Ward Wijndelts: "Ik wil een Vrij Nederland maken dat leuk is voor dertigers en veertigers"
Nieuws |Het vergroten van het bereik was voor hoofdredacteur Ward Wijndelts (41) een belangrijke reden voor de nieuwe betaalmuur van Vrij Nederland. “Als je alles achter een Blendle-knop zet, werp je een tamelijk hoge drempel op. Met dit nieuwe metered model kun je mensen makkelijk laten kennismaken met de journalistiek van Vrij Nederland. Die lezen een artikel, vinden dat mooi, delen het. We moeten onze journalistieke veren tonen. Op die manier is het eigenlijk een marketinginstrument.”
Mensen laten zien wat Vrij Nederland in huis heeft en hen vervolgens ervan bewust maken dat journalistiek geld kost, is volgens Wijndelts een heel succesvolle methode. “Een percentage van die mensen denkt daarna: ‘ik lees best vaak stukken van Vrij Nederland, ik ben wel bereid hiervoor een bedrag per maand te betalen’.”
Zogeheten metered models of ‘zachte betaalmuren’ worden vaak sceptisch bekeken. Op Twitter attendeerden mensen anderen erop hoe de nieuwe betaalmuur van Vrij Nederland met simpele trucs te omzeilen is. Wijndelts haalt z’n schouders op. “Tja, leuk, succes ermee. Dat groepje wil kennelijk gewoon geen geld uitgeven aan journalistiek. Maar het gaat erom wat de grote groep doet.”
Vallen en opstaan
Wijndelts’ eerste maanden als hoofdredacteur kenmerken zich door uitproberen, ontdekken, vallen en opstaan, vertelt hij. “Begrijpen waarom mensen een abonnement op Vrij Nederland willen, beschouw ik als de kern van mijn werk.” Hij richt zich op distributie, vorm en inhoud. Distributie gaat over waar de journalistiek moet zijn: online, op Blendle, in je tijdlijn op Facebook. Daarnaast moet de informatie worden aangeboden in een vorm die mensen prettig vinden: een artikel, een video, een podcast, een quiz, een e-book. “Maar het belangrijkste is dat we vervolgens een match maken tussen dat waar behoefte aan is, qua onderwerp en inhoud, en wat wij als redactie kunnen.”
Ik bel wekelijks met een paar abonnees of mensen met een proefabonnement
Hoe kom je erachter wat mensen motiveert om een abonnement te nemen? “Ik bel wekelijks met een paar abonnees of mensen met een proefabonnement”, vertelt Wijndelts. “Dat zijn hele leuke gesprekken en het levert veel kennis op.”
Interactie tussen journalisten en lezers is sowieso een van de speerpunten van Wijndelts. “Het levert betere en relevantere journalistiek op, doordat expertise van meer mensen wordt benut en de lezers onderwerpen zelf aandragen.” De Correspondent doet dat heel goed, vindt Wijndelts. Is dat een voorbeeld voor Vrij Nederland? “Ik zou het heel fijn vinden als wij de komende maanden toewerken naar een inhoudelijkere relatie met lezers. Ik geloof heilig dat dat een cruciaal onderdeel is van een gezonde toekomst van Vrij Nederland.”
Jongere redactie én jonger publiek
Wijndelts streeft naar verjonging op de redactie, maar ook bij de lezers. Onlangs verscheen een VN-special over jonge schrijvers. Wijndelts legt uit dat het niet houdbaar is een tijdschrift slechts te maken voor een groep trouwe abonnees van rond de zeventig jaar. “Ik wil een tijdschrift maken dat heel leuk is voor dertigers en veertigers, waardoor die het gaan lezen. En dan hoop ik dat oudere abonnees het ook wel leuk vinden.”
Ik wil een tijdschrift maken dat heel leuk is voor dertigers en veertigers, en dan hoop ik dat oudere abonnees het ook wel leuk vinden
Het meest positief van de eerste maanden als hoofdredacteur vindt Wijndelts dat de redactie goed is blijven draaien. Ondanks de reorganisatie, de verandering van weekblad naar maandblad en de online vernieuwing. “Het mooie was, de redacteuren waren wel gesloopt, dat kan ook niet anders, maar ook zo hoopvol en enthousiast over de toekomst.”
En wat valt tegen in deze eerste maanden? “De losse verkoop”, antwoordt Wijndelts zonder aarzelen. Hoewel digitaal de basis wordt van Vrij Nederland gelooft hij in de toekomst van het papieren blad als bijzondere aanvulling. De daling van losse verkoop is een groot probleem voor veel tijdschriften. “Ik wil echt nog ontdekken hoe wij Vrij Nederland-nummers kunnen maken die als warme broodjes over de toonbank gaan in de winkel. Dat is mijn grootste uitdaging.”
