Waarom onderzoeksjournalistiek bij De Limburger al jaren centraal staat
Nieuws | OnderzoeksjournalistiekMenig regionaal dagblad vindt het lastig om geld en mankracht vrij te maken voor onderzoeksjournalistiek. De Limburger niet. ‘Het betekent voor ons ook: minder verhalen. Maar ik heb liever één goed verhaal, dan tien gemiddelde.’
‘Ik zou tegen elke regionale redactie zeggen: doen!’ Bjorn Oostra heeft het over onderzoeksjournalistiek. De mooiste, spannendste en belangrijkste vorm van journalistiek, aldus de hoofdredacteur van De Limburger. ‘De discussies die ik met de onderzoeksredactie heb zijn op het scherpst van de snede, dat maakt het zo leuk. Ze houden zich bezig met onderwerpen die ertoe doen.’ Zijn krant is een van de weinige regionale kranten met een aparte onderzoeksredactie.
Dieper graven
En dat terwijl ook De Limburger te kampen heeft met een dalende oplage en wegvallende advertentie-inkomsten. Een jaar geleden zakte de printoplage voor het eerst onder de 100.000. Oostra is desondanks niet pessimistisch. De krant groeit online en de ingeslagen koers werpt zijn vruchten af: ‘We doen dit nu al sinds 2014, tot tevredenheid. We hebben vijf mensen in de onderzoeksredactie, die zijn exclusief met onderzoek bezig. Dat bevalt ontzettend goed. Ze kunnen niet alleen dieper graven, maar maken ook betere verhalen door de ervaring die ze opbouwen. Daardoor maken ze verhalen die we anders niet zouden hebben. Daarmee maken we voor lezers het verschil en onderscheiden we ons van andere media.’
We willen het liefst elke dag de krant openen met een verhaal dat alleen wij kunnen maken
Of deze aanpak lezers overtuigt om een abonnement te nemen, weet Oostra niet, maar dat is ook niet zo relevant, vindt hij: ‘Ik vind de cijfers niet het allerbelangrijkst. Het is gewoon onze taak om tegels te lichten en ons publiek te informeren over misstanden in de samenleving.’
In het DNA
Het is niet zo gek dat veel regionale kranten minder aan onderzoeksjournalistiek kunnen doen. Door allerlei bezuinigingsrondes hebben de meeste kranten niet meer genoeg mankracht om redacteuren maandenlang vrij te maken om in een onderwerp te duiken. De Limburger had het geluk nog steeds een vrij grote redactie te hebben, zegt Oostra. Dan is het makkelijker om het besluit te nemen een aparte redactie op te richten. ‘En het zit inmiddels in ons DNA. Ik hoef me er niet steeds voor te verantwoorden, ik heb geen directie die in mijn nek hijgt en ook onze eigenaar Mediahuis is tevreden.’
Maar uiteindelijk blijft het vooral een bewuste keuze: ‘Onderzoeksjournalistiek betekent ook voor ons minder verhalen. Maar ik heb liever één goed verhaal, dan tien gemiddelde. We willen het liefst elke dag de krant openen met een verhaal dat alleen wij kunnen maken. Dat lukt niet altijd, maar vaak wel.’ Hij bedoelt daarmee diepgravende verhalen die de lezers van De Limburger raken. ‘Het hoeft niet per se over Limburg te gaan, maar er is vaak wel een relatie. Het moet ‘ons’ verhaal zijn. Dat kan ook een maatschappelijke ontwikkeling zijn.’
Als voorbeeld noemt hij de opkomst van de PVV. ‘Toen Wilders enorm won bij de statenverkiezingen, schrokken we ons rot, maar we hebben er meteen een paar verslaggevers op gezet. Daar is een boek uit voortgekomen: Het Onbehagen, waarin we als een van de eersten de opkomst van het populisme beschreven. Dat zie ik als onze taak.’
Geloofwaardigheid
De keuze heeft de krant geen windeieren gelegd. In de afgelopen jaren heeft De Limburger meerdere prijzen in de wacht gesleept, waaronder twee keer de Tegel. ‘Die prijzen zijn leuk voor ons intern, maar daar doen we het niet voor. Goede onderzoeksjournalistiek levert gewoon een goed imago op, het komt de geloofwaardigheid van de krant ten goede.’ Dat ziet hij bijvoorbeeld aan het feit dat andere media vaak naar zijn krant verwijzen en dat tipgevers de redactie weten te vinden.
Als je in de Champions League speelt, moet je ook met harde keuzes om kunnen gaan
Doordat het team continu bezig is, kunnen jonge aspirant-onderzoekers bovendien snel warmdraaien, zegt Oostra: ‘Er zijn altijd wel jonge journalisten op de redactie die graag onderzoek willen doen, die kunnen dan alvast een beetje meedraaien en zodra er een plekje vrijkomt, overstappen.’
Maar ook met een vaste onderzoeksredactie kunnen onderzoeken niet eindeloos doorgaan en moeten er soms harde keuzes worden gemaakt. Oostra: ‘Het geeft niet als een project langer duurt dan gepland, maar we stellen altijd de vraag: is het relevant genoeg? Zo niet, dan trekken we de stekker eruit. Ook als iemand al maanden bezig is.’ Dat is soms pijnlijk voor de verslaggever, maar hoort bij het werk, zegt Oostra. ‘Als je in de Champions League speelt, moet je daar ook mee om kunnen gaan.’
Foto: Stijn te Strake