De journalistieke praktijk in crisistijd: ‘Ik geef de mensen die ik spreek nu iets meer regie’

Nieuws | Nieuws

Kaj van Noord is redacteur van Hart van Nederland. Hij schrijft verhalen voor de website en bereidt voor de verslaggevers items voor. ‘In het begin van de coronacrisis lagen de verhalen voor het oprapen. Je hebt de eerste patiënt, de eerste die overlijdt en de maatregelen die de overheid neemt. Inmiddels komt er meer creativiteit bij kijken. Ik ga actief op zoek naar nieuwe verhalen. Op de schaarse momenten dat ik op straat kom, probeer ik heel bewust te luisteren naar waar mensen het over hebben. Wat speelt er op dit moment?’

Op dezelfde manier legt hij zijn oor te luisteren op internet. Zo ging hij op Twitter op zoek, nadat de overheid had aangekondigd dat de kappers dicht moesten. ‘Dan heb je een concreet probleem waar mensen mee zitten en ga ik voor een item op zoeken naar oplossingen,’ vertelt Van Noord. Hij vond uiteindelijk een initiatief van kappers om haarverf met een handleiding erbij te leveren, zodat mensen thuis hun uitgroei konden aanpakken.

Meer regie

De redacteur spreekt ook mensen die heel direct te maken hebben met corona, patiënten en hun familie bijvoorbeeld. Hij legt  altijd direct uit wie hij is en waar hij mee bezig is en zegt erbij dat hij niet op zoek is naar een sensationeel verhaal, maar een beeld wil geven van hoe corona de samenleving raakt. ‘Als mensen vervolgens niet willen meewerken, vraag ik ook niet door. Als ze wel mee willen werken, geef ik ze iets meer regie dan gebruikelijk en laat ik ze bij persoonlijke verhalen bijvoorbeeld eerst even de tekst doorlezen voordat hij wordt gepubliceerd.’

Of mensen minder bereid zijn om mee te werken, vanuit angst voor contact met verslaggevers? Daar merkt Van Noord niets van. Wel komt het voor dat hij zelf beslist om geen collega naar iemand toe te sturen. ‘Ik heb wel eens een man aan de lijn gehad die zei genezen te zijn, maar die hoorde ik de hele tijd kuchen aan telefoon. Daar gaan we dan niet langs. Datzelfde geldt voor mensen die in een heel kwetsbare groep vallen. Op zo’n moment kiezen we voor een telefonisch of Skype-interview. Als je uitlegt waarom je dat doet, begrijpt de kijker dat prima.’

Economische gevolgen

Pepijn Nagtzaam werkt voor RTL Z en is uitsluitend bezig met de economische kant van de coronacrisis. ‘Ik vind het eigenlijk wel prettig dat het bij ons totaal niet over het RIVM en het virus zelf gaat. Ik kan de oneindige discussies op Twitter daardoor makkelijker negeren,’ vertelt hij. ‘Op dit moment gaat 90 tot 95 procent van de verhalen die ik maak over de economische gevolgen van de coronacrisis.’

Hij is verbaasd over hoe de nieuwswaarde van veel onderwerpen in een paar weken ingrijpend veranderd is. ‘Verhalen die normaal de opening van de site of een pushbericht zouden zijn, eindigen nu als kleine berichtjes of worden zelfs helemaal niet gebracht. Er is heel erg veel groot nieuws, waardoor het bijna niet meer voelt als groot nieuws als een vliegtuigmaatschappij stopt met vliegen. Dat sneeuwt gewoon onder. En tot een paar weken geleden was de overheid die een paar miljoen uittrok groot nieuws, nu vliegen de miljarden je om de oren.’

Op vragen die niet over corona gaan, krijg je minder snel antwoord

Nagtzaam besteedt veel tijd aan het selecteren van de verhalen die hij gaat maken. Zijn mailbox puilt uit van de ondernemers die net buiten de boot vallen bij de regelingen van de overheid, maar het is onmogelijk om over elke beroepsgroep een los verhaal te maken. ‘Je moet harde keuzes maken en probeert met een artikel een groter probleem neer te zetten. Je zoekt naar de grote lijnen, maar tegelijkertijd wil je de creatieve oplossingen van individuele ondernemers laten zien.’

Hij merkt daarbij dat bedrijven veel opener zijn over hun financiële situatie dan ze ooit waren. ‘Als ik een ondernemer in het busvervoer vraag hoeveel omzet ze mislopen, geven ze de cijfers tot op de komma nauwkeurig. Maar ik heb ook wel eens het idee dat het niet klopt. Bedrijven die op dag één al aangeven de helft van het personeel te moeten ontslaan. Hoezo hebben zij geen buffer?’

Wantrouwen

Thomas van Groningen, verslaggever bij BNR Nieuwsradio, herkent dat wel. ‘Normaal moet je bedrijven wantrouwen, omdat ze nooit toegeven dat het slecht gaat. Nu zie je het tegenovergestelde gebeuren. Bedrijven doen alsof hun einde nabij is, maar dat moet je een beetje wantrouwen omdat ze natuurlijk steun willen van de overheid.’

Mensen en bedrijven bereiken is voor geen van drieën lastiger dan normaal. Van Groningen merkt zelfs op dat het wat makkelijker gaat. ‘Ik kan niet helemaal zeggen waar het vandaan komt, maar het lijkt of bedrijven en organisaties juist nu van zich laten horen.’ Daarnaast merkt hij dat er op sommige plekken ook echt extra moeite wordt gedaan om journalisten goed te helpen. ‘Ik heb veel contact gehad met de veiligheidsregio Midden-West Brabant en die heeft een speciaal coronanummer in het leven geroepen dat altijd doorgeschakeld is naar een woordvoerder.’

Van Groningen was in het begin nog even bang dat hij als verslaggever nergens meer welkom zou zijn, maar dat valt reuze mee. ‘Zelfs zorginstellingen en GGD’s zijn ontvankelijk voor de komst van journalisten. Ze willen laten zien dat ze voortvarend te werk gaan. Je ziet bij andere media zelfs dat verslaggevers mee hebben gelopen op IC’s, dat verbaast me oprecht.’

Niet-coronagerelateerde verhalen hebben voorlopig even wat minder prioriteit; niet alleen voor redacties. ‘Woordvoerders zijn alleen maar bezig met het dossier corona, dus op andere vragen krijgen je minder snel antwoord,’ aldus Van Groningen. Een groot probleem is dat echter niet. Alledrie verwachten ze nog wel even door te kunnen met het vertellen van nieuwe en relevant verhalen, want de ontwikkelingen gaan maar door.

Foto: Marc Kleen

Lees ook:

Italië-correspondent Jarl van der Ploeg (de Volkskrant) over journalistiek in lockdown

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.