© Unsplash, Sandy Kawadkar

De opmars van audio-artikelen: ‘Het uitluisterpercentage is vaak hoger dan het uitleespercentage’

Nieuws | Vernieuwing

Voorgelezen artikelen zitten in de lift. Betrokkenen bij Follow the Money, De Correspondent en NRC delen hun ervaringen. ‘Als ze het luisteren in hun routine krijgen, zullen ze minder snel hun abonnement opzeggen.’

Het is alweer vijf jaar geleden dat De Correspondent voor het eerst experimenteerde met audio-artikelen. Het podcastpubliek groeide: de redactie zag potentie in voorgelezen verhalen, blikt audioredacteur Julius van IJperen terug. Dat bleek goed gezien. Audio-artikelen zijn volgens Van IJperen niet alleen goed voor de toegankelijkheid, ze passen ook bij het journalistieke merk. De Correspondent is een platform waar de auteurs een belangrijke rol vervullen. Via de audio-artikelen kunnen luisteraars vertrouwd raken met de stemmen van hun favoriete correspondent. ‘Je bouwt echt een band met ze op.’ Dat is dan ook de reden dat auteurs hun eigen artikelen voorlezen en er om wille van tijd en kosten een deel van de artikelen wordt ingesproken.

Schuldgevoel

Follow the Money heeft vergelijkbare beweegredenen om verhalen in audio aan te bieden. Het onderzoeksplatform publiceert wekelijks gemiddeld drie voorgelezen artikelen – op zo’n tien geschreven artikelen per week. Die passen volgens audioredacteur Sophie Blok goed binnen het abonnementsmodel dat het medium hanteert. Leden kunnen zich wat schuldig voelen als ze weinig lezen, zegt ze. Luisteren is laagdrempeliger en kan tijdens andere bezigheden. ‘Als ze dat in hun routine krijgen, zullen ze minder snel hun abonnement opzeggen.’

NRC op haar beurt stelt sinds enige jaren juist zoveel mogelijk artikelen als audio beschikbaar. Ongeveer negentig procent van de verhalen van NRC wordt in audio aangeboden. Aanvankelijk deed de krant dat om de journalistiek toegankelijker te maken voor mensen met een visuele beperking, maar inmiddels mikt ze ook op het overige publiek. ‘We gaan mee in de slipstream van het podcastritme,’ vertelt Luuk Willekens, Manager Data & Innovatie bij NRC Media. Door de grote dagelijkse productie is het niet mogelijk om alle artikelen te laten inspreken, dus koos de uitgever ervoor om digitale stemmen van Microsoft te gebruiken. Hoewel die hoorbaar ‘nep’ waren, werden ze door testpanels positief beoordeeld, stelt Willekens. Toch zijn de generieke stemmen sinds april vervangen door klonen van de stemmen van NRC-redacteuren Mischa Spel en Egbert Kalse. ‘We willen ons meer onderscheiden. De eerdere stemmen kan elk bedrijf gebruiken.’ Door kunstmatige stemmen in te zetten voor de voorgelezen verhalen kan de audioredactie zich zoveel mogelijk richten op het maken van podcasts, voegt Willekens toe.

Niet echt 

De groeiende mogelijkheden van kunstmatige intelligentie blijken een terugkerend onderwerp op audio-redacties. Met name de afweging tussen het kostenvoordeel dat het kan opleveren en het opgeven van authenticiteit. Willekens erkent dat het hoorbaar is dat de NRC-stemmen niet echt zijn. De intonatie gaat soms fout en de afwezigheid van ademhaling geeft ook al gauw weg dat het geen sprekers van vlees en bloed zijn. Het proces is echter efficiënt en dat zal steeds verder toenemen. Ter illustratie: voor het klonen van de stemmen spraken de NRC-redacteuren ruim twaalf uur aan tekst in. Momenteel zou een half uur al voldoende kunnen zijn. Het is dus denkbaar dat iedere redacteur op termijn zijn eigen stemkloon krijgt.

Het zijn voordelen die Van IJperen ook inziet, maar vooralsnog passen geautomatiseerde stemmen volgens hem niet bij De Correspondent. Het kunstmatige karakter ervan leidt te veel af.

Blok lijkt wat positiever. De huidige manier van werken bevalt haar goed, maar is arbeidsintensief en kostbaar, erkent ze. Auteurs moeten beschikbaar zijn voor het inspreken en de opnames zijn afhankelijk van eindredactie. ‘Kunstmatige stemmen kunnen een volgende stap zijn. Je mist dan de persoonlijke touch van de auteurs, maar qua tijd en kosten is het wel slim. Daar zullen steeds meer organisaties op inzetten.’

Spreektaal

Wat voor soort artikelen werkt goed in audio? Vooral essays en andere verhalende stukken, zegt Van IJperen. ‘Bij dat soort artikelen word je meegenomen in een verhaal, net als wanneer je een boek leest of luistert.’ Minder geschikt zijn vraag-antwoordinterviews (die nogal vreemd klinken als ze door één iemand ingesproken zijn) en artikelen die sterk leunen op data of afbeeldingen.

Volgens Willekens zijn de artikelen die goed worden gelezen in principe ook de artikelen die goed worden beluisterd, zoals politiek commentaar en achtergronden. Blok voegt toe dat stukken die geschreven zijn in spreektaal doorgaans het beste uit de verf komen wanneer ze worden opgenomen. Waar nodig worden teksten dan ook aangepast bij De Correspondent en Follow the Money. ‘We maken artikelen doorgaans niet veel langer of korter, maar als iemand tekst hardop voorleest, hoor je het gauw als een zin niet lekker loopt,’ aldus Van IJperen. Soms wordt echter wel een kader weggelaten omdat dit de vaart eruit haalt of voegt een auteur juist een anekdote toe, vult Blok aan. ‘Ik spoor ze aan om een leuke intro te maken en de luisteraar te laten merken dat er maandenlang onderzoek is gedaan voor het stuk.’

Bij alle drie de media zit het luisteren van audio-artikelen in de lift. Bij NRC steeg het luisterpercentage na de introductie van de eigen AI-stemmen volgens Willekens met 25 procent en iedere maand neemt het gebruik met enkele procenten toe. Luisteraars die minimaal driekwart van een artikel luisteren tellen in die meting mee. Bij Follow the Money luistert twintig procent van de leden artikelen. ‘Het uitluisterpercentage is vaak hoger dan het uitleespercentage,’ zegt Blok. Bij De Correspondent is de verdeling tussen lezen en luisteren evenredig, aldus Van IJperen.

Veldopname

Richting de toekomst ziet Van IJperen mogelijkheden om audio-artikelen te verrijken. Dat kan bijvoorbeeld met veldopnames en interviewonderdelen. ‘Dan is het alleen geen letterlijke vertaling van het geschreven stuk meer en heb je scripting nodig. Dat vergt andere skills van journalisten en redacteuren, maar AI-tools als transcriptiesoftware en text-based audio-editors maken dit wel steeds toegankelijker.’

Bij een artikel van Arjen van Veelen over zijn nieuwe werkplek experimenteerde Van IJperen onlangs al met verrijking. Hij maakte een veldopname van De Esch, een stukje natuur in Rotterdam aan de nieuwe Maas dat dreigt te verdwijnen. ‘Om de luisteraar mee te nemen naar de plek en om De Esch een stem te geven.’ Het geeft een sfeervolle onderlaag aan het verhaal, meent hij. ‘Er wordt steeds meer nagedacht hoe je een verhaal meer immersive kan maken en een luisteraar echt meeneemt naar een plek.’

Blok is ervan overtuigd dat audio-artikelen gemeengoed worden en wijst onder andere op de grote zaterdagverhalen uit de krant die The Guardian ook als audio brengt en de specifieke audio-app die The New York Times in het leven heeft geroepen. ‘Voor steeds meer media is het een must om ook audio aan te bieden.’

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.