© Unsplash, Anne Nygard

Een mentor in de journalistiek: ‘Zonder hem was ik meer verdwaald geraakt als mens’

Nieuws | Op de werkvloer

Een ervaren journalist die een beginnende collega op weg helpt, daar komt een mentorschap op neer. De mentor deelt kennis, adviseert en begeleidt, en vaak leert hij of zij zelf ook weer van de ‘mentee’.

Nu ze ouder wordt, staat Judit Neurink, freelance journalist en auteur in het Midden-Oosten, steeds meer stil bij wat ze allemaal geleerd heeft in haar werk. Die lessen deelt ze graag met jongere collega’s. Zelf had ze vroeger ook graag zo iemand gehad: ‘In mijn beginjaren als journalist was er niemand om even mee te sparren over een volgende stap in mijn carrière, terwijl ik daar wel behoefte aan had.’ Ze is nu twee jaar als mentor aangesloten bij het mentorenprogramma van de NVJ. In dat programma kunnen beginnende journalisten een van de tien aangesloten mentoren uitkiezen en gratis gebruikmaken van drie sessies van een uur. 

Onzekerheid

Neurinks belangrijkste boodschap aan haar ‘mentees’: onzekerheid hoort bij het vak. ‘We denken allemaal dat we de enige zijn, maar iederéén is onzeker. Als iemand je daarvan doordringt, is dat heel erg helpend.’ Het valt haar op dat de vraagstukken die haar mentees haar voorleggen veranderen. ‘Waar ze eerst nieuwsgierig waren over werken in het Midden-Oosten, kloppen ze nu aan voor advies over hun situatie of carrière.’ Vaak leert Neurink zelf ook van de gesprekken, zegt ze. ‘Door hun vraagstukken zie ik hoe de mediawereld verandert en weet ik hoe het er tegenwoordig aan toe gaat op redacties.’

Peter Olsthoorn, die als freelance journalist werkt voor onder meer Adformatie, NRC en Netkwesties, is mentor via hetzelfde mentorenprogramma. Tot nu toe had hij slechts één mentee. Hij adviseert vaker vakgenoten, maar die komen meestal via andere wegen bij hem terecht. ‘De gesprekken gaan er vaak over hoe je als freelancer je plek behoudt in een veranderende markt, waarin het werk voor zelfstandigen opdroogt. Of over hoe je het schrijven van journalistieke en commerciële teksten met elkaar combineert.’


Even sparren

Behalve de NVJ bieden ook Vrouw & Media en het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek mentorenprogramma’s aan. Daarnaast is het, zoals Olsthoorn benoemde, niet ongebruikelijk om je ‘gewoon’ te wenden tot een collega-journalist. Óf dat een vakgenoot aanbiedt om zich over je te ontfermen. Dat laatste overkwam freelance fotojournalist Jan-Joseph Stok, werkzaam voor o.a. Trouw en Le Monde, zo’n twintig jaar geleden. Peter Dejong, hoofd fotografie bij Associated Press in Nederland, is nog altijd degene die hij opbelt als hij even wil sparren. ‘Ik leg hem mijn werk voor en praat met hem over de dingen die ik in het buitenland zag.’ 

Stok reist al jaren regelmatig naar conflictgebieden zoals Congo en Soedan waar hij wreedheden vastlegt. Nadien stapt hij vaak met Dejong op de fiets om die gebeurtenissen een plek te geven. ‘Het is prettig om je verhaal te delen met iemand die weet hoe het is om gebombardeerde dorpen te fotograferen en om soms dagenlang met de geur van dood in je neus rond te lopen.’ Ook praten ze over de selectie van zijn foto’s en ethiek. ‘Peter leerde me om altijd eerlijk en transparant te zijn, om een context te bieden bij beelden die er soms veel indrukwekkender uitzien dan ze zijn.’

Sturing en houvast

Met de jaren veranderde hun mentor-mentee-verhouding in een hechte vriendschap. Stok rekent Dejong tot een van zijn beste vrienden, maar kan ook nog steeds bij hem terecht met werkvragen. De fotojournalist raadt iedere vakgenoot aan om een mentor te zoeken. ‘Zonder mentor was ik meer verdwaald geweest als mens.’ Het gaf hem sturing en houvast. Daarnaast denkt hij dat je met een mentor aan je zijde veel beginnersfouten kunt voorkomen en als journalist goed leert omgaan met de heftige dingen die je soms meemaakt, waardoor je sneller weer opkrabbelt. ‘Je moet op je mentale gezondheid letten en scherp blijven, zodat je objectief blijft en niet cynisch wordt.’ Zelf heeft Stok sinds kort ook een mentee onder zijn vleugels die hij de fijne kneepjes van het vak bijbrengt.

Ook Neurink en Olsthoorn – laatstgenoemde ontwikkelde net als Stok een bijzondere band met zijn eigen, inmiddels 80-jarige mentor, die hij nog altijd bezoekt – moedigen collega’s aan om iemand te zoeken van wie ze kunnen leren. ‘Kijk eerst in je eigen netwerk of er iemand is die bij je past, en denk ook na over gepensioneerde journalisten die waarschijnlijk meer tijd hebben dan iemand die op een drukke redactie werkt,’ zegt Neurink. En een mentor is niet alleen een goed idee voor beginners, zegt Olsthoorn: ‘Ook als je al wat verder op weg bent, kan het geen kwaad om te sparren met een collega.’ Volgens hem kunnen veel journalisten baat hebben bij begeleiding en gedwongen reflectie. ‘Het zou ons allemaal verder helpen als we kritischer zijn op onszelf en leren van elkaar, daardoor oefenen we ons vak beter uit en komen we minder vaak voor verrassingen te staan.’ 

Niet per se een oude rot

Tot slot spoort Neurink vakgenoten aan om ook mentor te worden. ‘Het is leuk om met jongere collega’s te praten, om samen na te denken over wat hen zou kunnen helpen.’ Zoals je als mentee geen jonkie hoeft te zijn, hoeft een mentor volgens Neurink geen oude rot in het vak te zijn, al is het wel belangrijk dat je de ups en downs van het vak hebt ervaren. ‘Je moet in dalen terecht zijn gekomen waar je weer uit kroop en op plekken zijn beland waar je naar streefde.’ Wat het écht de moeite waard maakt? ‘Onze kennis is straks gewoon weg, op deze manier blijft er – naast je geschreven werk – iets van je bestaan.’

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.