Verhip, een tip: wat redacties doen met lezerstips (en waarom een uitwisselsysteem tussen redacties handig zou zijn)

Nieuws | Op de werkvloer

Hoe gaan redacties om met tips van lezers? En wat doen ze met tips die misschien waardevol zijn, maar niet bij hun medium passen? We vroegen het aan het AD, het Nederlands Dagblad, het Noordhollands Dagblad en de Volkskrant. ‘Als wij er niks mee doen, vind ik het juist mooi als iemand anders er wat mee kan en ermee scoort.’

Zo langzamerhand zijn alle redacties er wel van doordrongen dat de krant niet langer ‘een meneer is’. Van de afstand tussen lezer en redactie die er ooit was, is weinig meer over. Lezers laten steeds meer van zich horen en redacties proberen op hun beurt zo bereikbaar mogelijk te zijn: via mail, Publeaks, Signal, WhatsApp. ‘Een tekstbericht sturen is superlaagdrempelig,’ zegt Marcia Nieuwenhuis, onderzoeksjournalist bij het AD. Ze beheert nu anderhalf jaar het WhatsApp-nummer van de redactie. ‘Voor ons is het ook handig, want je hebt meteen iemands telefoonnummer.’

Offline de redactie benaderen kan overigens ook nog steeds: bij het Noordhollands Dagblad bijvoorbeeld. Onder meer de redacties in Alkmaar, Schagen en Den Helder zijn gevestigd in het centrum van de stad. ‘Dan weten mensen je wel te vinden,’ zegt Hedzer Faber, redactiechef van de regio’s Alkmaar en Kennemerland. Het gebeurt dagelijks dat er iemand zijn redactie binnenloopt. En ja, dat is soms om te melden dat het weerbericht niet klopt, maar het komt ook voor dat iemand echt een tip heeft, zegt Faber. ‘Zo van: ik zie daar ineens bouwkranen staan, wat is er aan de hand?’

Patronen in verhalen

De Volkskrant heeft, naast een tiplijn, sinds twee jaar ook een initiatief dat de Open Redactie heet. ‘De Open Redactie richt zich meer op suggesties voor thema’s en invalshoeken van verhalen’, zegt projectleider en onderzoeksjournalist Fleur de Weerd. Lezers kunnen zich  ervoor aanmelden en krijgen vervolgens iedere maand gerichte vragen van de redactie, bijvoorbeeld over wat ze missen in de berichtgeving. Hoewel de Open Redactie dus niet zozeer is gericht op tips, kan deze aanpak de redactie wel op het spoor zetten van een misstand. ‘Doordat we een grote groep raadplegen, zien we sneller patronen in verhalen,’ zegt De Weerd.

Voor ons was die ene tip te ver weg en niet groot genoeg. Maar het is wel van maatschappelijk belang dat er iets mee gebeurt

Hoeveel tips er binnenkomen vinden de redacteuren lastig te zeggen. Want wat reken je precies als tip? ‘Ik schat in dat we wekelijks 150 berichten krijgen,’ zegt De Weerd, ‘waarvan twintig waardevolle tips.’ Bij een kleinere krant zoals het Nederlands Dagblad is dat logischerwijs minder. ‘Ik denk dat we dagelijks één bruikbare tip krijgen,’ zegt adjunct-hoofdredacteur Daniël Gillissen. Dat kan een suggestie zijn voor een onderwerp waar de redactie eens aandacht aan zou kunnen besteden, maar ook een daadwerkelijke onderzoeksvraag die tot een grote publicatie kan leiden.

Doorverwijzen

‘Bij het beoordelen van tips hanteren we verschillende criteria,’ zegt Gillissen. ‘Is het inhoudelijk kansrijk en haalbaar voor ons? Past het bij onze identiteit?’ Zodoende kan het gebeuren dat een tipgever wel een interessant verhaal heeft, maar bij het ND geen gehoor vindt. Gillissen herinnert zich een tip over de integriteit van een lokale politicus in Drenthe. ‘Voor ons was het te ver weg en niet groot genoeg. Maar het is wel van maatschappelijk belang dat er iets mee gebeurt.’ Gillissen vertelt dat ze de tipgever toen hebben aangeraden zich bij een ander medium te melden.

Bij de Volkskrant is de routine min of meer hetzelfde. Weliswaar heeft de Volkskrant regionale verslaggevers, alsnog zijn er regionale tips die de krant laat liggen. Fleur de Weerd: ‘Ik denk nu aan een tip die we kregen van artsen in een ziekenhuis in Zwolle. Daar speelde een conflict tussen het bestuur en een aantal specialisten. Heel interessant, maar het was te lokaal. Ik heb de tipgever geadviseerd naar De Stentor te gaan.’

Maar, zegt De Weerd, het verschilt per keer hoe goed ze iemand kan doorverwijzen. ‘Soms zou het zou handig zijn een overzicht te hebben van lokale onderzoeksjournalisten per titel, met hun mailadressen. ’ Al zijn veel regionale kranten onderdeel van hetzelfde concern als de Volkskrant, DPG, het blijven toch aparte kranten, zegt De Weerd. ‘En er is dus ook sprake van concurrentie.’

Puzzelstukje

Binnen het andere grote concern is dat minder. ‘De contacten zijn niet super-intensief hoor,’ zegt Hedzer Faber van het Noordhollands Dagblad, ‘maar wij spelen weleens wat door naar een andere krant binnen het Mediahuis: NRC of De Telegraaf.’ Faber noemt de georganiseerde misdaad als voorbeeld. Cocaïnesmokkel, waarvan het Noordhollands Dagblad in Den Helder eens ‘een staartje’ zag. ‘Wij hadden niet echt de mogelijkheid de signalen die we kregen goed uit te zoeken, maar Mick van Wely was hier destijds voor De Telegraaf mee bezig. Onze informatie kon dienen als een puzzelstukje in zijn onderzoek.’

Ik denk dat we op een onafhankelijke manier naar het uitwisselen van tips moeten kijken: waar is de journalistiek mee gediend?

De titels binnen het Mediahuis waren lange tijd gescheiden, maar dat is wat aan het veranderen, ziet Faber. Natuurlijk moet je waken voor ‘eenheidsworst’, iedere krant moet een ‘eigen smoel’ behouden. Maar soms is het juist daarom erg logisch om tips over te dragen. Ook andersom. Faber: ‘Neem bijvoorbeeld een politieke rel in de gemeente Hollands Kroon. Iemand tipte De Telegraaf daarover, maar zo’n plaatselijk onderwerp is in betere handen bij het Noordhollands Dagblad.’

Excelbestand

Bij het AD hebben ze een iets meer gestructureerde manier van tips doorsturen, al wil Marcia Nieuwenhuis het eigenlijk niet eens een ‘systeem’ noemen. ‘Het is gewoon een Excelbestand met de namen van alle gemeenten en onder welke editie ze vallen. En dan nog een bestand met de namen en gegevens van chefs van alle regio-redacties.’ Nieuwenhuis vertelt dat ze daarnaast weleens iets doorstuurt naar titels buiten het AD. ‘Als ik echt een boeiende tip tegenkom over iets in Amsterdam, stuur ik ‘m wel naar de chef van Het Parool. Of een enkele keer het Dagblad van het Noorden, als ik daar iemand ken die er wat mee zou kunnen.’

Uit de ervaringen van verschillende redacties blijkt dat uitwisseling van tips vooral afhangt van informele netwerken: als je zelf een collega kent die misschien interesse heeft, is een tip of tipgever snel doorgestuurd. Maar een echt systeem, waar Fleur de Weerd van de Volkskrant voorstander van zou zijn, ontbreekt vooralsnog.

ND-adjunct Gillissen juicht – net als De Weerd – meer uitwisseling zeker toe. In ieder geval moet concurrentie niet de boventoon voeren, vindt hij. ‘Als wij er niks mee doen, vind ik het juist mooi als iemand anders er wat mee kan en ermee scoort. Ik denk dat we moeten proberen op een onafhankelijke manier daarnaar te kijken: waar is de journalistiek mee gediend?’

Foto: Israel Andrade (Unsplash)

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.