Bijzonder hoogleraar Nikki Sterkenburg: ‘Onderzoeksjournalistiek is het toppunt van morele ambitie’
Nieuws | Onderzoeksjournalistiek
Op 4 september hield Nikki Sterkenburg haar oratie en werd ze officieel bijzonder hoogleraar Onderzoeksjournalistiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Een nieuwe leerstoel, die ze in de praktijk al sinds december 2024 bekleedt. Hoe ziet haar rol eruit? Wat hoopt ze te betekenen voor het vak? En hoe kijkt ze terug op de onrust die haar aantreden veroorzaakte onder vakgenoten?
De afgelopen maanden heeft Nikki Sterkenburg (41) allesbehalve stilgezeten. Haar oratie als bijzonder hoogleraar Onderzoeksjournalistiek is achter de rug, en ook haar onderzoeksplan is zo goed als af. De titel: ‘Onder de loep. Kracht en kwetsbaarheid van onderzoeksjournalistiek in een snel veranderende wereld’. Later dit jaar toetst de ethische commissie de eerste onderzoeksvoorstellen uit het onderzoeksplan. Verder heeft ze de eerste twee onderzoekers aangenomen: een promovendus en een junior-onderzoeksassistent.
In januari geeft ze masterstudenten het practicum onderzoeksjournalistiek. ‘De rest van mijn tijd is vrijgesteld voor onderzoek náár de onderzoeksjournalistiek: dat is redelijk uniek,’ zegt Sterkenburg. ‘Wereldwijd worden hoogleraren in dit vakgebied vaak vooral aangesteld om te doceren.’
Beroepsopvatting
Sterkenburg, die jarenlang zelf als (onderzoeks)journalist werkte, promoveerde in 2021 op radicaal- en extreem-rechtse bewegingen. Nu wil ze onderzoeken hoe onderzoeksjournalistiek de democratie kan versterken.
Wat ze ongeveer van plan is? ‘Om te beginnen wil ik een kwantitatieve analyse maken van de impact van de onderzoeksjournalistiek. Hoe vaak leidt het bijvoorbeeld tot Kamervragen, moties of wetswijzigingen? Daar is in Nederland en België nog weinig onderzoek naar gedaan.’
Belang blijven aankaarten
Maar de kersverse hoogleraar wil ook naar de beroepsopvatting van onderzoeksjournalisten kijken. Zijn er onderwerpen waar ze van oudsher weinig aandacht voor hebben? Welke waarden hanteren ze? En hoe gaan ze om met de enorme druk die het werk veroorzaakt – van gebrekkige verdienmodellen tot politieke aanvallen, juridische weerstand en bedreigingen aan toe?
De huidige geopolitieke ontwikkelingen maken haar onderzoek relevanter dan ooit. Laatst vertrouwde een hoofdredacteur van een lokaal medium Sterkenburg nog toe dat hij wel meer tijd en geld wíl vrijmaken voor onderzoeksjournalistiek, maar het ook ingewikkeld vindt. Je bent een journalist twee maanden kwijt en vijf minuten na het publiceren van het artikel gaat Nu.nl er met de scoop vandoor. En zorgt onderzoeksjournalistiek überhaupt voor extra clicks of abonnees?

‘Die frustratie snap ik goed en hoor ik steeds vaker. De teneur is toch: onderzoeksjournalistiek kost veel geld, maar wat levert het op?’ Precies dat wil Sterkenburg de komende jaren aantonen. Begrijp haar niet verkeerd: veel redacties vinden het nog steeds de moeite waard om te investeren in onderzoeksjournalistiek, niet alle initiatieven hebben het zwaar en de kwaliteit ligt hoog, als ze kijkt naar de longlist van De Loep of De Tegel. ‘Maar het is belangrijk om te blijven aankaarten waarom het nodig is.’
Morele ambitie
Veel jongeren ambiëren een carrière als onderzoeksjournalist, valt haar op. Zo is de masterclass van Investico populair en zitten traineeships snel vol. ‘Dat vind ik heel positief. Het gaat momenteel veel over morele ambitie, naar aanleiding van het boek en de school van Rutger Bregman. Onderzoeksjournalistiek is daar zo ongeveer het toppunt van, als je het mij vraagt. Als je de wereld beter wilt maken, is dit een goede manier.’
Later: ‘De onderzoeksjournalistiek is zó belangrijk voor een goed functionerende democratie. Het is bij uitstek de partij die de macht controleert, zoals overheidsinstanties en bedrijven. Die misstanden blootlegt, genoegdoening voor slachtoffers eist en daarmee hopelijk zorgt voor verandering. En op z’n minst een beetje bijdraagt aan een rechtvaardiger maatschappij. Als open samenleving kunnen we niet zonder.’
Weinig onderzoeksjournalisten blijven het werk doen tot hun pensioen. Dat baart me zorgen
Van de eerste lichting masterstudenten was ze onder de indruk. ‘Een vijftal heeft groepsverband een groot verhaal gemaakt over de overlast die niet-studerende volwassenen, vaak verwarde mensen, veroorzaken op VU-campus Uilenstede. Ze belden meteen aan om bewoners te spreken – studenten naar mijn hart.’ Het verhaal is gepubliceerd in EW Magazine. Een mooie mijlpaal, vindt Sterkenburg.
Veeleisend vak
Belangstelling is er dus volop. Maar het is wel belangrijk dat het vak aantrekkelijk blijft, en dus moeten de arbeidsomstandigheden beter, benadrukt ze. ‘Freelancers werken vaak meer uren dan ze worden uitbetaald, bleek uit onderzoek van de VVOJ in 2022. En ook redacteuren in loondienst moeten veel tijd steken in de financiering van projecten. Onderzoeksjournalist worden is niet zo moeilijk, onderzoeksjournalist blijven wel.’
Dat komt ook doordat het vak mentaal veel van je vraagt. ‘Je moet een lange adem hebben, krijgt te maken met persoonlijke aanvallen en veel weerstand van machthebbers. Weinig onderzoeksjournalisten halen hun pensioen. Ze gaan leidinggeven, worden commentator of stoppen helemaal. Dat baart me zorgen.’ Als voorbeeld noemt ze NRC-journalist Joep Dohmen, die na langdurige stress en fysieke klachten vervroegd met pensioen ging. ‘Ik zie het als mijn taak om te kijken welke leiderschapslessen hoofdredacties hieruit kunnen trekken.’
Brief van collega’s
Uitdagingen heeft ze het eerste jaar nog niet gehad. Op haar benoeming na – die veroorzaakte nogal wat commotie onder vakgenoten. Sterkenburg werkt naast haar hoogleraarschap drie dagen in de week als plaatsvervangend hoofd analyse bij de NCTV (Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid). Het hoogleraarschap zou onverenigbaar zijn met haar functie bij een overheidsdienst. Het was toch juist de taak van de onderzoeksjournalistiek om de macht te controleren?
In een brief tekenden negentien onderzoeksjournalisten bezwaar aan. Ook zorgde Sterkenburgs aantreden bij de VU in november 2024 voor ophef tijdens het VVOJ-congres, de initiatiefnemer van de leerstoel.
‘Ik begrijp heel goed dat er vragen waren,’ zegt Sterkenburg daarover. ‘Die had ik zelf ook bij de sollicitatieprocedure. Wat me over de streep trok: ik ga wetenschappelijk onderzoek doen naar de onderzoeksjournalistiek, geen onderzoeksjournalistiek bedrijven.’ Bovendien blijft ze niet voor altijd bij de NCTV werken. In ieder geval tot het voorjaar van 2026, daarna ziet ze verder.
Belangenverstrengeling
‘Ik zou de functie van hoogleraar dolgraag fulltime uitvoeren, maar daar is geen geld voor. En ook andere banen zouden vragen oproepen. Of ik nu bij Shell ga werken, bij de gemeente Dronten of als dagvoorzitter. En als ik zelf onderzoeksjournalist zou zijn, werd het weer lastig om collega’s te beoordelen.’
Toen studenten NCTV-rapporten wilden bekijken voor hun onderzoek, heb ik een andere docent gevraagd hen te begeleiden
Ze vindt het jammer dat de ondertekenaars van de brief – van wie ze sommigen persoonlijk kent – haar vooraf niet hadden gebeld. ‘In ieder geval om me op de hoogte te stellen. Dat zou ik andersom wel gedaan hebben, denk ik. Een enkeling is ingegaan op mijn verzoek tot een gesprek, anderen houden de deur nog dicht. Maar de koffie staat altijd klaar.’
Vuurdoop
Sterkenburg neemt de bezwaren serieus en is erg alert op het voorkomen van belangenverstrengeling. Meteen in haar eerste maand kreeg ze al een ‘goede vuurdoop’. ‘Een groep studenten wilde graag onderzoek doen naar soevereinen en daarvoor Facebookpagina’s bekijken en NCTV-rapporten doorakkeren die door mijn afdeling zijn geschreven. Ik vond het niet handig dat mijn twee werelden ineens samenkwamen. Maar ik ben óók van mening dat alles te onderzoeken moet zijn. Dus heb ik een andere docent gevraagd hen te begeleiden. Gelukkig valt of staat niet alles met mij.’
Ze kijkt ernaar uit straks een gedegen onderzoek te presenteren. ‘Ik hoop dat daar dan minstens zoveel belangstelling voor zal zijn als voor mijn benoeming.’ Daarbij wil ze benadrukken dat ze óók veel steunbetuigingen van onderzoeksjournalisten, hoofdredacteuren en hoogleraren kreeg. ‘Ik heb al veel hulp gehad en er is veel interesse vanuit de beroepsgroep om bij de leerstoel betrokken te zijn. Daar ben ik heel blij mee. Mijn voornaamste doel is namelijk dat ik niet als wetenschapper vanuit mijn ivoren toren ga zitten roepen hoe het moet, maar dat ik samen met onderzoeksjournalisten inzichten ontwikkel waar zij wat aan hebben. Dan is mijn missie geslaagd.’