse Uithof, de campus van universiteit en hogeschool. “Al snel deelden reageerders meer informatie over de specifieke plek van het ongeluk, maar ook over de achtergrond ervan. Er vinden daar vaker straatraces plaats, dit zou een straatrace geweest kunnen zijn. Daar hebben we in de berichtgeving niets over teruggezien.”
Burgemeester Jan van Zanen worstelt met hetzelfde, zegt hij na het beluisteren van het verhaal van de onderzoekers. “Blijkbaar laten jullie de reacties van het publiek liggen,” zegt hij tegen de aanwezige Utrechtse media, “En ik denk dat dat ook geldt voor ons, politici.” Vergeleken met vroeger beschikken we over veel meer informatie, denkt hij, “en dat is misschien de uitdaging voor u: al die informatie duiden en een plek geven.”
Paul van der Lugt, hoofdredacteur van RTV Utrecht, zegt –gevraagd om een reactie door presentator Wieger Hemmer – dat zijn redactie “beter op zal letten” wat er uit de reacties te halen is. Een van zijn redacteuren stelt dat er wel degelijk naar reacties gekeken wordt, maar dat er nu eenmaal niet altijd nieuws in zit.
Uit het onderzoek blijkt ook dat traditionele media -uitgevers en omroepen- verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van het lokale nieuws over Utrecht. Bijna driekwart van alle berichten in de onderzochte nieuwsweek komen bij hen vandaan. Online zijn zelfstandige nieuwssites beter vertegenwoordigd. Meer dan de helft van het online nieuws komt van zelfstandige nieuwssites en buurtblogs, en die sites bieden een gevarieerder aanbod dan de traditionele media.
Omdat social media niet meer weg te denken zijn uit het Utrechtse medialandschap, deden studenten van de Utrecht Data School onder leiding van Thomas Boeschoten onderzoek naar de rol van Facebook, Twitter, YouTube en Instagram. Vooral Facebook bleek een grote bron van stadsnieuws. Voor lokale en regionale media is er veel te vinden op de vele wijkpagina’s en doelgroeppagina’s, zoals de pagina Moslimjongeren Hoograven. YouTube blijkt een lastig te doorgronden ‘black box’ en op Instagram is vooral plek voor positief nieuws. Een blik op die diverse social media is volgens Boeschoten aanleiding om ‘onze definitie van nieuws te bevragen’.
Inderdaad, wat is nieuws? Een medewerker van RTV Utrecht –geen journalist, benadrukt hij- vindt dat redacties dat vanuit een ivoren toren bepalen. Paul van den Bosch, hoofdredacteur van de regionale kranten van het AD, is er kort over: “Nieuws is wat nieuw is voor mensen.” De ivoren toren die er ooit was, is allang afgebroken. Zeker kan er nog meer geluisterd worden naar die mensen, zegt hij, maar “het is niet de taak van journalisten om klakkeloos reacties onder berichten over te nemen.”
In de komende maanden worden ook de steden Amsterdam, Den Haag en Rotterdam onderzocht.
Persbericht: Media Utrecht negeren hulp van hun publiek
Foto’s: Sean van der Steen
