© SVDJ

Hoe breng je oorlog in beeld? ‘Je wilt de lezer niet vermoeien met al het geweld’

Nieuws | Vernieuwing

Gaza, Soedan, Oekraïne: er woeden op het moment verschillende oorlogen in de wereld. Waar sociale media een ongefilterd inkijkje tonen in het geweld, zijn traditionele media vaak wat terughoudender in hun beeldkeuzes. Waarom is dat? En hoe houd je je publiek betrokken bij een langlopend conflict?

‘Het eerste wat ik zie is Mahmoud’s prachtige gezicht. Het trekt je op een niet-agressieve manier de foto in. Als ik mijn ogen naar beneden beweeg, zie ik dat hij geen armen heeft. Hoewel empathie en woede opkomen, voel ik geen behoefte om weg te kijken. Het is een mooie, stille foto.’

Joumana El Zein Khoury, uitvoerend directeur van World Press Photo (WPP), doet een poging om uit te leggen waarom de foto van de Palestijnse Mahmoud Ajjour dit jaar de ‘World Press Photo of the Year’ is geworden. Fotografen van over heel de wereld doen jaarlijks mee aan de prestigieuze fotowedstrijd, waarin een wisselende jury de winnaars uitkiest. ‘Elk jaar is uniek’, vertelt El Zein Khoury. ‘Twee jaar geleden hadden we veel oorlogsfoto’s met bloed, terwijl de beelden dit jaar en vorig jaar meer de bredere impact van conflict op mensen lieten zien.’

Dilemma

De tentoonstellingen van WPP – dat dit jaar haar 70ste verjaardag viert – worden elk jaar bezocht door meer dan vier miljoen mensen en het officiële sociale media-account heeft meer dan anderhalf miljoen volgers. Dat brengt volgens de uitvoerend directeur een zekere verantwoordelijkheid met zich mee. ‘Elk jaar staat onze jury voor hetzelfde dilemma: welke boodschap willen we overbrengen? Dat is een belangrijke vraag die je jezelf moet stellen, een die zwaar weegt op een instituut als WPP.’

Bij langdurige conflicten worden lezers op een bepaald moment een beetje oorlogsmoe

Rowin Ubink, chef beeldredactie de Volkskrant

Dat verantwoordelijkheidsgevoel speelt ook een belangrijke rol op sociale media als Instagram en Telegram, waar veel expliciete foto’s en video’s circuleren. Hier kom je gemakkelijk in aanraking met rauwe beelden van levenloze Palestijnse kinderen of Oekraïense soldaten die ernstig gewond zijn geraakt op het slagveld. Niet de fijnste scènes om op je netvlies te krijgen. Tegelijkertijd geven ze wél een realistische inkijk in wat er aan de hedendaagse frontlinies gebeurt – mogelijk de belangrijkste taak van nieuwsmedia.

Oorlogsmoe

Het is een herkenbaar dilemma, vertelt Rowin Ubink, chef van de beeldredactie bij de Volkskrant. ‘Als fotoredacteuren kijken we dagelijks naar verschrikkelijke beelden uit conflictgebieden. Op dat moment denken wij ook: die ellende moet de krant in. Maar omdat we de lezer niet willen vermoeien met al dat geweld zijn we terughoudend.’ 

Ubink noemt het ‘frustrerend’ om te zien dat foto’s van datzelfde geweld vervolgens ongecensureerd geplaatst worden op bepaalde Instagram-accounts. ‘Hoewel het een bewuste keuze is om niet alles direct in de krant te zetten, voelen we ons als fotoredactie op momenten machteloos tegenover dat soort accounts zonder filter. We willen soms meer laten zien dan we kunnen.’  

Waarom dan die terughoudendheid? ‘Ik ben zeker van mening dat je heftige (amateur)beelden af en toe moet laten zien, omdat het een onderdeel is van het conflict,’ vervolgt Ubink. ‘Maar bij langdurige conflicten worden lezers op een bepaald moment een beetje oorlogsmoe. Het is dan de functie van de krant om verhalen te maken waardoor het conflict in the picture blijft staan.’ 

Poëtische kant

Dat doe je volgens Ubink niet door telkens maar de meest shockerende foto’s in de krant te zetten. In plaats daarvan heeft hij het over ‘diversiteit in beeld creëren en nieuwe lagen aanbrengen’. Een goed voorbeeld, zegt Ubink, is de hongersnood in Gaza. ‘Om dat belangrijke verhaal te blijven vertellen, kiezen we niet iedere keer een foto van Palestijnen die met potten en pannen op eten staan te wachten. We laten liever iets unieks zien zoals recent een foto van een jongetje die zijn jerrycan onder een verwoeste watertank vulde. Dat is emotioneel niet per se heftig, maar vertelt toch het verhaal.’

Als er acht mensen zijn omgekomen bij weer een bombardement, hoef je niet per se de lichamen te laten zien

Wilco Willemsen, beeldredacteur AD

Waar ze bij de Volkskrant zo ook ‘de poëtische kant van het conflict’ proberen te tonen, zijn de gekozen foto’s bij het Algemeen Dagblad (AD) over het algemeen iets ‘newsier’ van aard, zegt beeldredacteur bij die krant Wilco Willemsen. ‘Dat houdt in dat we soms nieuwsfoto’s plaatsen die qua compositie en fotografische techniek aan alle kanten schuren, maar wel het verhaal vertellen.’ Daarvoor hoef je volgens hem niet altijd de slachtoffers te laten zien. ‘Dat wil je je lezers niet aandoen.’

Inzoomen

‘Als er acht mensen zijn omgekomen bij weer een bombardement dan hoef je niet per se de lichamen te laten zien,’ legt Willemsen verder uit. ‘Dat kun je ook opmaken uit het artikel, waar bij ons de focus op ligt. Bovendien kun je dat laten zien via rouwende of treurende mensen.’ Alleen als het nieuws er voldoende aanleiding voor geeft, en iets toevoegt aan het conflict, vindt hij het gerechtvaardigd in te zoomen op de slachtoffers. ‘Zo ging het recent veel over het hoge aantal journalisten dat is omgekomen in Gaza. Daar heb ik een foto bij gezocht van een in laken gewikkeld lijk met daarop een kogelwerend persvest.’

Het is ook El Zein Khoury opgevallen dat de oorlogsbeelden op sociale media van een ander kaliber zijn dan die op televisie en in de kranten verschijnen. ‘Traditionele media zijn voorzichtiger, minder avontuurlijk,’ zegt ze. ‘Maar het is ook hun rol om de boel een beetje af te remmen en na te denken over de ethische implicaties van het plaatsen van foto’s. Ze hebben beperkte ruimte, waardoor ze nauwgezet moeten selecteren en dus gedwongen worden diepe gesprekken te hebben over de impact van hun foto’s.’

Democratisch overleg

Bij de Volkskrant vinden die conversaties plaats tijdens redactievergaderingen van de fotoredactie. ‘We verzamelen de hele dag foto’s die we vervolgens bespreken,’ aldus Ubink. ‘We leggen de opties naast elkaar en komen zo tot een besluit.’ Volgens de chef van de beeldredactie is dit essentieel om de juiste beeldkeuzes te maken. ‘Als team kun je elkaar controleren en corrigeren,’ vertelt hij. ‘Het is een democratische manier om over foto’s te praten. Als ik alleen had mogen bepalen, had de krant er waarschijnlijk anders uitgezien.’

Zowel Ubink als El Zein Khoury vinden dat media een verantwoordelijkheid hebben om hun publiek te activeren en dialoog aan te zwengelen. Dat je mensen daarvoor soms moet laten schrikken, ziet Ubink als een noodzakelijk kwaad: ‘Shockeren is nooit een doel op zich, maar met bepaalde beelden kun je mensen wel even wakker schudden.’ Dat werkt volgens hem alleen maar als je het niet te vaak doet. ‘Als je op die gore, op dat grove leed, blijft focussen, hebben we straks allemaal last van PTSS. Dat wil je niet bij de lezer neerleggen. Daarnaast ben je dan als journalist niet goed bezig omdat je telkens dezelfde invalshoek laat zien.’

Mensen activeren

Hoewel bepaalde sociale media-accounts zoals Eye on Palestine of Cestmocro vaker aan dat soort eenzijdige verslaggeving lijken te doen, slagen ze er tegelijkertijd beter in om mensen te prikkelen en in beweging te brengen. ‘Voor sommige plekken waar traditionele media geen toegang toe hebben, zijn sociale media onmisbaar om de aandacht van de rest van de wereld op zich te vestigen’, vertelt El Zein Khoury. ‘Kijk naar Gaza, sociale media hebben een cruciale rol gespeeld in het activeren van mensen over de hele wereld.’

De aaneenschakeling van verschrikkelijke beelden op sociale media draagt bij aan het normaliseren van oorlog

Joumana El Zein Khoury, uitvoerend directeur World Press Photo

‘De andere kant is dat sociale media geen grenzen kennen,’ gaat El Zein Khoury door. ‘De aaneenschakeling van verschrikkelijke beelden draagt onbewust bij aan het normaliseren van oorlog, geweld en kinderen die compleet uitgehongerd zijn.’ Om een goede balans in de verslaggeving te vinden, zo beweert ze, zijn daarom zowel sociale als traditionele media nodig.

Dat denkt ook Willemsen. ‘Wij hebben als AD zeker een verantwoordelijkheid om de verschrikkingen in bijvoorbeeld Gaza en Oekraïne te laten zien,’ zegt de AD-beeldredacteur. ‘Maar wij zijn als nieuwsmedium op meer gericht dan alleen die twee gebieden. Niet al onze lezers zijn buitengewoon geïnteresseerd in wat daar gebeurt. Als je dat wel bent, zoals ikzelf, dan bieden sociale media je genoeg mogelijkheden om dat dagelijks tot je te nemen.’

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.