Magazine Médor wil van niemand afhankelijk zijn, behalve van de lezers
Nieuws |‘Ken je de Tupperware-avonden die in de jaren negentig populair waren? Zo zijn wij min of meer begonnen,’ zegt journalist Chloé Andries op het Brusselse terras onder het redactiekantoor van Médor. Het startkapitaal (zo’n anderhalve ton) sprokkelde de redactie van het magazine bijeen door avonden te organiseren bij potentiële lezers thuis, vertelt ze. Niet om plastic bakjes te slijten, maar om het te hebben over hun plan voor goede, onafhankelijke journalistiek. ‘95 procent van onze inkomsten is afkomstig van onze lezers,’ zegt ze trots.
Médor is het best te omschrijven als een ‘mook’ (samentrekking van magazine en book). Een kleurrijk boekje met opvallende illustraties, 128 pagina’s dik, dat vier keer per jaar verschijnt en zeventien euro kost. Ieder nummer bevat minstens twee grote onderzoeksverhalen, bijvoorbeeld over de sterke jachtlobby in België of over hoe Belgische baby’s worden geboren uit Spaanse eiceldonaties. En er zijn diepgravende reportages. Zo volgde een journalist een jaar lang een klas met Syrische migrantenjongeren. Binnenkort verschijnt de veertiende editie.
Terug naar de basis van journalistiek
De kiem voor Médor werd in 2012 gelegd. Negentien journalisten, grafisch ontwerpers en illustratoren verenigden zich met de ambitie om iets te veranderen aan hun vak. ‘We hadden genoeg van de slechte omstandigheden in de journalistiek,’ vertelt Andries. ‘We hadden geen goed gevoel bij de druk om altijd maar meer te produceren, zagen dat de kwaliteit van ons werk en de journalistiek in zijn geheel erdoor daalde. Wat dan weer leidde tot een vertrouwenscrisis bij de lezer.’
Als ze echt iets willen veranderen, moeten ze een eigen magazine oprichten, concluderen ze. ‘Een blad dat terugkeert naar de basis van de journalistiek: onderzoek en tegenwicht bieden aan de overheid en bedrijven. Maar ook een blad dat de lezer plezier brengt en dat medewerkers fatsoenlijk betaalt.’
Lezers zijn de baas
Waar ze het heel snel over eens zijn: ze willen van niemand afhankelijk zijn. ‘Dus ook geen overheidssubsidies,’ zegt Andries ferm. ‘Die brengen het risico met zich mee dat je er niet meer zonder kunt, ook om te overleven. Onze bazen, dat zijn onze lezers.’ Daarom is Médor een coöperatie. Je kunt behalve abonnee ook aandeelhouder worden, voor 20 euro per aandeel. ‘Maar of je nu één aandeel koopt of tweehonderd, op de jaarvergadering heb je één stem.’
Tijdens die jaarvergadering legt de redactie verantwoording af aan de aandeelhouders, coöperateurs genoemd, en presenteert ze nieuwe plannen en de begroting. ‘De coöperateurs hebben geen redactionele macht maar ze houden onze onafhankelijkheid in het oog en kunnen natuurlijk wel ideeën en onderwerpen aandragen.’ Daarnaast zitten drie (verkozen) leden op in de raad van bestuur van het blad, legt het blad online (financiële) verantwoording af en wijdt de redactie ieder nummer twee pagina’s aan het werk ‘achter de schermen van Médor’, waarin ze haar keuzes en werkwijze toelicht.
De gemiddelde journalist in België verdient evenveel als een glazenwasser
Zelf werkt Andries ongeveer twee dagen per week voor Médor, net als vier andere redacteuren. Samen vormen ze de kern van Médor. Bij ieder nummer zijn twee van hen de hoofdredacteur, ze rouleren. Allemaal zijn ze freelancer. Andries produceert documentaires naast haar werk voor Médor, anderen geven les of werken ook voor andere media. Het zou voor het blad niet uitkunnen om alle redacteuren in dienst te nemen. ‘Maar Médor betaalt al haar medewerkers fatsoenlijk: dubbel zo veel als de richtlijnen van de Franstalige vereniging voor journalistiek voorschrijven. De gemiddelde Franstalige journalist in België verdient evenveel als een glazenwasser.’
Groeien om winst te maken
Toch is het zoeken naar een evenwicht om te kunnen voortbestaan. Momenteel telt de coöperatie zo’n 950 leden en heeft het blad nog eens 6500 abonnees. Daarmee schrijft het blad zwarte cijfers, maar winst wordt er amper gemaakt. Om meer financiële armslag en zekerheid te creëren moet Médor verder groeien, naar zo’n 8000 lezers, zegt Andries. Geen eenvoudige opdracht, aangezien België maar zo’n 4,5 miljoen Franstaligen telt (Médor richt zich op Belgische onderwerpen) en het blad 17 euro per nummer kost (15 bij een abonnement).
Om haar bereik te vergroten en de interactie met de lezer verder aan te zwengelen wil het blad eind dit jaar meer werk maken van haar site. ‘We hopen op die manier de band met onze lezer te versterken en onze onderzoeksmethoden uit te breiden. Maar we zullen geen nieuwsmedium worden. De nadruk blijft liggen op onderzoek en achtergrondverhalen,’ zegt Andries. Bovendien gaat de redactie dit najaar ‘on tour’ en strijkt ze neer in vier grote Belgische steden om de banden met (potentiële) lezers aan te halen en met lokale input te duiken in onderbelichte thema’s. Voor dat plan kreeg Médor onlangs 50.000 euro subsidie van het European Journalism Center.