Hoe media (onbedoeld) zorgen voor meer school shootings in Amerika

Nieuws | Wat zegt de wetenschap?

Tot nu toe vond er dit jaar gemiddeld eens per week een schietpartij op een Amerikaanse school plaats. Deze aanslagen worden vaak breed uitgemeten in de media. Maar volgens onderzoekers van het National Center for Health Research gebeurt dat niet op de juiste manier. Media leggen de focus te veel op de daders, die juist uit zijn op aandacht. Zo inspireren media potentiële nieuwe schutters.

Eind mei werd de wereld opgeschrikt toen een schutter 21 slachtoffers maakte op een basisschool in Texas. Het was alweer de eenentwintigste schietpartij op een Amerikaanse school in 2022. Het aantal school shootings neemt rap toe. Begin 2000 lag het gemiddelde op eens per maand, inmiddels is dat één keer per week.

Van oudsher schrijft de (internationale) pers veel over school shootings. Zo kreeg de aanslag op de Columbine High School in 1999 meer aandacht dan de dood van Princess Diana. Toch is het volgens de wetenschappers van the National Center for Health Research tijd dat media zich meer bewust worden van de kwalijke rol die zij (onbedoeld) spelen rondom aanslagen op scholen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat potentiële aanslagplegers geïnspireerd raken door de vele aandacht die de schutters krijgen.

Gedrag kopiëren

Dat heeft te maken met het media contagion effect, dat ook optreedt bij zelfdoding en terroristische aanvallen: mensen kopiëren gedrag dat veel aandacht in de pers krijgt. In de weken na een school shooting schrijven kranten vaak uitgebreid over de dader, diens motivaties en levensverhaal.

Precies deze ‘roem’ is volgens the American Psychological Association datgene waar de meeste schutters naar op zoek zijn. Dat blijkt ook uit onderzoeken naar de frequentie van mass shootings in de weken nadat er een heeft plaatsgevonden. In de dertien dagen daarna neemt de kans toe dat er nog een schietpartij plaatsvindt. Een andere studie toonde aan dat naast de frequentie, ook het aantal slachtoffers van een schietpartij in de twee weken daarna hoger is dan gemiddeld.

Ook het aantal (al dan niet echte) bedreigingen in de nasleep van een mass shooting neemt toe. In de twee weken na de Parkland Shooting in 2018 werden er 638 meldingen van mogelijke aanslagen op scholen gedaan, zeven keer zoveel als normaal.

Meer aandacht dan Brad Pitt

Media schrijven buitengewoon veel over de daders van zulke aanslagen. Adam Lankford van de Universiteit van Alabama analyseerde de mediaberichtgeving over mass shootings tussen 2010 en 2017. Sommige daders kregen in de maand na hun aanslag meer media-aandacht dan de bekendste beroemdheden, zoals Brad Pitt. En in de maanden die volgden kregen daders nog steeds meer aandacht dan professionele atleten. Andere onderzoekers ontdekten dat hoe meer slachtoffers een schutter maakt, hoe meer de media erover schrijven.

Naamloos

The American Psychological Association adviseert media om zo min mogelijk over de schutters en hun motieven te schrijven. In plaats daarvan moeten kranten focussen op de slachtoffers, zoals Jacinda Ardern, de premier van Nieuw-Zeeland, dat in 2019 deed. Zij zwoer om nooit de naam van de aanslagpleger in Christchurch te noemen: ‘He will, when I speak, be nameless. Speak the names of those who were lost, rather than the name of the man who took them.’

Ook campagnes als Don’t Name Them (FBI) en No Notoriety (opgezet door de ouders van een slachtoffer van de Colorado shooting) roepen hiertoe op. Door de beroemdheid bij de daders weg te nemen, zullen er minder twijfelaars nieuwe schutters worden. Een strategie die al werkt bij zelfdoding, blijkt uit meerdere onderzoeken.

De wetenschappers eindigen met een positieve noot. In 2022 was er al verbetering zichtbaar bij de Amerikaanse media. Meer dan ooit stond niet de dader centraal, maar de verhalen van de slachtoffers.

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.