Jeroen van Bergeijk over de ethiek van undercoverjournalistiek: 'Elke keer een dilemma'

Nieuws | Onderzoeksjournalistiek

‘Je kunt serieuze bedenkingen hebben bij deze methode en die heb ik ook. Elke keer.’ Onderzoeksjournalist Jeroen van Bergeijk, die onlangs nog undercover ging bij een callcenter van Wehkamp, windt er geen doekjes om. ‘Het is een dilemma waar ik niet uit kom. Ik vind het niet fijn om niet eerlijk te zijn. Tegenover de bedrijven waar ik undercover werk heb ik daar niet zo’n probleem mee, maar wel tegenover de mensen met wie ik nauw samenwerk, koffiedrink en over het weekend klets.’

Modelwerknemer

Undercover gaan is voor hem geen doel op zich. Participerende journalistiek is dat wel. Van Bergeijk wil het werk dat hij beschrijft precies zo ervaren als de werknemers. Daarom reed hij zelf rond als Uber-chauffeur, stond hij zich te vervelen als verkeersregelaar en liep hij dagelijks kilometers door het distributiecentrum van Bol.com.

Hij heeft dan ook niet zoveel met spectaculaire undercoverjournalistiek à la Alberto Stegeman. ‘Ik lok niets uit en doe ook niets wat tegen de wet is. Ik ben juist de modelwerknemer. Ik wil laten zien onder welke omstandigheden mensen werken in baantjes aan de onderkant van de arbeidsmarkt.’ Zijn doel is dan ook niet per se om misstanden aan de kaak te stellen. Al vindt hij meestal toch wel iets.

Als je iets zelf meemaakt kom je dingen tegen die je met een andere aanpak nooit had kunnen weten

Van Bergeijk is ervan overtuigd dat hij zonder de undercoveraanpak niet dezelfde verhalen had kunnen vertellen, maar hij weegt altijd van tevoren af of het onderwerp om dit middel vraagt. ‘Ik doe dit alleen als ik het idee heb dat er iets nieuws te vertellen valt. De verhalen hebben impact, dat merk ik ook aan de goede respons.’ Dat zijn niet alleen reacties van lezers; het verhaal over Wehkamp heeft ook tot Kamervragen geleid. Die toegevoegde waarde zit ‘m in de participerende aanpak, denkt hij. ‘Als je iets zelf meemaakt kom je dingen tegen die je anders nooit had kunnen weten. Een verhaal zit altijd anders in elkaar dan je van tevoren dacht.’

Daarom zijn interviews met werknemers bijvoorbeeld geen alternatief. ‘Als mensen dagelijks met bepaalde praktijken in aanraking komen, dan valt het ze helemaal niet meer op. En ik kan niet vragen naar dingen waar ik niet van op de hoogte ben.’ Zo dacht hij bij Wehkamp dat zijn verhaal over de slechte werkomstandigheden in zo’n callcenter zou gaan, in plaats daarvan stuitte hij op de schuldenproblematiek onder klanten van dat postorderbedrijf. Als verkeersregelaar had hij verwacht continu uitgescholden te worden, maar uiteindelijk ging zijn reportage over de zinloosheid van alsmaar ergens staan.

Aansprakelijkheid

Undercover gaan vergt goede voorbereiding en nauw contact met de chef of redactie. ‘Als freelancer is dat natuurlijk lastiger, je hebt wel de backing nodig van een redactie. Bedrijven komen in eerste instanatie achter jou aan. Dan is het wel fijn om te weten dat de krant je steunt, ook in juridische kwesties’, zegt Van Bergeijk. Maar ook inhoudelijk overleg met de chef vindt hij heel nuttig. ‘Je bent zelf onderdeel van het verhaal en tijdens de research zit je veel in je hoofd, dus het is fijn om te sparren of je op het juiste spoor zit of om journalistieke dilemma’s te bespreken.’

Ook voor de Volkskrant, Van Bergeijks opdrachtgever, is zulk overleg cruciaal, legt chef Zaterdag & Opinie Robert van de Griend uit: ‘We voeren veel gesprekken. Over morele dilemma’s, maar ook over het feit dat Jeroen contractbreuk pleegt. Hij schendt bewust de geheimhoudingsplicht van een bedrijf, wij als krant zijn daarvoor aansprakelijk.’

Uitzonderlijke methode

Undercoverjournalistiek blijft voor de Volkskrant een uitzonderlijke methode, zegt Van de Griend: ‘Voor ons moet een verhaal aan twee voorwaarden voldoen om die aanpak te legitimeren: het onderwerp moet een grote maatschappelijke relevantie hebben en het verhaal moet op geen andere manier gemaakt kunnen worden. Van de bedrijven waar Jeroen over schrijft, weten we dat ze de werkvloer enorm afschermen. Dan kun je wel een rondleiding krijgen, maar dan krijg je een promopraatje.’

Als de mogelijke commotie de inhoud van het verhaal overstijgt, dan moet je het niet doen

Bang dat de participerende aanpak te subjectief is, is hij niet. ‘Dat zou dan voor elke verslaggever gelden die we op pad sturen. Ze schrijven allemaal over hun eigen waarneming. In dit geval maak je je iets kwetsbaarder omdat de verslaggever ook hoofdpersoon is, maar wij doen ook altijd meer research, raadplegen rapporten en deskundigen, en vragen om een reactie bij de FNV en verantwoordelijke politici. Pas als we dan zien dat er is echt iets aan de hand is, heeft zo’n verhaal meerwaarde.’

Dat de verhalen van Van Bergeijk goed gelezen worden, is voor de krant geen reden om vaker een undercoververhaal te publiceren. Van de Griend: ‘Er zijn meer onderwerpen waarover je undercover misschien een verhaal boven water zou kunnen halen, maar toch kiezen we er niet voor. De methode zorgt altijd voor veel reuring. Als de mogelijke commotie de inhoud van het verhaal overstijgt, dan moet je het niet doen. Dan heeft iedereen het alleen over de aanpak en niet meer over de onthullingen.’

Lees ook:

Drie lessen uit het Amerikaanse avontuur van De Correspondent

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.