Jurist Sarah Eskens (UvA): ‘Media moeten nadenken over de juridische gevolgen van nieuwspersonalisatie’
Nieuws | InnovatieMet gepersonaliseerd nieuws kunnen media hun lezers inhoud bieden die precies op hun behoeften is afgestemd. Maar nieuwe tactieken om de lezer te binden, kunnen op gespannen voet staan met de grondrechten van gebruikers. Jurist Sarah Eskens van de Universiteit van Amsterdam promoveerde op de verhouding tussen Europese grondrechten en gepersonaliseerde online nieuwsomgevingen.
Een homepage die specifiek nieuws laat zien op basis van je locatie of leesgedrag. Een kolom met nieuwsberichten die zijn toegespitst op je persoonlijke profiel. Media experimenteren steeds meer met mogelijkheden om zichzelf zo relevant mogelijk te maken voor bezoekers. Ze moeten wel, want sinds de opkomst van internet is het voor uitgevers steeds moeilijker geworden om lezers binnen te halen én aan boord te houden. Gepersonaliseerde nieuwsomgevingen zouden kunnen helpen om gebruikers het nieuws te bieden dat zij graag lezen – in de hoop dat die lezers uiteindelijk loyaal blijven en onder de streep zwarte cijfers opleveren.
Hoe interessant nieuwspersonalisatie ook kan zijn voor uitgevers, er zitten wel juridische haken en ogen aan. Eind november promoveerde Sarah Eskens aan de Universiteit van Amsterdam op de vraag hoe Europese grondrechten de basis kunnen vormen voor regulering van de relatie tussen nieuwswebsites en hun gebruikers.
Wat heb je precies onderzocht?
‘Ik heb door een juridische bril gekeken naar het gebruik van personalisatie: wat zijn de gevolgen daarvan voor de rechten van nieuwsgebruikers? En hebben we nieuwe regels nodig?’
Waarom heb je je die vragen gesteld?
‘Nieuwspersonalisatie wordt, zeker in Nederland, nog niet op grote schaal gebruikt. Veel media zijn echter wel bezig met de vraag hoe ze hun dienstverlening kunnen herformuleren met de beschikbare technologie: ze verzamelen inzicht in wat de lezer wil en hoe ze hem of haar kunnen bedienen.
Dus introduceren ze steeds vaker apps waarvan de inhoud deels kan worden gepersonaliseerd. Sommige kranten bieden hun lezers ook een gepersonaliseerde nieuwsbrief aan.
Al die initiatieven staan nog in de kinderschoenen, maar de toepassingen kunnen heel groot worden. Tegelijkertijd brengt personalisatie vragen met zich mee over onder meer de privacy van gebruikers. En stel dat je nieuws personaliseert op basis van persoonsgegevens, dan gaat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) een rol spelen.’
Welke grondrechten spelen een rol bij het personaliseren van nieuws?
‘Dat zijn de rechten op privacy, gegevensbescherming, vrijheid van informatie, vrijheid van meningsuiting, gedachten en opinie. De rol van sommige grondrechten, zoals het recht op privacy en op gegevensbescherming, is snel duidelijk. Er zijn immers persoonsgegevens nodig om een gepersonaliseerde feed te voeden. Nieuwspersonalisatie perkt die rechten dus een beetje in. Om dat op te lossen, moeten nieuwsmedia hun lezers wat controle geven over de manier waarop hun gegevens worden gebruikt.
Bij andere grondrechten ligt dat moeilijker. Neem het recht op vrijheid van informatie. Dat geeft gebruikers het recht om in het algemeen diverse informatie te ontvangen, zodat ze hun mening kunnen vormen of gevaren in een bepaalde vraagstelling kunnen ontdekken. Ik denk dat personalisatie daar schuurt, want in een gepersonaliseerde feed verschijnen bepaalde artikelen ten koste van andere artikelen. Als iemand door personalisatie in een bubbel wordt gedrukt, raakt dat hun recht op informatie.
Vrijheid om eigen gedachten te vormen is ook zo’n voorbeeld. Dat is een abstract grondrecht dat vooral gaat over het idee dat je niet geïndoctrineerd mag worden. Nieuwspersonalisatie zorgt daar voor een complexe situatie. Niet dat personalisatie gelijk inbreuk maakt op dit grondrecht, maar het aanbieden van personalisatie kan er namelijk ook toe leiden dat lezers bepaalde artikelen niet meer zien. Dat raakt de vrijheid om eigen gedachten te vormen, en dus moeten we daar over nadenken. Moeten er bijvoorbeeld bepaalde waarborgen worden aangebracht om te voorkomen dat deze grondrechten gaan knellen?’
Wat kunnen media doen om te voorkomen dat grondrechten van gebruikers in het gedrang raken?
‘Hoe meer technologische keuzes je een gebruiker biedt – en lezers bijvoorbeeld zelf laat bepalen of nieuws chronologisch of op basis van relevantie moet worden getoond – des te minder zo’n systeem een risico vormt voor de grondrechten van gebruikers.
Nieuwswebsites hoeven ook niet 100 procent gepersonaliseerd te zijn. Door bijvoorbeeld te zorgen dat de homepage niet gepersonaliseerd is, krijgen mensen altijd in één oogopslag het allerbelangrijkste nieuws te zien en voorkom je dat er een filterbubbel ontstaat.’
Maakt het daarbij nog uit wie de uitgever van een bepaald medium is?
‘Nee, al kan ik me voorstellen dat tabloidachtige kranten andere keuzes zullen maken dan klassieke uitgevers. En de ethiek zal per mediahuis wel verschillen. Dat levert heel interessante vragen op, want hoe maak je dan onderscheid tussen de ene uitgever en de andere?’
Tijdens haar onderzoek sprak Eskens regelmatig met Nederlandse hoofdredacteuren. Het viel haar op hoezeer zij vanuit een publieke verantwoordelijkheid of missie werken: ‘Bij hen leeft ook de vraag hoe ze kunnen voorkomen dat hun lezers door nieuwspersonalisatie in een filterbubbel terechtkomen.’
Personalisatie zou media in theorie hyperindividualistisch kunnen maken. Wat doet de technologie met de maatschappelijke cohesie?
‘Als iedereen alleen maar nadenkt over wat hijzelf belangrijk vindt en niet weet wat bij de ander leeft, zullen groepen elkaar minder goed begrijpen. Dat leidt tot verlies van verbintenis in de samenleving. Daarom is het belangrijk dat media nadenken over hoe je personalisatie ontwikkelt. Door vooraf te bedenken hoe alomvattend je die maakt, voorkom je al veel gevaren.’
Wat adviseer je media die personalisatie willen toepassen?
‘Denk goed na. Personalisatietechnologie kan heel goede dingen doen, maar we moeten kritisch zijn op de mogelijke gevolgen daarvan. Mensen hebben steeds minder tijd en gebruiken steeds kleinere apparaten. Media moeten binnen die beperkte tijd en ruimte maximaal relevant zijn. Het is dan de vraag hoe je ervoor zorgt dat iedereen krijgt wat hij nodig heeft om goed geïnformeerd te zijn. En hoe houd je oog voor de risico’s, zoals het verlies van privacy en controle?
Journalistieke codes en ethiek gaan vooral over het creëren van content en over de waarden waaraan media zich moeten houden, maar nog helemaal niet over het gebruik van nieuwe technologie, het verwerken van persoonsgegevens op grote schaal en de implicaties daarvan. Het is belangrijk dat media daar over nadenken. En laat ze dat samen doen, want iedereen in medialand loopt met dezelfde vragen.’
Foto: Jonas Leupe