Van de eerste Tsjetsjeense oorlog tot Oekraïne: hoe Poetin onafhankelijke journalistiek in Rusland onmogelijk maakte

Nieuws | Wat zegt de wetenschap?

Tot 1999 hadden journalisten in Rusland een tijdlang vrij spel. Met het aantreden van president Poetin veranderde dat. Hij wist hoe belangrijk media zijn voor het imago van een land, zeker tijdens een oorlog. Aan de hand van drie militaire operaties beschreven onderzoekers van de Universiteit van Londen hoe het Kremlin langzaamaan onafhankelijke journalisten verdreef en een onkritisch media-imperium opbouwde. Met de oorlog in Oekraïne als voorlopig sluitstuk.

Voordat de oorlog in Oekraïne losbarstte schreven buitenlandse media al wekenlang over het toenemend aantal Russische troepen bij de Oekraïense grens. Het Kremlin wuifde alle oorlogsgeruchten weg: de Russische militairen voerden slechts oefeningen uit en zouden snel weer wegtrekken. Toch viel Rusland op 24 februari Oekraïne binnen.

Het ontkennen van militaire operaties past binnen de strategie die Russische staatsmedia sinds het presidentschap van Poetin steeds vaker ging hanteren. Wetenschappers van de Universiteit van Londen onderzochten in augustus 2021 hoe Rusland bij militaire conflicten steeds meer gebruik ging maken van door het Kremlin gecontroleerde mediaberichtgeving. De toenemende controle ging hand in hand met striktere regels voor internationale correspondenten. Met het blokkeren van alle onafhankelijke mediasites draaide het Kremlin begin deze maand de onafhankelijke journalistiek definitief de nek om.

Vrije pers tijdens de eerste Tsjetsjeense oorlog (1994-1995)

De Tsjetsjeense oorlogen gingen over de politieke status van Tsjetsjenië na de ineenstorting van de Sovjet-Unie. Door de politieke instabiliteit in Moskou riepen Tsjetsjeense leiders de onafhankelijkheid uit. Niet viel later viel Rusland Tsjetsjenië binnen.

Internationale correspondenten konden in vrijheid hun werk doen, concluderen de onderzoekers. Russische journalisten schreven vrijelijk over ‘de incompetentie van het Russische leger’ en ‘de wreedheden die zij uitvoerden’. De regering oefende nauwelijks controle uit op de media en de persvrijheid van de late Sovjet-Unie periode gold nog steeds.

Restricties aan het begin van de Tweede Tsjetsjeense oorlog (1999-2009)

Een nieuw conflict aan de grens met Rusland leidde tot de Tweede Tsjetsjeense oorlog. Onder de nieuwe president Vladimir Poetin kwamen de eerste restricties voor buitenlandse journalisten. Eén door de onderzoekers ondervraagde verslaggever herinnert zich hoe je opeens ‘18 verschillende documenten nodig had’ en dat je alleen verslag mocht doen als je meeging op door de overheid georganiseerde trips. ‘Het Kremlin realiseerde zich hoeveel slechte publiciteit er door de eerste Tsjetsjeense oorlog was ontstaan’, zei een andere journalist hierover. Deze ‘antiterroristische operaties’ zoals het Kremlin de restricties noemde, zouden tot het einde van de oorlog in 2009 duren.

Hoewel journalisten niet meer op eigen houtje Tsjetsjenië in mochten was er nog steeds onafhankelijke journalistiek: ‘Je kon mee op officiële trips, en dan niet mee terugreizen’, vertelt een toenmalig journalist aan de onderzoekers. ‘Je had dan wel persoonlijke bewaking nodig en het was erg duur. De Russische autoriteiten wisten wel dat we dat deden, maar er waren nog geen consequenties aan verbonden.’ Toch was het een belangrijke verandering: ‘Vanaf dat moment begonnen ze in de gaten te houden wat we deden en schreven.’

Opmars van staatsmedia tijdens oorlog met Georgië (2008)

Toen Georgië in 2008 probeerde om de controle over twee pro-Russische deelregio’s terug te winnen ­­– om aantrekkelijker te worden voor NAVO-lidmaatschap – greep Rusland in. Het leidde tot de eerste Europese oorlog van de 21e eeuw. Inmiddels had Rusland begrepen hoe belangrijk media zijn tijdens militaire operaties. De Russische autoriteiten stonden geen internationale journalisten meer toe bij hun troepen. Behalve bij speciale gelegenheden, bijvoorbeeld als ze land ‘teruggaven’ aan Georgië.

Het journalistieke klimaat was flink veranderd. Al sinds 2005 richtte het Kremlin staatsomroepen op, waren de politieke media eigendom van bevriende oligarchen en stonden de drie belangrijkste televisiezenders onder controle van Poetin. De moord op Anna Politkovskya – die bekend stond om haar kritische berichtgeving over de tweede Tsjetsjeense oorlog – symboliseerde deze nieuwe werkelijkheid (hoewel betrokkenheid van het Kremlin nooit is bewezen).

Om het verhaal van Rusland ook in het buitenland te verspreiden startte Poetin de Engelstalige zender Russia Today. Onder strikt toezicht, want de grote Westerse media hadden nog steeds vaker toegang tot de legers dan Russia Today. Het Kremlin geloofde dan ook niet dat de zender al voldoende invloed in het buitenland had. Zo zond Russia Today in 2008 een interview van de BBC met de Russische minister van Buitenlandse zaken nog integraal uit.

Het ‘succesverhaal’ van de annexatie van de Krim (2014)

Bij de annexatie van de Krim in 2014 was de transformatie van de Russische media compleet. Russia Today deed vrijwel exclusief verslag en moest van de annexatie een succesverhaal maken, hoewel dat nog lastig was door de sancties die Westerse landen Rusland oplegden. Ook via Twitter gingen de Russische media aan de slag. De inzet van social media is onderdeel van de strategie van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken om, zoals het ministerie het zelf formuleerde, de ‘status van de Russische media te versterken’ en ‘het Russische perspectief op de internationale gang van zaken over te brengen’.

Omdat buitenlandse journalisten nog maar nauwelijks verslag in Rusland konden doen, was het in de aanloop naar de annexatie lang onzeker of Russische troepen daadwerkelijk de Krim betraden. Vanaf dat moment zou het Kremlin steeds vaker militairen operaties ontkennen. Op die manier hoefde Rusland geen verantwoording meer af te leggen voor zijn acties, terwijl de Russische ‘militaire kracht’ wel het internationale podium bereikte.

De belangrijkste oorlog is de beeldvorming

Zo leerde Rusland van de negatieve publiciteit die de eerste Tsjetsjeense oorlog opleverde. Met de aanstelling van Poetin kwam de verdwijning van onafhankelijke media in een stroomversnelling. Vanaf de annexatie van de Krim was er definitief geen ruimte meer voor kritische berichtgeving en sneed Rusland buitenlandse media de pas af. Volgens de onderzoekers was dat een belangrijke stap voor het Kremlin, dat meent dat de grootste veldslag tijdens een oorlog ‘de beeldvorming’ is.

Foto: Michael Parulava

 

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.