Journalist en activist: een gelukkig huwelijk?

Nieuws | Onderzoeksjournalistiek

Journalisten zijn allang niet meer de enigen die de overheid controleren. Steeds meer burgercollectieven en actiegroepen vervullen deze democratische taak. Botsen ze daarbij op de journalistiek of hebben die twee elkaar juist nodig? EenVandaag en actiegroep SATL hebben veel met elkaar te maken. Maar een samenwerking? Die term gaat te ver, vinden beide partijen. ‘We kunnen niets van elkaar eisen, anders krijg je een afhankelijkheidsrelatie.’

De Samenwerkende Actiegroepen Tegen Laagvliegroutes (SATL) kregen in 2018 landelijke bekendheid. Toen toonde groepslid en ingenieur Leon Adegeest aan dat de geluidsberekeningen voor de uitbreiding van Lelystad Airport niet klopten. Om dat te bewijzen had hij zelf een zware PC aangeschaft, een ingewikkeld computerprogramma geschreven en de decibellen nagerekend. Twee jaar later toonde hij aan dat ook de stikstofberekeningen niet klopten. De uitstoot was met een rekentruc naar beneden bijgesteld. Zijn conclusie: het ministerie baseert haar beslissing dat het vliegveld uitgebreid mag worden op verkeerde berekeningen.

Het nieuws werd gebracht door EenVandaag. Onderzoeksjournalist Jan Salden van het programma heeft sinds 2017 veel contact met de actiegroep, al zal hij het niet snel een samenwerking noemen. Salden: ‘Ik vind dat een lastige term. We trekken wel vaak min of meer aan hetzelfde einde van het touw: journalisten willen de overheid controleren en dat is precies wat SATL doet. Alleen, we hebben niet dezelfde belangen.’

Terwijl SATL strijdt tegen de laagvliegroutes, heeft Salden geen persoonlijke voorkeur voor of tegen het vliegveld. ‘Mijn belang is het publiek informeren. Dat kan tot gevolg hebben dat het draagvlak voor de uitbreiding van het vliegveld verandert, maar dat is niet mijn doel.’

Ook Adegeest zou het geen samenwerking noemen. ‘We wisselen informatie uit. Dat werkt beide kanten op, maar er zijn geen harde afspraken.’ Dat zou volgens Salden ook onwenselijk zijn. ‘We kunnen niets van elkaar eisen, anders krijg je een afhankelijkheidsrelatie.’

Vertrouwen

Hoe dan ook is voor een zakelijke band als deze vertrouwen nodig, zeggen actievoerder en journalist. En dat moest die laatste eerst wel verdienen. Salden: ‘In het begin waren ze argwanend, dus ik moest hun vertrouwen winnen om te zorgen dat ze mij zouden blijven benaderen. Tegelijkertijd moest ik de journalistieke afstand weten te bewaren. Dat is best lastig als je al vier jaar contact hebt.’

Adegeest beaamt dat de investering in het contact loont. Eerder had hij weleens slechte ervaringen met journalisten. ‘Dan had ik iets verteld en wilden ze het meteen naar buiten brengen, terwijl ik daar niet op zat te wachten. Daar heb ik wel van geleerd. Als zo’n vertrouwensband er eenmaal is, stap je minder makkelijk naar een ander programma.’

Geen spreekbuis

Toch schuilen er ook gevaren in een al te innige relatie tussen actiegroep en journalistiek. Daar is Salden zich bewust van: ‘Ik moet oppassen dat ik niet in de activistische hoek word geschaard. Daarom kies ik in mijn formuleringen bijvoorbeeld een zo neutraal mogelijke toon, en neem ik niet al hun conclusies zomaar over. Tegelijkertijd: er is wel echt gerommeld met de stikstofberekeningen, dat moet je dan ook durven benoemen.’

Adegeest: ‘We proberen er ook op te letten om niet altijd alleen met EenVandaag samen te werken, want we kregen al eens signalen dat het te veel op een spreekbuis begon te lijken. We hebben juist baat bij de onafhankelijkheid van de journalistiek. Dat zet ons verhaal kracht bij.’

Ook voor Een Vandaag zou het helpen als meer andere media zich op de vliegveld- en stikstofkwestie zouden storten, zegt Salden. Dat zou de berichtgeving kunnen versterken en het werk van EenVandaag daarmee kunnen legitimeren. ‘Dat zet het werk van SATL, maar ook dat van mij kracht bij.’

Het levert veel op

Tegelijkertijd heeft Salden baat bij de “exclusiviteit”. Dat SATL vaak eerst bij EenVandaag aanklopt, levert de journalist waardevolle informatie op, zegt hij. ‘Het is geen actiegroep die zomaar schreeuwt vanaf de zijlijn. Ze zijn juist heel secuur. Er zit veel expertise en ze hebben tijd om dingen uit te zoeken, vragen te stellen, informatie naar boven te halen. Ze hebben ook bij het ministerie aan tafel gezeten. Dat geeft ze legitimiteit.’

Ook voor Adegeest valt er veel te winnen bij het contact. SATL heeft de journalistiek niet alleen nodig om de massa te informeren, zegt hij, maar ook om de aandacht van de politiek te trekken. ‘We helpen Kamerleden soms met Kamervragen en dan zeggen ze: “Ik kan niet alleen maar de spreekbuis zijn van actiegroepen.” Als het dan ook in de media is geweest, is dat een aanleiding om wel die vragen aan de minister te stellen. Pas dan nemen ze ons vaak serieus.’ Ook daarom zou Adegeest willen dat meer media er aandacht aan besteden.

Breder verhaal

Door meer verhalen in andere media zou er ook ruimte kunnen ontstaan voor het overkoepelende verhaal: de structurele fouten in beleid dat vaak zo ingewikkeld en technisch is dat het moeilijk bij te sturen is. Dat is volgens Adegeest het echte probleem: ‘Het is niet die ene berekening die niet klopt. Het is een systeem, dat bleek ook bij de toeslagenaffaire. Het lijkt er wel op dat als je het maar ingewikkeld maakt dan krijg je het beleid er wel doorheen. Daar ligt een taak voor de journalistiek: die moet dat ontrafelen.’

Salden weet hoe lastig dat is. ‘Het moet geen overkill worden. We moeten goed blijven doseren, er moet wel echt iets nieuws te vertellen zijn. Tegelijkertijd moet je ook geen verhalen laten liggen uit angst voor een overkill. Als er iets gebeurt in het dossier, moet je het melden. Dat is gewoon je taak.’

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.